Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Letteren. Jaargang 4 (1894)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 4
Afbeelding van Taal en Letteren. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

Scans (7.66 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Letteren. Jaargang 4

(1894)– [tijdschrift] Taal en Letteren–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina VII]
[p. VII]

Register.

(Taalkunde.)

Aanhalingsteekens (Gebruik v. -) 173
accent (dubbel -) in Nederl. woorden 225-227
accentverspringing (oorzaken v. -) 226
-achtig (accent) 226
Akteon = hoorndrager 209
analogiewerking 190
allitteratie 170
Anne (St. -) 60-64
Bard 5
bepaling van gesteldheid 6, 79, 168
Berrigton, English Expressions 128
beschaafde spreektaal (werkw. vormen der -) 96-104
beter 175-176, 354
beterder 175, 354
bezielen 166
bijvoeglijknw. (Verbuiging van 't -): critiek 235-236
bijvoeglijknw.: Karel de Stoute e.d. 235
bijvoeglijknw.: purper:purperen? 236
boeketaal en volkstaal 82
bok bok stavast 203
buigingsuitgang in ‘Hij is de gelukkigste’? 107
Chinaasappel en sinaasappel 224
Christennaam = de Christenen 76
citer 6
cocu 183
comparatief 175
cornard 204
cornelius = hoorndrager 204, 208, 210
cuckold 182
D' voor den: bij dichters 69
dat: voegwoord 5, 359, 171
deminutief (stapje, steuntje) 169, 170
den: spelonk (XVIIde eeuw) 268, 379
denne = verdek 268
denne = zoutzolder 268
dialect (Antwerpensch -) in 't Zuid-Nederl. leerboek 300
dialecten (Indeeling der Zuid-Nederl. -) 289-294
Dingsdag (De etymologie van -) 224
Dinsdag (De spelling -) 223-224
doorslaan 166
duizelend 76
Durandus op 't voorhoofd 208
E, ee: uitspraak 291-293, 295, 298
e, ee: in Vlaanderen 313
ee: uitspraak in 't Zuid-Nederl. Leerboek 298
eens (modaal) 169
eerst (versterkend) 167
eigennaam (Waanzin als -) 73
emmer 191
enkelvoud als meervoud 169
Fee (als een -) 166
F en T (graphisch) 215
feest 166, 168
fout (Onze heele taal is -) 238-239
Gastebod 56
gebeteren 176
gebiedend 79
gelegen = gelegd 240
geographische naam in woordspel 204
gepel (Mnl.) 191

[pagina VIII]
[p. VIII]

geslacht 80, 137, 168, 171
geslacht: het en de tegelijk 234
geslacht: in de spreektaal 234
geslacht: in 't Zuidnederlandsch 314-316
geslacht: dat niemand het kent 235
geslacht: dat de auteurs het niet kennen 230-231
geslachtsregeling (Critiek van de -) 228-235
geslachtsregeling (Vereenvoudiging van de -) 313-316
geslacht: bij Da Costa 68, 69, 176
geslacht: (Multatuli over 't -) 231
gesprek (bij De Génestet) 173
gij, ge 340
Gittée's meening over 't Vlaamsch 324-327
grammatica = schrijftaalgebruik? 230, 231, 235, 236
grammatica (Die niet aan de -) denkt, doet 't vanzelf goed 239
grammatica (Critiek op de -) van Terwey 107
grammatica (Critiek van de -) 83-86, 89-94, 95, 104, 217-244, 246-247, 317, 339-346, 364.
grammatica (Andere methode v. -) 83, 86-89, 94-95, 104
grammatica (De Nieuwe -) 83-105, 339-346
grammatica (De -) van Van Helten 84
grammatica-kundigen (Consequenties van de -) 238-239
grammaticale kennis onnoodig 220
grammatica-makers (Manier van de -) 237
Haan (de roode -) 108-111, 273-275
Haan (roode -) = lont 110
Haan (de -) op den toren 274
haard (de -): als symbool 167
habere - hebben 191
hahnrei (Critiek v. Dungers verklaring van -) 210-215
hamer (onder den -) brengen 305-306
hamer (voorzitters -) 305
hand = gezag 79
hanerey 209, 210, 211
haneschachten (met -) kronen 211
het gelukkigst en de gelukkigste 105-111
heur - haar 166
hielbeslag (bij Staring) 215
hooren (Het -) in het Taalonderwijs 225
hoorn: overdrachtelijke beteekenissen 271-272
hoornbeest = hoorndrager 206
hoorndrager 177-185
hoorndrager: van de kornet? 185
hoorndrager: Critiek op Dungers verklaring 210-215
hoorndrager = overspeler? 206-207
hoorndrager (Namen voor den -) 208-209
hoornen: symbool v.d. bedrogene 208
hulpwerkwoorden (Over de -) 23-27
Idioom (dichter -) 68, 69, 76, 139, 166, 169
ijver 70
imperatief (bij Da Costa) 77
interpunctie 10
interpunctie behoort op den klank te berusten 227-228
interpunctie (Dr. Muller over -) 228
Ja 166
Jan (dubbele -) 184
Jan Gat 184, 207
Jan Hen = hoorndrager 184
je: onbep. voornw 57-60
jegens en tegen 244
Jeroem (t is -) 192

[pagina IX]
[p. IX]

je roeme ('t is -)? 192
Kestebo 56
kiekie, kiekje = photographie 270
Klank (Bilderdijk over Taal en -) 34
klassieke (De -) invloed op onze Syntax 246
kleen - klein 169
klein, klein zijn, kleinhouden 168
kloknaald (Da Costa) 69
Kluge-Kern, Voorgeschiedenis van 't Germaansch (B.H.) 189
koeien met gouden hoorns 275
koekoek = overspeler 183-184
koekoek = hoorndrager 177-185, 203-215
  : de uitdrukking a.d. Grieken ontleend 185, 203
kosten = gelden (plaatsen) 202
kostje (dat -) = dat gaat 202
krokodilletranen 307-308
Lasterlijk = godslasterlijk 80
Latijn (Invloed v. 't -) op onze Grammatica 246
leesteekens (Over -) 168
leesteekens (Lezen naar de -)? 227
levende Nederlandsch ('t Werkwoord in 't -) 96-104
lidwoord (Ontbreken van 't -) 73
liggen en leggen 240
-loos 68
May, Zur Stammkunde der deutschen sprache (Uhlenbeck) 126
Meervondsvorm op -en 138
meervondsvorming: critiek 237
men: onbep. voornw 57
menschen (de -): onbep. voornw 57
mes (op 't -) spreken 248
methodologie (Toegepaste nieuwe) 83-104
Mijn in ‘mijn jongen’ 170
modaliteit 24, 25-27
moedertaalbegrip (Ons dwaze -) 216-221
moedertaalbegrip (Het nieuwe -) 240
Multatuli over ons taalonderwijs 244
Museum 72
Naam (= roem) 142
naam = nomen = populus 76
nauw = nauwelijks 79
n-declinatie bij dichters 68-69
Nederland (De dialecten in Zuid-) 289-294
Nederlandsch ('tZuid-) in de spraakleer 298-302
Nederlandsche (De Vlamingen en de -) Taal 281-302, 313-328
Nederlandsche (De Vlamingen en de -) Taal: Gittée's meening 324-328
n-vorm in nominatief bij dichters 68
nu dat 171
O en oo (uitspraak) 291-293, 295, 298
ontleding (Over Redekunstige -) 355-364
oorlogsfakkel 80
Particularisme (Strijd tegen het Taal-) 326-327
particularisten (Karakteristiek der Taal-) 321-322
particularisten (Theorie der Taal-) 321-322
particularisten (Strijd tegen de Taal-) 323
plaatsbepaling en tijdsbepaling: parallel 139
plooi: ernst 166
poppe-reus 248, 346
praedicaatsadjectief: verbogen 107
prins (met den -) over de Maas 276
punctuatie 5, 10, 227, 228
purisme in Vlaanderen 324
Reusàchtig en dwèrgachtig 226
Ries, Was ist Syntax? (Talen) 245
rotelen en ratelen 71
Schalk 166
scherminkel 184
schrijftaal en spreektaal 283

[pagina X]
[p. X]

simplicius = hoorndrager 208
sneukelen 211
spelling (De etymologie en de -) 223
spelling en uitspraak 76
spelling (Over -) in verband met het dialect 291-293, 295-298
spelling (Bilderdijk over Conventioneele -) 224
spelling (Jan Bols over de -) 287
spellingvereenvoudiging (De -) 281-303, 313-328
spitsen (de ooren -) 69
spreektaal (Over -) 216-221
spreektaal (Wat is de beschaafde -)? 284-285
spreektaal (De beschaafde -) niet eenerlei 240
spreektaal: Ieder beschaafde schrijver de zijne 240
spreektaal (Beschaafde-) in Vlaanderen? 321
spreektaal (Het werkw. in de -) 96-104
spreekwoorden en zegswijzen:  
  Van den os op den ezel 29-33
  Daar loopt wat van St. Anna onder 60-64
  Koeien met gouden hoornen 275-277
  Met den Prins over de Maas 276
  Den rooden haan laten kraaien 108-111, 273-275
  Job 71
spreuk = dichterlijke beschrijving (bij Da Costa) 71
staan (bekend -) en schuldig staan 139
staan (gebruik v. -) bij Da Costa 139
stoof = tronk 264
superlatief met het en de 105-108
superlatief (praedicatieve -) zonder het of de 107-108
syntaxis (Wat is -)? 245-248
syntaxis: critiek van de grammatica 241
syntaxis: wie zondigen er tegen? 243
Taal (We verleeren op school onze -) 244
taal van dichters: die onderwijzen? 241
taal (Cats en de -) 264
taal (Volks- en boeke-) 81
taal (De -) der XVe eeuw moet bestudeerd 118
taalbegrip (Een document van -) 287
taalfabrieken 298-301
taalfout (Het moderne begrip -) 216-244
taalgeleerden 317
taalkundigen (De -) 125
taaluniformisme (Niet meer het -) der Congressen 240
taalverandering 316
taalverbastering? 175
taalvergelijking op de Lagere School 95
talen (Indeeling van de -) 22
tegenwoordigheid (bij Huygens) 303
temet 166
ter = tot = als 5
thands: in 't rijm 76
toelachen 166
tot en met 243
trede of tred? 69
Treitel, Sprachstörungen (Talen) 309
tresoor 72
tweetaligheid (De -) van Vlaanderen 326
U ('t voornaamw.) 341, 344
u: 3e persoon 341, 344
uitspraak van e, ee, o, oo in Noord-Nederl 395
uitspraak van e, ee, o, oo in Vlaanderen 298-300
Vergelijking (Trappen van -): critiek 237

[pagina XI]
[p. XI]

vidimus (Bredero, Huygens) 312
Vlaamsch (Bastaard -) 325
Vlaamsch (Het -) v. Conscience e.a. 325
Vlaamsche (De -) beweging 318-319
Vlamingen (De -) en de Nederlandsche Taal 281-302, 313-328
Vlamingen (De -) en de Hegemonie van 't Noorden 320-324, 324-328
Vlamingen (De -) nog onmondig 326
vleugje 165
voegwoord: nu dat 171
voegwoord: (grammatisch verbindend -): dat 359
voegwoord (Het -) met beteekenis 360
volglust 211
voorgermaansch (Opmerk. over -) 191
voornaamwoord (Het betrekkelijk -): critiek 236-237
voornaamwoord (Het -) U 341, 344
voornaamwoord (Het bezittel. -): verbuiging 34
  (We, je en ze als onbepaald -) 57-60
We: onbep. voornw 57-60
werkwoorden (Vorm en indeeling der -): critiek 83-104
werkwoorden (De vormen der -) naar nieuwe methode 96-104
  (Sterke -): Indeeling 86-89
  (Over onregelmatige -) 85-86
werkwoorden: 3e pers. bij U 341, 344
werkwoorden: zijt en waart 340, 341
werkwoorden: werd en wierd 342
werkwoorden: -e, -de, -te voor -en, -den, -ten 100, 101
werkwoorden met d 98, 99, 103
werkwoorden met cht 99, 103
werkwoorden met liq. of n + d 98, 99, 103
werkwoorden met st 103
werkwoorden: de ‘stammen’ 344-345, 345, 346
werkwoorden: is er een hoofdstam? 342,344-345, 345-346
werkwoorden wien en dien 138
werkwoorden wihot 182
wijs (De Aanvoegende -) in 't levende Nederlandsch 103
wijs (De gebiedende -) in 't levende Nederlandsch 104
woestijnier (Da Costa) 72
woordekeus (Over -) 243-244
Wright, Primer of the Gotic Language 311
wrochten 68
Ze: onbep. voornw 57-60
zesthalven (een zakje -) = f 275 192
zin (De ontleding v.d. samengestelden -) 355-364
zin (De zelfstandige -) 359, 361, 362
zin (De bijvoeglijke -) 360, 361, 362
zin (De bijwoordelijke -) 360, 361, 362
zin (Bij -) van reden met dat 5
Zuid-Nederlandsche (Over -) dialecten 314-316
Zuid-Nederlandsche (Van Beers en de -) uitspraakleer 298, 299-301
zwerk 138

[pagina XII]
[p. XII]

(Letterkunde en onderwijs.)

Abstractie (Over -) 82
accentueeren 68-80, 166-167, 168, 169, 170, 171, 172, 173
achttiende eeuw 330-331
achttienhonderddertig (De tijd van -) 131-133
anarchie en beginselloosheid 44
anarchie en opportunisme 44
anarchie in 't onderwijs 44
anarchisme en atheïsme 43, 44
anarchisten: de menschen van onzen tijd 43-44
apokryphe boeken 8
Apollo's Marsdrager: Epigram daaruit 205
arke des verbonds 41
Beeld en Figuur: het Echte 76-79
Bellamy's opvatting van Jezus Zoendood 253
Bilderdijk over ‘Taal en klank’ 34
Bilderdijk de Profeet 43, 45
Bilderdijk de Strijder 42-43, 45, 46
Bilderdijk (M.C.v. Hall over -) 146
Bilderdijk (Anecdòte van -) en Feith 150
Bonebakker, Van Sente Brandane (B.H.) 380-384
Bredero's populariteit 277
Da Costa als dichtertype 35-36, 40-41, 47-49, 140, 141, 142
Da Costa en de Vriendschap 49-51
Da Costa 's jeugd 36-41
Da Costa 's jongelingsjaren 41-47
Da Costa en Israël 38-41, 46, 52, 53, 54-55
Da Costa en God 41, 51-53
Da Costa 's ‘bekeering’ 35-56
Da Costa en Bilderdijk 42, 45, 49, 50, 53, 141
Da Costa en Christus 53-56
De Costa's taal (poëzie) 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 139
Da Costa als Homerusminnaar 73-74
Da Costa 's Bezwaren 130-133
Da Costa 's Poëzie v. 1821-1840 129-143
Da Costa, Hecker en Calisch 133-137
Da Costa's Hagar: overzicht 65-67
Da Costa's Hagar: Exegese 75-200 68-81
Da Costa's Hagar: Drievoudige lezing van 105-151 Hagar 71-79
Da Costa's Ontboezeming: Exegese 129-143
Da Costa, Aan Calisch 137
Da Costa, (Een zeldzame plaats bij -) 139
De Génestet's Haantje v.d. Toren: 159-174
  Algemeene beschouwing 159-164
  Exegese en nadere beschouwing 164-174
  titel van 't gedicht 172
  't Gedicht verklaard uit Morgen bij de Duinen 163
  's Leekedichtjes en hun tijd 365-372
Dichter: wat het Da Costa was 79, 140, 141, 142

[pagina XIII]
[p. XIII]

dichter (Een kijk in de ‘werkplaats’ van een -) 163
dichteridioom 68, 69, 71, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 139
dichterlijk aanschouwen 140
dichters (Over -) 372
dichtervriendschap 47-50
Elckerlyk en Everyman: verhouhouding 112-125
Elckerlyk: critischeuitgave noodig 118, 123-125
Elckerlyk: vergelijking 119-121
Elckerlyk: stand van de questie 121-123
Elod (bij Staring en Feith) 8
Exegese (Proeven van -) 1-10, 65-83, 129-145
Exegese (Drieledige -) van Hagar 105-151 71-79
Feith (Over -) 145-157, 193-202, 249-263
Feith zijn tijd 1-4, 130-133
Feith en zijn tijdgenooten 1-4, 148-149, 150-151, 152-153, 258-263
Feith en de philosophie: Kant 150-151
Feith en de Nederduitsch Herv. Kerk 259-261, 261-263, 1-4
Feith: zijn Christendom 261-262
Feith en de Vrijheid 262-263
Feith: zijn Vaderlandsliefde 197-202
Feith: zijn Sentimentaliteit 193-195, 199-202
Feith: zijn Correspondentie 152-153
Feith: zijn beteekenis 263
Feith en de volkstoon 257-258
Feith: zijn Romances 256
Feith: zijn religieuse taal 257-258
Feith: zijn religiositeit in de treurspelen en de gezangen 249-256
Feith: de treurspelen 249-251
Feith: zijn oudejaarslied 254
Feith: zijn Alexandrijnen 195-196
Feith (Een bezoek aan Boschwijk en -) 147-157
Feith: zijn voorkomen en uiterlijk 148, 153
Feith: zijn gemoedsgesteldh 154-156
Feith: een man van tegenstellingen 156
Feith: zijn gastdisch 156
Feith de dierenvriend 148, 150
Feith over zijn mededichters 153-154
Feith en Oranje 153-154
Feith zijn oordeel over de Zwolsche heeren 152
Geestelijke wereld (De realiteit der -) 111
Gelderland (Het wapen van -): een glas 270
Gerhard, Steilschrift 310
gnome (Staring, Beets, De Génestet) 70
Goël 137
Hecker (Over -): 133-135
  zijn Dichterlijke Mengelingen 133
  zijn sympathieën 135
  zijn antipathieën 135
  zijn denkbeelden over Rijm en Onrijm 133
  Hippokreen-ontzwaveling 133-135
  de twist daarover 133-135
  Quos Ego! 135
  de Zeventiende Eeuw 133, 135
Helmers Hollandsche Natie 351-353
Helmers onkerkelijkheid 260
hielbeslag (Staring) 27
Homerische vergelijkingen 73, 74, 75
huiselijkheid (De -) van onze poëzie 351-353
humor (Over -) 11-22
humor (Definities van -) 13-14
humorist (Karakter van den -) 17-18

[pagina XIV]
[p. XIV]

humoristische effecten (Staaltjes) 11-13, 16, 18, 20-21
Huygens en Cervantes 128
Huygens Scheepspraet 188
Huygens (Plaatsen bij -); in:  
  Een ghemeen soldaet 248, 346
  Een dwergh 248
  Hofwyck 1023, 1240 265, 266, 373-375
  Costelick-Mal 176-179 267, 375-376
  Voorhout 121-124, 8 267-269, 303-305, 376-377
  Cluyswerck 338 269-270, 378
Hymne 7
Idee - stijl - techniek 174
idylle en idyllisch 66
instinct 34
intellectualisme 28
interpunetie in Middelnederlandsch 383
intuïtieve wereldbeschouwing 140
Issa = Jezus 79
Jonckbloet, Multatuli 186-188
Camera Obscura: humor 13, 18
Camera Obscura (De -) in België 281
Katholicisme 49, 51, 55
Cats en de volkstaal 264
Kelle, Geschichte d. Deutschen Litt. bis mitte XI Jhts. (Gallée) 127
Kerk (Feith, Bilderdijk en de Nederd. Hervormde -) 146, 149, 258-262
Christendom (Wat is het -)? 53
Chronologie (Belang der -) in Litteratuur 129-130, 137, 143
Klassieke Studiën (De Bosch Kemper over de -) 144
Complexiteit van het oudste Cultuurleven 28
Kooistra, Zedelijke Opvoeding 311
Coq-à-l'âne (Erasmus, R. Visscher) 32
Critiek (Over -) 278
kunst (Over de nieuwe literaire -) 279
Langendijk (Plaats bij -): zakje zesthalven 192
Leekedichtjes (De -) v. De Génestet uit hun tijd verklaard 365-372
leeskunst 68, 69, 71, 73, 75, 76, 77, 78, 79, 80
leesteekens (Over -) 165
liefde (De huwelijks -) in Nederl. dichters 335-338
litterairisch (Oefening in -) 129-130, 137, 143
litteratuur-beoefenen (Methode v. -) 186-188
Logeman, Elckerlyck en Everyman (Kalff) 112-118
Maerlant en de Middeleeuwen 364
Middelnederlandsche teksten uit te geven (Over -) 380-384
mooi en waar 139
Multatuli 186-188
Natuur (De -), de eigen ziel en geen derde 158
Nederduitsche Hervormde (De -) Kerk en Feith 258-262
negentiende eeuw (Te groote voldaanheid over onze -) 144
negentiende eeuw (De mensch van de -) 157-158
Nieuwe Gids (De -) 279
Nieuwe Tijd (De -) 279-280
Nieuwe en Oude tijd 43
Nieuwe-Testament questie 33
Noord-Nederland en Zuid-Nederland 321-322
Onderwijs (Anarchie in ons -) 44
Onderwijs (Ideaal -) 158
Onderwijs (Over Taal-); passim: 216-244

[pagina XV]
[p. XV]

onderwijs (Multatuli over ons Taal-) 244
onderwijzer (De studie van den -) 78-79
Oudejaarsavondlied (Het kerkelijk -) en zijn tijd 3
Paard (Beschrijving van het -): Job, Da Costa, Ten Kate 70
paracleet 80
paraphraseeren  
  Staring, Bij 't Graf van Feith 1-10
  Da Costa's Ontboezeming 129-143
phraseologie (Over -) 125
poespas voor onderwijzers 7
poëzie (Over -) en dichters 35, 47-49
poëzie (Oefening in 't lezen van -) 68, 69, 71, 73, 75, 76, 77, 78, 79, 80
poëzie en sympathie 151, 153
poëzie en menschelijkheid 151
Renaissance (De Bosch Kemper over de -) 144
rhetorische vraag: bij Da Costa 78
romans (Onderwetsche -) 14-15
romantiek (Hecker over de -) 133-135
rhythmen bij Da Costa 68, 69, 71, 77
Salem = Jerusalem 136
Silo = Messias 39
Silo = de stad 39
sporen dragen (mode ± 1835) 27, 215
spreuk = gnome 70
spreuk = dichterlijke beschrijving (bij Da Costa) 71
Stad Davids 72
Staring en Bilderdijk 9
Staring en Feith 4, 6
Starings Verjongingskuur (Plaats in -) 27, 215
Starings (Opmerkingen over puntdichten van -) 2
Taalexamen (Critiek van het Onwijzers) 23
taalonderwijs in Vlaanderen 319-320
teksteritiek (van -) 381
teksten (Reconstructie van -) 382
teksten uit te geven (Over Middelnederlandsche -) 380-384
tekstverklaring (Proeven van -) 68-73, 73-76, 76-79
Thirza (bij Staring en Feith) 8
Tijd (De -) van v.d. Palm en Feith 1-4, 131-133
Van Haren (Onno Zwier -) en zijn eeuw 332
Van Haren en het volk 332-334
Van Haren en de Vrije Drukpers 332-335
Van Haren als karakter 329-335
Van Haren en zijn echtgenoote 335-338
Van Haren en zijn Agon 329-330
Van Haren en zijn Geuzen 347-350
vergelijking (Homerische -) 73-75
vergelijkingen en beelden 71, 73, 74, 75, 76, 80, 165, 167, 169
verklaren (Het -) van oude teksten 383-384
verklaring van gedichten:  
  Da Costa, Hagar 75-200 65-83
  Da Costa, Ontboezeming en Aan Calisch 129-143
  De Génestet, Haantje v.d. Toren 159-174
  Staring, Bij 't Graf van Feith 1-11
Vlaamsche (De -) beweging 282, 319
Vlaanderen (Onwetendheid bij ons ten opzichte van -) 282-283
volk (De lectuur van 't -) en de litteratuurgeschiedenis 144

[pagina XVI]
[p. XVI]

volksschool (De -) in Vlaanderen en de taal 319-320
Vondel en Bredero 10
Vondels (Paats in -) Rommelpot (haneschachten) 211
Vondels (Plaats in -) Leeuwendalers (1944) 202
vraag (Rhetorische -) bij Da Costa 77
vriendschap (Over de -) 49-51
Wahlverwantschaft 270
wet en profeten = O. Testament 38
woordgebruik (Mooi -) 68, 69, 73, 75, 78, 79
woordorde bij Da Costa 78
woordspel 166
Worp, Huygens II, III (Dr. Meijer) 188
Zwitsers en Gelderschlui drinken veel 269-270


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken