Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm Lxxx.

De Psalmist klaeght over den elendigen stant der Kercke, dewijle de vorige menighvuldige weldaden van Godt aen haer bewesen, nu verandert waren in benauwtheden ende vervolgingen, biddende om verlossinge uyt deselve, met belofte van danckbaerheyt.

1

Ga naar margenoot1 VOor den Oppersanghmeester op Ga naar margenoot1 Schoschannim: Ga naar margenoot2 een getuygenisse, een Psalm Ga naar margenoot3 Asaphs.

2

Ga naar margenoot4 O Herder Israëls, neemt ter ooren: die Ga naar margenoot5 Ioseph als schapen leydet: Ga naar margenoot6 die tusschen de Cherubim sittet, Ga naar margenoot7 verschijnt blinckende.

3

Ga naar margenoot8 Weckt uwe macht op voor het aengesichte van Ga naar margenoot9 Ephraim, ende Ga naar margenoot9 Benjamin, ende Ga naar margenoot9 Manasse, ende komt tot onse verlossinge.

4

Ga naar margenoot10 O Godt, Ga naar margenoot11 brenght ons weder, ende Ga naar margenoot12 Ga naar margenoota laet u aenschijn lichten, soo sullen wy verlost worden.

5

O HEERE, Godt der heyrscharen, hoe lange sult ghy Ga naar margenoot13 roocken tegen het gebedt uwes volcks?

6

Ga naar margenoot14 Ghy spijstse Ga naar margenoot15 met tranenbroot: ende drencktse met tranen uyt Ga naar margenoot16 een drielingh.

7

Ghy hebt ons Ga naar margenoot17 onsen nabueren Ga naar margenoot18 tot eenen twist gestelt, ende Ga naar margenootb onse vyanden Ga naar margenoot19 spotten onder haer.

8

O Godt der heyrscharen, Ga naar margenoot20 brenght ons weder, ende laet u aengesichte lichten, soo sullen wy verlost worden.

9

Ghy hebt eenen Ga naar margenoot21 wijnstock uyt Egypten over gebracht, hebt Ga naar margenoot22 de Heydenen verdreven, ende hebt Ga naar margenoot23 den selven geplant.

10

Ghy hebt [de plaetse] voor hem Ga naar margenoot24 bereyt, ende sijne wortelen Ga naar margenoot25 doen inwortelen, soo dat hy het lant Ga naar margenoot26 vervult heeft.

11

Ga naar margenoot27 De bergen zijn met sijne schaduwe bedeckt geweest, ende sijne rancken waren [als] Ga naar margenoot28 cederboomen Godes.

12

Ga naar margenoot29 Hy schoot sijne rancken uyt Ga naar margenoot30 tot aen de zee, ende sijne scheuten tot Ga naar margenoot31 aen de riviere.

13

Waerom hebt ghy Ga naar margenoot32 sijne mueren doorgebroken, soo dat alle die den wegh voorby gaen, hem plucken?

14

Ga naar margenoot33 Het swijn uyt den woude heeft hem uytgewroett: ende Ga naar margenoot34 het wildt des veldts heeft hem afgeweydet.

15

O Godt der heyrscharen, Ga naar margenoot35 keert doch weder, aenschouwt uyt den hemel, ende siet, ende Ga naar margenoot36 besoeckt desen wijnstock.

16

Ende de stamme die uwe rechter hant [kolom] geplant heeft, ende dat Ga naar margenoot37 om den Sone Ga naar margenoot38 [dien] ghy u gesterckt hebt:

17

Ga naar margenoot39 Sy is met vyere verbrant, sy is afgehouwen: Ga naar margenoot40 Sy komen omme van ’t schelden uwes aengesichts.

18

Ga naar margenoot41 Uwe hant zy Ga naar margenoot42 over den man uwer rechter hant, over des menschen sone, [dien] ghy u gesterckt hebt.

19

Soo en sullen wy van u niet te rugge keeren: behoudt ons in’t leven, soo sullen wy uwen name aenroepen.

20

O HEERE, Godt der heyrscharen, Ga naar margenoot43 brenght ons weder, Ga naar margenoot44 laet u aenschijn lichten, soo sullen wy verlost worden.

margenoot1
.1 Siet de aent. op Psalm 45.1.
margenoot1
.1 Siet de aent. op Psalm 45.1.
margenoot2
Dat is, eene betuyginge, ofte verklaringe des geloofs aen Godes genadige belofte in de groote swarigheyt sijner Kercke.
margenoot3
Of, voor Asaph, als Psalm 79.1.
margenoot4
Vergel. Psal. 23. vers 1. ende 48.15. Iesa. c. 40. vers 11. Ezech. 34.12, 14, 15. Ioan. 10.11. ende 1.Petr. 2.25.
margenoot5
Ioseph, dat is, de nakomelingen Iosephs, te weten, de stammen Ephraims ende Manasse, die van Ioseph afkomstigh waren. De Heylige Schrift begrijpt somtijts onder den name van Ioseph alle de ander stammen, ende voornamelick de tien stammen, overmits Ioseph de principaelste ende geachtste was onder de kinderen Iacobs. siet Genes. cap. 49. vers 26. Psalm 81.6.
margenoot6
Ofte, die op de Cherubim pleeght te sitten: want na dat de tempel van de Chaldeen was afgebroken ende geruïneert, soo en sat de Heere niet langer op de Cherubim. Van de Cherubim siet de aenteeckeninge op 1.Sam. 4.4.
margenoot7
Dat is, toont ons uwe gunste ende genade ons verlossende uyt dese langhduerige gevangenisse, in dewelcke wy nu langen tijt als in duysternisse geseten hebben.
margenoot8
Dat is, toont ende doet uwe macht blijcken, die nu eenen tijt langh als geslapen heeft.
margenoot9
.9.9 D. voor de stammen ofte nakomelingen van Ephraim, Benjamin, ende Manasse. Dese drie stammen waren by malkanderen gelegert aen de westzijde des tabernakels, Numer. 2.17, 18, 20, 22. ende 10.21, 22, 23, 24. Daerom worden sy hier, ende 1.Chron. 9.3. ende elders meer, gelijckelick genoemt.
margenoot9
.9.9 D. voor de stammen ofte nakomelingen van Ephraim, Benjamin, ende Manasse. Dese drie stammen waren by malkanderen gelegert aen de westzijde des tabernakels, Numer. 2.17, 18, 20, 22. ende 10.21, 22, 23, 24. Daerom worden sy hier, ende 1.Chron. 9.3. ende elders meer, gelijckelick genoemt.
margenoot9
.9.9 D. voor de stammen ofte nakomelingen van Ephraim, Benjamin, ende Manasse. Dese drie stammen waren by malkanderen gelegert aen de westzijde des tabernakels, Numer. 2.17, 18, 20, 22. ende 10.21, 22, 23, 24. Daerom worden sy hier, ende 1.Chron. 9.3. ende elders meer, gelijckelick genoemt.
margenoot10
Dit vers wort weder verhaelt versen 8, 20.
margenoot11
T.w. in onsen vorigen staet, ofte uyt onse gevangenisse ende ballinghschap, in het lant daer uyt wy vervoert zijn. Anders, verquickt ons, als Psalm 23.3.
margenoot12
Te weten, over ons. Siet de aenteeckeninge Numer. cap. 6. op versen 25, 26.
margenoota
Psalm 4.7. ende 31.17. ende 67.2. Dan. 9.17.
margenoot13
Dat is, toornigh zijn, ons gebedt in groote toornigheyt verstootende. Het is eene gelijckenisse siende op het gelaet der gener die seer vertoornt zijn. siet Psalm 74.1.
margenoot14
Dat is, ghy spijst ons. siet Psalm 42.4.
margenoot15
De sin deser woorden is, dat hen het lijden soo gemeen is, als eten ende drincken, ende datse met seer groote swarigheden besocht wierden. Ofte, tranenbroot, D. broot in de tranen gedopt: ofte, tranen in de plaetse van broot, als Psalm 42. vers 4.
margenoot16
Ofte, eene groote mate. Het Hebreeusch woort beteeckent een mate, het zy van natte, als hier, of drooge waeren, als het schijnt genomen te worden, Iesa. 40. vers 12. daer drie gemeene maten in gaen, waer van de grootte ons onbekent is.
margenoot17
Te weten, den Edomiten, als Psalm 79. vers 4. ende anderen godtloosen.
margenoot18
Dat is, sy twisten ende dwarsdrijven dagelicks tegen ons: Ofte, sy twisten onder malkanderen, wie de eere sal hebben van ons te onderdrucken.
margenootb
Psalm 44.14. ende 79.4.
margenoot19
Te weten, met ons, als sy sien dat het ons qualick gaet.
margenoot20
Siet boven vers 4.
margenoot21
Aldus noemt hy de Kercke, ende het volck van Israël, als oock Iesa. 5.1, 7. Ierem. 2.21. Matth. 21.33. Marc. 12.1. Luce 20.9.
margenoot22
Verstaet hier de seven natien der Canaaniten. siet het boeck Iosua, ende Psalm 44. vers 3. ende 78. vers 55.
margenoot23
Te weten, wijnstock, Exod. cap. 15. vers 17. Psalm 44.3.
margenoot24
Dat is, ghy hebt de Canaaniten voor haer aengesichte uytgestooten ende verdreven, Exod. 23.28. Iosu. 24.12. Siet de aenteeckeninge op Genes. 24. vers 31. aengaende de beteeckenisse des Hebreeuschen woorts, het welck eygentlick beteeckent, uytsuyveren, reynigen, uytkeeren.
margenoot25
Dat is, diepe ende vaste in de aerde doen wassen.
margenoot26
Te weten, met sijne rancken.
margenoot27
De Psalmist geeft te kennen, dat het volck van Israël seer vermenighvuldight is geweest, door het geheele lant Canaan.
margenoot28
Dat is, seer groote, seer hooge cederboomen. Siet de aenteeckeninge Genes. 13.10. Psalm 36.7. staet, bergen des Heeren, Dat is, groote ende hooge bergen: Ofte, cederboomen Godes, beteeckent hier, cederboomen van Godt selfs geplant, als Psalm 104.16.
margenoot29
Te weten, de wijnstock, dat is, het volck Godes, het volck van Israël.
margenoot30
Te weten, tot aen de Middelantsche zee, als Psalm 72.8.
margenoot31
Te weten, Euphrates, als Psalm 72.8.
margenoot32
Dat is, sijne sterckten, ofte vastigheden, welcke verbroken zijnde, soo light het lant open tot een proije sijner vyanden. Siet Psalm 89.41, 42. ende Iesa. 5.5.
margenoot33
Aldus noemt hy de vyanden ende vervolgers van Godes volck, als Psalm 68.31. welcke in die tijden insonderheyt waren de Assyriers ende Babyloniers, als te lesen is 2.Reg. 17.6. ende 25.1.
margenoot34
Hier kan men verstaen de wilde dieren daer mede Godt zijn volck is dreygende, Levit. 26.22. Of, de wreede tyrannen, gelijck in dit selve vers door de wilde swijnen wort te verstaen gegeven. Siet Iob 4. op vers 11.
margenoot35
Te weten, tot onse hulpe, dewelcke ghy, op ons vertoornt zijnde, nu langen tijt ons hebt ontrocken.
margenoot36
Siet de aenteeckeninge Genes. 21. op vers 1. ende Iob 5.24.
margenoot37
Verstaet hier den Sone Godts. Vergel. Psalm 2.7. Iesa. cap. 9. vers 5. Dan. 9.17. ende hier vers 18. Andere verstaen door den Sone, hier eene jonge spruyte, ende duyden het op Israël, of de gemeente Godts.
margenoot38
Vergel. Iesa. 49. versen 1, 2, 3, 4, 5, 8, etc. Anders, (spruyte) [die] ghy groot ende sterck gemaeckt hebt tot uwer eere, ende om vrucht daer van te genieten.
margenoot39
T.w. de stamme, vers 16. ofte, hy: T.w. de wijnstock, als vers 9.
margenoot40
T.w. de menschen, ende met namen u volck Israël (van het welcke hier gesproken wort) vergaet, wanneer ghy u aengesichte tegen het selve settet, om den vloeck tegen hem uyt te spreken. Siet Psalm 9. de aenteeckeninge op vers 6.
margenoot41
Verstaet dit versken van den Sone Godts, den Messia, van den welcken gesproken is vers 16. Uwe hant zy over hem, is soo vele als; Zijt met hem, onderhoudt hem, ende bevordert sijn Rijck. Siet gelijcke maniere van spreken Ezra 7.6, etc. ende vergelijckt Psalm 118.25. Iesa. 11.2, 3. ende 61.1. Actor. 10.38.
margenoot42
D. dien ghy soo lief hebt als uwe rechter hant. Siet Genes. 35.18. ofte den man die uwen naeste, ofte, metgeselle is, Zach. 13.7. (als zijnde uwen eeuwigen Sone) ende door welcken ghy uwe kracht uytstreckt, alles geschapen hebt, onderhoudt ende regeert, Ioan. 1.3. Coloss. 1. vers 16. Hebr. 1.2, 3. ende tot welcken ghy geseyt hebt: Sitt tot mijne rechter hant, etc. Psalm 110.1. genoemt, des menschen sone, Psalm 8.5. Hebr. 2.6, 9. ende doorgaens in het Nieuwe Testament, gelijck hy oock alsoo verschenen is, Dan. 7.13. By desen man (als oock by des menschen sone, waer van terstont volght) verstaen sommige ’t volck van Israël, die oock Godts eerstgeboren Sone genoemt wort, Exod. 4.22.
margenoot43
Siet boven vers 4.
margenoot44
Siet boven vers 4.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken