Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Streven. Jaargang 13 (1945-1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Streven. Jaargang 13
Afbeelding van Streven. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van Streven. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.52 MB)

Scans (59.49 MB)

XML (1.99 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Streven. Jaargang 13

(1945-1946)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 79]
[p. 79]

Filmbespreking

Welke uitbreiding de literatuur in de wereld van morgen zal nemen weten wij niet met zekerheid. Maar dat de film van dag tot dag meer uitbreiding zal nemen kunnen wij met een absolute zekerheid vaststellen. Men kan er zich om verheugen of het betreuren. Maar het feit staat vast. De katholieken dan mogen ook in filmzaken niet langer ten achter blijven. Daarom deze korte filmbesprekingen.

 

***

 

Iets werkelijk sensationeels bracht de kinema ons nog niet sedert de Bevrijding. De groote films waar wij sedert jaren zoo ongeduldig naar uitzien (De Groote Dictator, Gone with the Wind, de nieuwe teekenfilms van Disney) werden nog niet voor het gewone publiek vertoond. Dat zal waarschijnlijk voor het winterseizoen zijn. Tot dan toe zal men zich moeten tevreden stellen met hernemingen van vooroorlogsche successen of films die hun loopbaan onderbroken zagen door de oorlogsomstandigheden (Fra Diavolo, Marie-Antoinette, De Citadel, Buffalo-Bill, De groote slingerdans, Quasimodo, De Oude Vrijster).

Het interessantste in wat wij tot hiertoe zagen van de nieuwe productie zijn de oorlogsfilms. Zij zijn van tweeërlei aard: de werkelijke documentairfilms en hetgeen men noemt de documentaristische speelfilms.

Tot de eerste soort behoort de bekende reeks van zeven films, uitgegeven door het Amerikaansch Ministerie van Voorlichting en gemonteerd door den specialist der Amerikaansche-comedies: You can't take it with you, New-York-Miami, Mr. Deeds, de knappe en talentvolle Frank Capra. De twee beste uit die reeks waarvan de titel luidt: Waarom wij vechten zijn ongetwijfeld de eerste: Voorspel tot den Oorlog, en de vierde: Battle of Britain. De eerste die op buitengewoon suggestieve wijze de tegenstelling in beeld brengt tusschen de democratieën en de totalitaire staten is een klassieke brok. Het is meer dan een gewone documentairfilm, het is een reportage van allereerste gehalte. Men heeft gezegd dat die film is wat een doordacht artikel uit een revue van een banaal dagblad-artikel onderscheidt. Het is zeer juist gezegd. En tegenover heel de reeks zinken de beste Duitsche oorlogsdocumentaires in het niet. Amerika heeft hier eens te meer 'the biggest in the world' gepresteerd. Tot die soort behooren ook de Russische documentaires: Stalingrad en Een Dag Oorlog in Rusland; en verder ook: Desert Victory en Tunisian Victory, de eerste films die wij hier zagen na de Bevrijding. Wij zullen er ook nog Fighting Lady moeten bijvoegen, de grootsche film over een Amerikaansch moederschip, die zoo pas in het land gelanceerd wordt.

Tot de tweede soort behooren Air Force en Konvooi voor Rusland, het geweldigste tot hiertoe verwezenlijkt in zake luchtvaart- en zeevaartfilms. Beide films bevatten insgelijks anthologische deelen. Tot die soort behooren ook de minder grootsch gemonteerde films, zooals De Vloot zegepraalt (het duikbootwapen) en de in de Vereenigde Staten zoo fel geprezen film Het Leven gaat verder (het dagelijksch leven in het vaderland), alsook de ietwat simplistische en bombastische, maar volksche en door en door gezonde Sergeant York met den sympathieken Gary Cooper in de hoofdrol. Een speciale vermelding verdienen de Engelsche oorlogsfilms. Zij zijn minder op sensatielust berekend dan de Hollywoodsche producten. Zij zijn ook minder vlot van factuur, maar zij zijn, wat de détails betreft, zorgvuldig uitgewerkt en zuiver-menschelijker. San Demetrio en de in technicolor verwezenlijkte Western Approaches zijn typisch in dit opzicht. Ook Noël Coward's In which we serve is specifiek Engelsch. Maar de meest diep-menschelijke is de op zoo sobere wijze weergegeven verheerlijking der plichtsvervulling The Way ahead, misschien wel de best geslaagde van al de oorlogsfilms. En laat ons Leslie Howard's laatste creatie, Pimpernel Smith, met de talrijke geestige en satirieke zetten, niet vergeten en volledigheidshalve ook nog vermelden Gentle Sex, Ten dienste van Anderen en One of our Aircraft is missing, een hulde aan den weerstand onzer Noorderburen. Van de tot diezelfde soort behoorende Russische film, De Regenboog, naar den gelijknamigen roman van Wanda Wassilievska, kunnen wij alléén zeggen dat zij aangrijpende tooneelen bevat (het is de meest realistische van al de oorlogsfilms) evenals eenige mooie foto-opnamen, maar dat het geheel ons toch onbevredigd laat. Wij hadden een sterkere montage gewenscht en een betere kwaliteit wat de pellicuul betreft. Toch zullen één of twee beelden van een schrijnende menschelijkheid in ons blijven voortleven.

 

***

 

Zooals hierboven gezegd, zagen wij nog maar weinig werkelijk belangwekkende speelfilms. De besten die wij totnogtoe

[pagina 80]
[p. 80]

zagen waren, ons inziens: Mijn Vrouw is een Heks, een juweeltje van den thans in Amerika werkenden Franschen kineast René Clair, Trots en Vooroordeel (Pride and Prejudice), een wel wat langdradige maar uiterst verzorgde film, naar het in Engeland klassiek geworden boek van Jane Austen, en Ons Dorp, een verwezenlijking van Sam Wood, waarvan wij Good Bye, Mr. Chips niet vergeten zijn, en die het prototype is van de moreel gezonde film, die tevens op echt filmische kwaliteiten kan bogen. Ziedaar de 'nec plus ultra'. Nog enkele andere zijn er die, zonder de hoedanigheden der drie bovenvermelde te bezitten, toch, elk in haar genre, de moeite waard zijn: De Weerspannige Doode, met een plezierig origineel thema; Rebecca, naar den populairen roman van Daphné Du Maurier; Remember the Day, een sentimenteele film van Henry King; De Jeugd van Tom Eddison, gechargeerd, maar volksch en onderhoudend; een paar Deanna Durbin-films en Abe Lincoln, wel wat te zeer praatfilm, doch ongemeen verheven van strekking. Elizabeth van Engeland en Hitchcock's Shadow of Doubt, die verschillende weken in het Paleis van Schoone Kunsten te Brussel liep, zagen wij nog niet. Ook Laurence Olivier's verfilming in technicolor van Shakespeare's Henry V kregen wij nog niet te zien. Daarover later.

 

***

 

Fransche films zagen we nog niet veel. Comédienne was van zuiver filmisch standpunt niet zoo kwaad, maar van moreel standpunt niet altijd aanvaardbaar. Het blijft, helaas! het geval met de meeste Fransche films die in de hoofdstad vertoond werden, zooals: Pontcarral, La Fille du Puisatier, een nieuw werk van Marcel Pagnol, en Les Visiteurs du Soir van Carné, 'grand prix du cinéma français', die allen aan een gevormd publiek voorbehouden blijven. En dan spreken wij liefst niet van Malaria en Macao. Natuurlijk waren er ook wel onschadelijke films, zooals Patricia, Adémaï, bandit d'honneur, Le Ciel est à vous en Premier de Cordée, maar die dan filmisch weer minderwaardig zijn. Van Notre-Dame de la Mouise wordt beweerd dat het een ernstige poging is in de richting van de katholieke film, hoewel er technisch ook weer heel wat op aan te merken valt. Wij hebben de film nog niet gezien. Wij hopen dat zij weldra in het Vlaamsche land zal vertoond worden. Van Henri Bordeaux Neige sur les Pas en Sardou's Madame sans Gêne werden nog bewerkingen gemaakt. Maar het zal wel niet heel veel met filmkunst te maken hebben!

 

***

 

En bij ons? Hoe ver staat het met de nationale filmindustrie? Wij kregen Soldats sans Uniforme, een film ter eere van de weerstandsbeweging, waarmede tijdens de bezetting een aanvang genomen werd. Men kondigt Barak I aan en men spreekt van een bewerking van Conscience's Baas Ganzendonck. Het meest nog strekt ons tot eer de door André Cauvin verwezenlijkte film Kongo, welke door een der grootste Amerikaansche filmhuizen over heel de wereld gedistribueerd wordt en aldus op schitterende wijze de belangen van onze kolonie dient. Er is ook spraak van teekenfilms in het land te vervaardigen. Er zou er reeds een klaar zijn. Maar met Disney en met Fleischer zullen wij nog niet zoo vlug kunnen concurreeren!

 

***

 

Ziedaar een kort overzicht van de huidige filmwereld. Wellicht werd de opsomming wat saai. Het was echter onmogelijk hieraan heelemaal te ontkomen in deze inleidende bespreking waarin wij een totaal beeld wilden schetsen van de productie der laatste jaren.

Voor een uitgebreider kritiek van de moreele waarde der aangehaalde films verwijzen wij naar de filmleiding in de dagbladen. Dit mogen we in elk geval wel zeggen: moreel gesproken staan we er niet zoo slecht voor. De Amerikaansche en Engelsche films zijn doorgaans gezond, de Fransche film is weliswaar dikwijls lichtzinnig en zwoel en de Russische erg realistisch. Maar we zijn verlost van het gevaarlijke Duitsche heidendom dat triomf vierde in zoovele films, onder andere in De Gouden Stad, Munchhausen, Het Bad in de Schuur, Ich klage an, enz.

In volgende besprekingen zullen wij ons tot twee of drie der merkwaardigste filmen beperken en hierover wat langer uitweiden, zonder nochtans de algemeene ideeën die deze besprekingen zullen leiden, uit het oog te verliezen. Een filmkroniek in de journalistieke beteekenis van het woord moet de lezer echter niet verwachten. We richten ons tot intellectueelen die zich voor de film interesseeren en niet tot filmmaniakken. Het is er ons enkel om te doen, om in het licht van gezonde aesthetische en katholieke principes het filmleven schetsmatig, maar toch zoo precies en zoo volledig mogelijk te volgen en te beoordeelen.

P.E. Oyen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken