Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xxv. Capittel.

Een dancksegginge des volcks Godes voor het verdelgen harer vyanden, vers 1. insonderheyt der stadt Babel, 2. Prophetie van de beroepinge der Heydenen, ten tijde des Messiae, 6. ende verlossinge aller geloovigen, 7. mitsgaders de verdelginge harer vyanden, 10.

1

Ga naar margenoot1 HEERE, ghy zijt mijn Godt, u sal ick verhoogen, uwen name sal ick loven, want ghy hebt Ga naar margenoot2 wonder gedaen: [uwe] raetslagen Ga naar margenoot3 van verre zijn waerheyt [ende] Ga naar margenoot4 vastigheyt.

2

Ga naar margenoot5 Want ghy hebt van de Ga naar margenoot6 stadt een Ga naar margenoota steenhoop Ga naar margenoot7 gemaeckt, de vaste stadt tot een vervallen hoop: het palleys der vreemdelingen, dat het geen stadt meer en zy, in eeuwigheyt en sal sy niet herbouwt worden.

3

Daerom sal u Ga naar margenoot8 een machtigh volck eeren, de stadt Ga naar margenoot9 der tyrannige volckeren sal u vreesen.

4

Want ghy zijt Ga naar margenoot10 den armen een sterckte geweest, een sterckte den nootdruftigen, als hem bange was: een toevlucht Ga naar margenoot11 voor den vloet, een schaduwe voor de hitte, Ga naar margenoot12 want Ga naar margenoot13 het blasen der tyrannen is als een vloet [tegen] eenen wandt.

5

Ga naar margenoot14 Gelijck de hitte in een dorre plaetse,

[Folio 13r]
[fol. 13r]

sult ghy de ongestuymigheyt der vreemdelingen neder drucken, [gelijck] de Ga naar margenoot15 hitte door de schaduwe eener dicke wolcke, sal het Ga naar margenoot16 gesangh der tyrannen vernedert worden.

6

Ende Ga naar margenoot17 de HEERE der heyrscharen sal op Ga naar margenoot18 desen bergh Ga naar margenoot19 allen volcken Ga naar margenoot20 een vette maeltijt maken, een maeltijt van Ga naar margenoot21 reynen wijn, Ga naar margenoot22 van vette vol merghs, van reyne wijnen die gesuyvert zijn.

7

Ende hy sal op desen bergh Ga naar margenoot23 verslinden Ga naar margenoot24 het bewindsel des aengesichts, daer mede alle volckeren bewonden zijn, Ga naar margenoot25 ende het decksel daer mede alle natien bedeckt zijn.

8

Ga naar margenootb Hy sal de doot Ga naar margenoot26 verslinden, Ga naar margenoot27 tot overwinninge, ende de Heere HEERE sal de tranen van Ga naar margenoot28 alle aengesichten afwisschen: ende hy sal de smaetheyt sijnes volcks Ga naar margenoot29 van de gantsche aerde wech nemen, want de HEERE heeft’et gesproken.

9

Ende men sal te dien dage seggen, Siet, Ga naar margenoot30 dese is onse Godt, wy hebben hem verwacht, ende hy sal ons Ga naar margenoot31 saligh maken: dese is de HEERE, wy hebben hem verwacht, wy sullen ons verheugen, ende verblijden Ga naar margenoot32 in sijne saligheyt.

10

Want Ga naar margenoot33 de hant des HEEREN sal op desen bergh rusten: maer Ga naar margenoot34 Moab sal Ga naar margenoot35 onder hem verdorscht worden, gelijck het stroo verdorscht wort Ga naar margenoot36 tot mist.

11

Ende Ga naar margenoot37 hy sal Ga naar margenoot38 sijne handen uytbreyden in het midden van haer, gelijck als een swemmer [die] uytbreyt om te swemmen, ende Ga naar margenootc hy sal Ga naar margenoot39 haren hooghmoet vernederen Ga naar margenoot40 met de lagen harer handen.

12

Ende hy sal Ga naar margenoot41 de hooge vesten Ga naar margenoot42 uwer mueren buygen, vernederen, [ja] Ga naar margenoot43 hy salse Ga naar margenoot44 ter aerde tot den stof toe doen reycken.

margenoot1
Dit is een lofsangh des volcks Godes, T.w. der gemeynte der geloovigen in het Nieuwe Testament.
margenoot2
Ofte, wonderlicke dingen.
margenoot3
D. van oudts af.
margenoot4
Ofte, trouwe.
margenoot5
Klarigheyts halven zijn de woorden deses vers in een weynigh andere ordre gestelt, dan sy in ’t Hebreeusch staen.
margenoot6
T.w. Babylon, ende voorts alle andere vyantlicke steden ende volcken, insonderheyt Romen.
margenoota
Iesa. 21.9. ende 23.13. Apoc. 14.8. ende 18.2.
margenoot7
Hebr. gestelt tot eenen steenhoop.
margenoot8
Verst. dat volck, dat hem tot u bekeeren sal, dat u uyt sulcke schrickelicke straffen, sal leeren vreesen en eeren.
margenoot9
Ofte, schrickelicke, geweldige, grouwelicke Heydenen.
margenoot10
Ofte, een sterckte der armen.
margenoot11
Ofte, voor de overvloeijende wateren, als Iesa. 4.6.
margenoot12
Of, doe het blasen der tyrannen was als, etc.
margenoot13
Hebr. de wint (ofte, als sommige, geest, D. toorn) der tyrannen, of der grouwsamen, of schrickelicken.
margenoot14
De sin is, Gelijck de hitte in een dorre plaetse door den regen haest gedempt wort: Alsoo heeft Godt door de wolcke sijner genadiger hulpe, door dewelcke hy sijne Kercke heeft willen verquicken, de ongestuymigheyt der vreemdelingen, D. der ongeloovigen ende der vyanden sijner Kercke, gedempt.
margenoot15
Siet bov. 4.6.
margenoot16
D. de vreught, blijdschap ende triumphe, die sy over de Godtsalige plechten te bedrijven.
margenoot17
Hier spreeck de Propheet, als oock versen 7, 10.
margenoot18
D. in de Christelicke Kercke, die door den bergh Zions wort afgebeelt.
margenoot19
Soo wel den Heydenen, als den Ioden, die hy door de predicatie des H. Euangelii tot sijne kennisse roepen sal.
margenoot20
Hebr. een maeltijt van vettigheden. Geestelicker wijse te verstaen, is dit, ende datter volght, te seggen, dat Godt sijnen uytverkorenen sijner overgroote genade in Christo sal deelachtigh maken, namelick de eeuwige vreught ende saligheyt, die hy ons boven in den Hemel heeft bereyt. Vergel. hier mede Psalm 22. versen 27, 30. Matth. 8. vers 11. ende 22.2. Siet de aenteeck. Psalm 36. op vers 9.
margenoot21
Of, gesuyverden wijn, D. daer geen heffe in en is: of, die van de heffe gesuyvert is, als stracks. And. die op de heffe light.
margenoot22
D. van vette wel-gemerghde beesten.
margenoot23
D. te niete doen.
margenoot24
Hebr. het aengesichte des bewindsels, of, decksels, bewonden, ofte, gedeckt, over, etc. ende soo in het volgende: ende verstaet de blintheyt ende onwetenheyt in Goddelicke ende Hemelsche saken, daer alle Heydenen in staken voor de verkondiginge des H. Euangelii. Siet 2.Corinth. 3.16.
margenoot25
D. daer mede aller natien, of aller Heydenen oogen des verstants bedeckt, ende als verblint zijn, aengaende Goddelicke saken. ’t Gene dat stracks te voren geseyt is, wort met andere woorden wederhaelt.
margenootb
1.Cor. 15.54.
margenoot26
D. hare macht benemen, alsoo dat sy over sijne uytverkorene te heerschen geene macht en hebbe, ofte haer van sijne liefde niet scheyden en kunne.
margenoot27
Alsoo heeft den Apostel dese woorden genomen 1.Cor. 15.54. And. in eeuwigheyt, of, eeuwighlick. Siet van’t Hebr. woort Psal. 4. op vers 1. ende 13. op vers 2.
margenoot28
T.w. van de aengesichten sijnes volcks. siet Apoc. 7.17. ende 21.4.
margenoot29
D. in alle landen.
margenoot30
T.w. Iesus Christus.
margenoot31
Of, verlossen, behoeden. Dit woort ende ’t laetste deses vers komen beyde van den Hebr. wortel, of oorspronckelick woort, daer het woort Iesus van komt.
margenoot32
D. in de saligheyt die hy ons te wege brenght. And. in sijne salighmakinge.
margenoot33
D. de macht. De sin is, Godt sal steets sijne Kercke beschutten ende beschermen. want door den bergh Zions wort hier de Kercke Godes verstaen.
margenoot34
D. alle vyanden ende vervolgers des volcks Godes.
margenoot35
T.w. onder den Heere, die hem vertreden ende verdelgen sal.
margenoot36
Verstaet hier door, het aldergeringhste stroo, ’t welck nergens anders toe en deught, dan om mist daer van te maken. And. vertreden wort op den misthoop. And. te Madmenah. Daer zijn twee steden van dien name geweest, de eene in Iuda, 1.Chro. 2.49. de andere in der Moabiten lant, Ier. 48.2. ’t Schijnt datter overvloedigh veel korens gewassen heeft, Ies. 10.31.
margenoot37
T.w. de Heere.
margenoot38
D. hy sal met gantscher macht sijne vyanden aentasten ende verdelgen, gelijck een swemmer sijne beyde handen uytstreckt om kloeckelick voort te swemmen.
margenootc
Ies. 16.6.
margenoot39
T.w. der Moabiten.
margenoot40
De sin is, Moab is hoovaerdigh van herten, ende in sijne handen is bedrogh, weshalven hy sich groote dingen inbeelt: maer Godt salse beyde te schande maken, soo de hoovaerdije sijnes herten, als de lagen sijner handen. Soo dat met hier beteeckent soo veel als mitsgaders. And. met sijne loerende handen. als of hy seyde, Met sijne handen, die daer op loeren, om de vrome te verscheuren, gelijck de leeuw op een proije loert.
margenoot41
D. de vastigheden uwer hooger mueren.
margenoot42
T.w. Moabs, D. der vyanden van Godes Kercke.
margenoot43
T.w. de Heere.
margenoot44
D. hy salse te gronde werpen tot in den stof.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken