Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xix. Capittel.

Prophetische weeklage over ’t quaet huyshouden ende den elendigen uytgangh der Koningen Ioahaz, Iojakim, ende Zedekia, mitsgaders over den ondergangh des gantschen lants van Iuda, onder de gelijckenisse van eene leeuwinne, leeuwen-welpen, ende jonge leeuwen: Item, eenen wijnstock met sijne roeden, etc.

1

Ga naar margenoot1 VOorder heft ghy een weeklage op over de Ga naar margenoot2 Vorsten Israëls,

2

Ende seght, Wat was Ga naar margenoot3 uwe moeder? eene Ga naar margenoot4 leeuwinne, Ga naar margenoot5 onder de leeuwen neder liggende: sy bracht hare Ga naar margenoot6 welpen op in het midden der Ga naar margenoot7 jonge leeuwen.

3

Sy toogh nu Ga naar margenoot8 een van hare welpen op: het wiert een jonge leeuw: die leerde Ga naar margenoot9 roof te rooven, Ga naar margenoot10 hy at menschen op.

4

Dit hoorden Ga naar margenoot11 de volckeren van hem, hy wiert gegrepen Ga naar margenoot12 in hare groeve: Ga naar margenoot13 ende sy brachten hem Ga naar margenoot14 met haken na Ga naar margenoota Egyptenlant.

5

Ga naar margenoot15 Sy nu siende, datse in hope was geweest, [doch] hare verwachtinge Ga naar margenoot16 verloren was, soo nam sy Ga naar margenoot17 een [ander] van hare welpen, het welck sy [tot] eenen jongen leeuw stelde.

6

Dese wandelde steeds onder Ga naar margenoot18 de leeuwen, wiert een jongh leeuw, ende leerde Ga naar margenoot19 roof te rooven, hy att menschen op.

7

Ga naar margenoot20 Hy bekende hare weduwen, ende hy verwoeste hare steden; soo dat het lant, ende Ga naar margenoot21 sijne volheyt Ga naar margenoot22 ontsett wiert Ga naar margenoot23 van de stemme sijner brullinge.

8

Doe begaven sich de Ga naar margenoot24 volckeren tegen hem rontom uyt de lantschappen; ende Ga naar margenoot25 sy spreydden haer net over hem uyt: in hare groeve wiert hy gegrepen.

9

Ende sy stelden hem in gesloten bewaringe Ga naar margenootaGa naar margenoota[b] met Ga naar margenoot26 haken, op datse hem brachten tot den Koningh van Babel: Ga naar margenoot27 Sy brachten Ga naar margenoot28 hem in vestingen, op dat sijne stemme niet meer gehoort en wierde op de bergen Israëls.

10

Ga naar margenoot29 Uwe moeder was als een wijnstock Ga naar margenoot30 in uwe stilheyt, geplant by wateren: hy was vruchtbaer, ende vol rancken van wegen vele wateren.

11

Ende Ga naar margenoot31 hy hadde Ga naar margenoot32 stercke roeden tot scepteren der heerschers, ende de Ga naar margenoot33 stamme elcker [roede] Ga naar margenoot34 wiert hooge tusschen de Ga naar margenoot35 dichte tacken: Ga naar margenooti ende Ga naar margenoot36 hy Ga naar margenoot37 wiert gesien door sijne hooghte, met de Ga naar margenoot38 menighte sijner tacken.

12

Maer hy wiert door Ga naar margenoot39 grimmigheyt uytgeruckt, [ende] ter aerde geworpen, ende de Ga naar margenoot40 ooste wint heeft sijne vrucht verdrooght: sijne Ga naar margenoot41 stercke roeden zijn afgebroken, ende [kolom] zijn verdrooght: het Ga naar margenoot42 vyer heeftse verteert.

13

Ende nu is hy geplant in Ga naar margenoot43 eene woestijne: in een dorre, ende dorstigh lant.

14

Daer toe is een vyer uytgegaen Ga naar margenoot44 uyt eene roede sijner rancken, [dat] sijne vrucht verteert heeft: soo dat aen hem geen stercke roede en is, Ga naar margenoot45 [tot] eenen scepter, om te heerschen. Dit is een weeklage, ende is tot een weeklage geworden.

margenoot1
Dit zijn de woorden Godts tot den Propheet Ezechiel.
margenoot2
Verstaet, de Koningen van Iuda, die de Koningh van Babel onder sijn jock gebracht heeft.
margenoot3
Verst. het huys, de stamme, ofte het Koninckrijcke vau Iuda, ende voornemelick Ierusalem, alwaer de Koningen haer hof, ende haren stoel hadden; ende van waer sy voortkomstigh waren. And. Hoe was uvve moeder eene leeuvvinne onder de leeuvven neder liggende!
margenoot4
Dat is, by eene leeuwinne te vergelijcken, T.w. niet alleen om de Konincklicke macht, ende weerdigheyt, die by de stamme Iuda was, maer oock om de stoutmoedigheyt, fierheyt, ende wreetheyt, die deselve stam dickwils in de regeeringe vertoonde.
margenoot5
D. in het midden van machtige Koningen, wreede volckeren, ofte Koninckrijcken woonende. Vergel. Nah. 2.11.
margenoot6
Verstaet door dese, de jonge sonen der Koningen, die staen metter tijt in de plaetse harer vaderen te komen. Hier nu wort gesproken van de sonen des Koninghs Iosia, die van de vromigheyt hares vaders gantsch afaerdigh geweest zijn.
margenoot7
T.w. die vry wat ouder, ende stercker zijn dan de welpen: gelijck af te nemen is uyt het volgende vers.
margenoot8
Namel. Ioahaz, die in de plaetse sijns vaders Koningh wiert, 2.Reg. 23.30.
margenoot9
Ioahaz wort hier beschuldight van roofgierigheyt, ende overlast, bedreven tegen de bygelegene volckeren, als de Egyptenaren: daer na van tyrannije, gewelt, ende bloetstortinge, oock tegens sijne ondersaten bedreven. Vergel. onder vers 6.
margenoot10
Vergel. Deut. 7. op vers 16. ende 31. op vers 17. Psalm 14. op vers 4. ende 27. op vers 2.
margenoot11
D. de Egyptenaren, gelijck te sien is in het eynde van dit vers.
margenoot12
Men schrijft dat de leeuwen in verborgene putten, ende oock met netten plegen gevangen te worden.
margenoot13
Siet 2.Reg. 33. versen 33, 34. Ierem. 22.11, 12.
margenoot14
D. met ketenen, die uyt vele schakelen, als uyt haken, bestaen.
margenoota
2.Reg. 23.33. Ierem. 22.11.
margenoot15
T.w. de leeuwinne, ofte moeder deses jongen leeuws, daer van gesproken is, boven vers 2.
margenoot16
T.w. van den gevangenen leeuw Ioahaz weder te krijgen.
margenoot17
T.w. Ioiakim, den broeder van Ioahaz, der leeuwinne van Pharao gegeven, ende toegelaten, om in sijns broeders plaetse te wesen, 2.Reg. 23.34.
margenoot18
Verstaet, Koningen, ofte volckeren, welcker wreetheyt, grouwsaemheyt, ende moordadigheyt hy na volghde. siet boven op vers 2.
margenoot19
Vergel. boven vers 3.
margenoot20
D. hadde vleeschelicke gemeynschap met de weduwen der gener, die hy t’onrechte vermoort, ende geweldelick verdruckt hadde. siet van het woort bekennen alsoo genomen, Genes. 4. op vers 1. Andere nemen het woort, Almenoth, het welcke vveduvven beteeckent, onder 22.25. voor Armenoth, D. palleysen, 2.Chron. 36.19. ofte, verlatene palleysen, als Iesa. 13.22. siet aldaer de aenteeck. ende dat met desen sin, Dat Iojakim oock de goederen der menschen, ja der machtigen, die hy verdruckt hadde, aengetast, ende gerooft heeft, tot dien eynde die besiende, ende kennisse daer van nemende.
margenoot21
D. dat het selve vervult, of, dat daer in is. alsoo Psalm 24.1. Iesa. 6.3. en ond. 32.15.
margenoot22
Of, vvoest ende eensaem.
margenoot23
D. van sijne tyrannige woedinge, ende verwoestinge.
margenoot24
Siet van dese volckeren, ende landen, 2.Reg. 24.2.
margenoot25
Siet boven op vers 4.
margenoota
2.Reg. 23.33. Ierem. 22.11.
margenoota[b]
2.Chron. 36.6.
margenoot26
Siet boven op vers 4.
margenoot27
D. haer voornemen was hem te brengen: maer dit hebben sy niet konnen uytvoeren, om dat hy op den wegh gestorven is, gelijck Ieremias voorseyt hadde, Ier. 22.18, 19. ende 36.30.
margenoot28
D. na Babel die seer sterck was, ende groote vestingen hadde, Ierem. 51.25, 53.
margenoot29
Siet boven op vers 2.
margenoot30
Dat is, soo lange als het Koninckrijcke in vrede ende fleur was: Ofte, als andere, soo lange als ghy den Koningh van Babel gehoorsaem bleeft. Anders, in u bloet, Dat is, in uwe geboorte, ende eerste voortkomste ter werelt. Vergel. boven 16.6. ende de aenteeckeninge.
margenoot31
T.w. de wijnstock.
margenoot32
Ofte, tacken, ofte, stocken der sterckte. Verstaet door dese de Koningen, ende Princen van den Konincklicken bloede uyt dewelcke de Koningen Iuda gemaeckt wierden.
margenoot33
Hebr. stature, ofte, hooghte, als boven 17.6.
margenoot34
T.w. soo lange als de zegen des Heeren over dien wijnstock was.
margenoot35
Verstaet door dese, de menighte van andere Heeren, Vorsten, ende aensienlicke des lants.
margenooti
margenoot36
T.w. elcke Koningh, die hier scepteren des heerschers genaemt worden.
margenoot37
D. vermaert, ende wijt beroemt.
margenoot38
Verstaet, het geheele rijcke, ende de macht des Iodischen volcks.
margenoot39
Verstaet, de rechtveerdige gramschap Godts.
margenoot40
Dese beteeckent hier den Koningh van Babel met sijn gantsche heyrleger, als boven 17.10.
margenoot41
Siet op het voorgaende vers.
margenoot42
T.w. der goddelicker wrake.
margenoot43
Verst. het lant van Babylonien, het welcke, hoe wel het in sich selven waterrijck, ende vruchtbaer was, nochtans den gevangenen Ioden was als een dorre, ende verdrietelicke woestijne: gelijck haren vaderen was geweest de woestijne door dewelcke sy reysden na het beloofde lant. Vergel. onder 20.35.
margenoot44
D. uyt den Koningh Zedekia, die met sijn rebelleeren tegen den Koningh van Babel, over sich, ende het geheele Ioodsche volck een grouwelick verderf gebracht heeft, 2.Reg. 24.20. ende 25.1.
margenoot45
Siet boven op vers 11.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken