Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm Cxiiij.

De Psalmist vermaen doende van de verlossinge der Israëliten uyt Egypten, vermaent alle creaturen Godt te loven, ende alle menschen, door het exempel der selver.

1

Ga naar margenoota DOe Ga naar margenoot1 Israël uyt Egypten toogh: Ga naar margenoot2 het huys Iacobs van een volck dat Ga naar margenoot3 een vreemde tale hadde:

2

Soo wert Ga naar margenoot4 Iuda Ga naar margenoot5 tot sijn heylighdom: Ga naar margenoot6 Israël sijne Ga naar margenoot7 volkomene heerschappije.

3

De Ga naar margenoot8 zee sagh het, ende vloodt: Ga naar margenoot9 de Iordane keerde achterwaerts.

4

De Ga naar margenoot10 bergen sprongen als rammen: de heuvelen Ga naar margenoot11 als lammeren.

5

Wat was u, ghy zee, dat ghy vloodt? ghy Ga naar margenoot9 Iordane, dat ghy achterwaerts keerdet?

6

Ga naar margenoot10 Ghy bergen, dat ghy opspronght als rammen: ghy heuvelen Ga naar margenoot11 als lammeren!

7

Ga naar margenoot12 Beeft ghy aerde voor het aengesichte des Heeren: voor ’t aengesichte van den Godt Iacobs.

8

Ga naar margenoot13 Die den rotzsteen veranderde in eenen watervloet: den keysteen in eene waterfonteyne.

[Folio 268v]
[fol. 268v]
margenoota
Exod. 13.3.
margenoot1
D. het volck van Israël, de Israëliten.
margenoot2
Dat is, het geslachte, de nakomelingen.
margenoot3
Ofte, onbekende, seldsame sprake, verstaende daer by de sprake der Egyptenaren. Het woort dat hier in den Hebreeuschen text staet, en wort nergens anders als hier gevonden. De Apostel noemt 1.Cor. cap. 14. vers 11. eenen Barbar, die eene vreemde onbekende sprake gebruyckt.
margenoot4
Verst. onder Iuda al het volck van Israël.
margenoot5
Te weten, tot des Heeren heylighdom, Dat is, de Heere heylighde sich het volck van Israël toe, om sijn bysonder volck te wesen, daer hy Heere ende Koningh over ware. Siet Exod. cap. 6. vers 6. ende 19.6.
margenoot6
Dat is, het volck van Israël.
margenoot7
Hebr. sijne heerschappijen. Godt was te voren wel Heere over Israël, als over sijn eygen volck: maer in ’t uytvoeren des selven uyt Egypten, heeft hy’t alderklaerlickst doen blijcken, ende hy heeft dat volck daer door vaster aen hem verbonden. Siet Exod. 6.6. ende 20.2.
margenoot8
Verstaet hier de roode zee, door dewelcke de Israëliten drooghs voets getogen zijn, Exod. 14.21. Psalm 77.17. ende 78.13.
margenoot9
.9 Siet Iosu. 3.16.
margenoot10
.10 Verst. hier de bergen Sinai, Horeb, ende andere in de woestijne, die getsittert ende gebeeft, ende haer beweeght hebben, van wegen de tegenwoordigheyt Godes, als hy sijne wet gaf, Exod. 19.18. Psalm 68.9. Habak. cap. 3. versen 6, 10.
margenoot11
.11 Hebr. als sonen der schapen, ofte, geyten, dat zijn lammeren. Siet oock Psalm 29. vers 6.
margenoot9
.9 Siet Iosu. 3.16.
margenoot10
.10 Verst. hier de bergen Sinai, Horeb, ende andere in de woestijne, die getsittert ende gebeeft, ende haer beweeght hebben, van wegen de tegenwoordigheyt Godes, als hy sijne wet gaf, Exod. 19.18. Psalm 68.9. Habak. cap. 3. versen 6, 10.
margenoot11
.11 Hebr. als sonen der schapen, ofte, geyten, dat zijn lammeren. Siet oock Psalm 29. vers 6.
margenoot12
Hy wil seggen, Gelijck ghy desmaels voor hem hebt gebeeft, alsoo sult ghy oock voortaen voor hem beven, want men is hem vreese schuldigh, Malach. 1.6.
margenoot13
Dat is, die uyt den rotzsteen eenen watervloet heeft doen vloeijen. Siet Exod. 17.6. Numer. 20.11.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken