Streven. Jaargang 86
(2019)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 574]
| |
Walter Weyns
| |
[pagina 575]
| |
ten maar al te goed hoe moeilijk het is om van schaamrood af te geraken. Maar dat schaamte ons als vanzelf overvalt, toont enkel dat wij het aanleren ervan niet herkennen als een leerproces. Het vindt zo vroeg in het leven plaats en het is zo fundamenteel voor het groepsleven dat het natuurlijk lijkt. Schaamte is dermate noodzakelijk en alomtegenwoordig, schreef Helen Lynd, dat we het vaak niet opmerken; het is als water voor de vis. Ook Erving Goffman wees erop dat schaamte deel uitmaakt van alle interacties. Niet omdat iedereen de hele tijd gebukt gaat onder gevoelens van schaamte - dat zou te gek zijn - maar omdat iedereen bij het aanknopen van interacties anticipeert op een mogelijke afwijzing en daarom z'n best doet om het niet verkeerd aan te pakken. Schaamte is de lijm die het sociale weefsel bijeen houdt - ten goede en ten kwade. Niets is sociaal zo desintegrerend als schaamteloos weigeren rekening te houden met andermans verwachtingen of gevoelens. Schaamte kleeft ons vast op onze plaats, houdt ons waar we behoren te zitten. ‘Schaam je’, hoort het kind als het iets verkeerd doet, en als het meezit leert het haar lesje en past het in het vervolg op haar tellen. Een dosis schaamte is functioneel onmisbaar en er zit beslist iets in de moraliserende verzuchting dat een maatschappij aan schaamteloosheid ten onder kan gaan. Maar diezelfde onmisbare lijm die de sociale orde vormgeeft, kan het leven danig bemoeilijken of waardeloos maken. ‘Schaam je’ hoort het kind. Dit keer deed hij niets verkeerd. Hij kan gewoon niet beter. Of hij weet (nog) niet wat van hem wordt verwacht. Of er wordt simpelweg niets van hem verwacht, niets dan zich gedeisd te houden, te doen alsof hij er niet is. Dit ‘schaam je’ fungeert niet als vermaning, het is veeleer een vloek: ‘niets waard ben je’ Wie kampt met diepzittende gevoelens van schaamte werd in zijn leven de spiegel voorgehouden dat hij er niet helemaal bij hoort - niet om wat hij verkeerd deed, maar om wat hij is (of niet is). Schaamte is geen onschuldige lijm. Zij houdt de sociale orde overeind, maar dan wel met inbegrip van alle ingebakken onrechtvaardigheden. Sociale bevrijding, van welke aard of groepering dan ook, gaat altijd gepaard met een moeizaam en vaak onbegrepen gevecht tegen schaamte. Vaak sleept deze strijd - die een herwonnen trots en dus een zelfoverwinning op het onwaardige, oude zelf impliceert - nog lang aan nadat de strijd om gelijkberechtiging formeel al gewonnen is. Het is alsof het oude, beschaamde zelf nog niet helemaal kan geloven dat de sociale orde veranderd is. En alsof de oude orde pas helemaal zal zijn verdwenen wanneer iedereen - ook de elite van mannen, witten, hetero's, kolonisten en westerlingen - ten minste voor één keer het onzalige gevoel heeft gekend zich te moeten schamen voor wie hij is, of toch minstens voor wat hij gedaan heeft. |
|