Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Letteren. Jaargang 11 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 11
Afbeelding van Taal en Letteren. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.07 MB)

Scans (9.41 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.65 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Letteren. Jaargang 11

(1901)– [tijdschrift] Taal en Letteren–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina IX]
[p. IX]

Register.

Taalkunde.

Bladz,
-aadje en -age 508
aalwarig, aalwaardig 299
aardig 110
aarzelen 285
absolute constructie: onverminderd de lof: i.d. tekst 4
abstrakte woorden concreet 282-283
achterbaks 111
achtervoegsel (hoe ontstaat een -) met bepaalde functie 177
achtervoegsel -ing: naarling 487
achtervoegsel -age, oudtijds -aadje 508
achtervoegsel 's (produktiviteit bij -): scheppende analogie 173-176, 177
actionsart (de -) en 't voorvoegsel ge- 511
adelborst 307
aflaat 108
amber 67
amfora 70
analogie-formatie 172-176, 177-178, 182-185, 185-186
archeïstiese elementen in 't dichten; in 't schrijven 111-112
Ardoins (effekten) 527
avond: in vastenavond e.d. 391
aureool 68
Balk (streepje aan de -) 304
bang 281
beduiveld 307
beeldspraak en taalformasie 277-283, 283-286, 286-287, 287-288
beeldspraak in verband met grammatikaal geslacht 179-181
beeldspraak in de taal 233-240
beetje 230
begrijpen 237
bekje 277
bekoorzaam: aktief 16
belazerd 376, 285
bericht 130
beschutten 231
besje 302
bestellen: betekenisontwikkeling 300
besterven (van een plan) 243
betekenis: van invloed op 't geslacht 153, 185-187
Betekenisleer (semasiologie) 105-113, 229-240, 277-289, 297-308
Betekenisleer: het woord heeft geen bepaalde, scherpbegrensde betekenis 105-106

[pagina X]
[p. X]

Bladz.
Betekenisleer: Litteratuur er over 106-107
Betekenisleer: beperking v. de betekenis 107-112
Betekenisleer: beperking in goede zin 110
Betekenisleer: beperking in goede, en in slechte zin 110
Betekenisleer: beperking in slechte zin 110-111
Betekenisleer: mens en dier 111
Betekenisleer: hogere en lagere taal 111-112
Betekenisleer: doubletten 112
Betekenisleer: verruiming van de betekenis 229-233
Betekenisleer: versterkende bijwoorden 232
Betekenisleer: vloekwoorden 232
Betekenisleer: metaforen in de algemene taal 233-240
Betekenisleer: metafories gebruik v. ruimtetermen 236-237
Betekenisleer: 't geestelike zinnelik uitgedrukt 237-240
Betekenisleer: verwantschap v. verschillend-zintuigelike gewaarwordingen 238-239
Betekenisleer: personificatie 239-240
Betekenisleer: metonymia en taalformatie 277-283
  abstracta worden concreta 282-283
Betekenisleer: hyperbool en taalformatie 283-285
  verzwakking, en verdwijnen v.d. oorsp. betekenis 284
Betekenisleer: litotes 285-286
Betekenisleer: euphemisme en taalformatie 286-287
Betekenisleer: 't euphemisme wordt onedel 286
Betekenisleer: beleefdheidstaal 287
Betekenisleer: de ironie in de taal 288
Betekenisleer: ontwikkeling v. een bijbetekenis 297
Betekenisleer: hoe 't causale wordt uitgedrukt 297-298
Betekenisleer: ontwikkeling v. een ongunstige bijbetekenis 298-299
Betekenisleer: de hulpwerkwoorden 300-301
Betekenisleer: eigennamen worden soortnamen 302-303
Betekenisleer: zegswijzen van betekenis veranderd 303-305
Betekenisleer: invloed v. zeden en gewoonten 306-308
betekenisontwikkeling bij echtgenoot, hond, kat 174, 176-177
beunhaas 529
bewimpelen 238
bezitten en hebben 238
bezuren 19
biecht 108
biezen, bijzen 248
Bijbel en Volkstaal: Laurillard 143
bijbelvertaling (de invloed v. de Staten -) op 't Nederlandse schrijven 499-502, 533-534
bijltje: scheepstimmerman 279
bijvoegliknaamwoord: christen:  
bijvoegliknaamwoord: i.d. tekst 212
bijvoegliknaamwoord: kunstzinnig: i.d. tekst 446
bijvoegliknaamwoord: bekoorzaam 16

[pagina XI]
[p. XI]

Bladz.
bijvoegliknaamwoord: slingerliefd (XVIIde eeuws) 96
bijvoegliknaamwoord: salieg 499
bijvoegliknaamwoord: ba van 526
bijvoegliknaamwoord met en zonder -ig 489
bijwoord-gebruik: waarin... in: i.d. tekst 3
bijwoorden (versterkende -) 240, 253, 232
bijwoorden ('t ontstaan v. causale -) 297-298
blauwtje ('t symbool van een-) 304
blik (een koperen -) 306
boedel en boel 122
boef 299
boegseren 470
boek en beuk 306
boeten 108
bolland 495, 496
bonzen: to bounce 379
bont en blauw 305
bourgeois: i.d. tekst 211
bord 306
bout (koperen -) 278
brasem 456
bril 108
broek 280
brokaat 68
brou = braaf; en versterkend 240
bruidstranen 491
 
Cholera (erger dan de -) 531
cymbel en cymbaal 71
 
Daar (voegwoord) 298
dak 109
dank (tegen wil en -) 304
dapper 109
deftigh (een -) werk: Cats 48
del 285
deminutief (het -) 153, 172
deminutief: dolletjes 284
demoedig 307
dertien ('t getal -) 391
dertiennacht = Driekoningen 391
deugd, deugdelik etc. 307
dialekt van Elten-Bergh: Bruiel 251
dialekten (de cartografie der Noord-Nederl. -) 309-316
dialektstudie (de hedendaagse -) 309, 310, 312, 314-315
dialektstudie (iets voor de Nederlandse -): Zschr. für Deutsche Phil. 336
dievetaal 302
‘differentiëring’ 112
ding 230
dollen 307
dominee 108
doopceel lichten 479-480
doodshoofd als symbool 15
doubletten in de taal 112
duitse kachels 525
droef 239
drempelmeid. 491, 542
 
Echt 108
ei (verhouding van -) en ij 505-507
eieren (er -) in slaan 250
eigenaardig 299
eigennamen begripsnaam geworden 302-303
eigennamen: Nederlandsche Namenkunde: Joh. Winkler 207
el 234
elf 307
elf (op z'n -) en dertigst 464
emeraud 70
engelse haard 525
enkelvoudsvorm uit meervoudsvorm 184, 187
ervaren 237
etsen 239
etymologie (te onpasse -) in 't Woordenboek van 't Heden 456

[pagina XII]
[p. XII]

Bladz.
eufemisme en taal-formatie 286-287
 
Falievouwen 238
fee 459
feestnummer 288
festoen 69
fiets: de herkomst? 407-410
fij 476
fijn 526
foei van 526
fondsen 527
fonetiek: p, t, k, in Middel- en Zuid-Duitsland 470
fonetiek: 't zogenaamde ‘weglaten van de h’ krities beschouwd 465-471
fonetiek: 't zogenaamde: mogelikheid voor sommige gevallen 465
fonetiek: 't zogenaamde: inzicht van van den Brand; en Murray 466
fonetiek: 't zogenaamde: Boekenoogen 467
fonetiek: Hesseling's opvatting 468
fonetiek: akoestiese misvatting en gevolgen daarvan 469, 469-471
fonetiek: kennis te verkrijgen uit een anders akoestiese misvatting 470-471
fonetiek: van Hamels ‘Gesproken en Geschreven Frans’ 471
fonetiek: de keel-explosieven:  
  hoesten, kuchen, hikken 425
  overgangsklanken (glides) 426
  de drie manieren van een klinker in te zetten 426-427
  glide wordt zelfstandig 426, 427, 430, 432
  fester vokal-einsatz 427, 428, 429
  de Deense stöd 429-430
  ontstaan van stôd 431
  stöd in andere talen 432-433
  stöd in 't Engels (glottal catch) 433
  ontstaan daarvan 435-436
  moeilikheid in de verklaring 436
fonetiese woordenlijst v. 't Nederlands: v. Dantzig 511
frank en vrij 305
franklins 525
frederiks = voetstappen 302
friese woorden 112
fulp en fluweel 70
 
Gaan: betekenissen 231
gade 108
gal (duifje zonder -) 476
gal hebben 476
Galliese (de -) Haan 504
gedurig = bestendig 20
geelzucht en nijd 275-276
geest: betekenisontwikkeling 308
geest en ziel 278
geglommen kool 477
geld 283
gemeen 298
genitief met ‘z'n’: i.d. tekst 5, 7
gepeupel 299
Germaanse tijdrekening (de -) in de taal 391
germanismen in de Statenvertaling 533
‘geslacht’ in taal 145-190
‘geslacht’ in taal:  
  betekenis v.d. term 146, 151, 158-159, 178
  oorsprong v.d. term 176, 177
  't begrip ‘sexueel geslacht’ in de taal uitgedrukt? 153-158
  movering 152, 156-157
  ‘suppletie’ 157
  ontstaaan v.h. ‘grammatikaal geslacht’ 159-162
  ten Kate's tiepies ouwerwetse beschouwing 159

[pagina XIII]
[p. XIII]

Bladz
‘geslacht’ in taal:  
  Grimm's theorie 163-169, 171-172
  Brugmann's theorie 169-172, 172-176
  seksualisering op grond v. grammatikaal geslacht 179-180
  ontstaan v. 't ‘onzijdig’ 182-185
  ‘geslachts’-verandering onder invloed van de betekenis 186-186
geslacht (verband v. mythologie en beeldspraak met grammatikaal -) 179-181
geslacht ('t -) niet iets oorspronkeliks 173-174
geslacht (aanduiding van 't natuurlik -) 151-152 156-158, 158-159
geslacht ('t -) van stofnamen 186
geslacht ('t) in 't Frans 187
geslacht ('t) van wijf 153
geslacht ('t onzijdig -) minachting uitdrukkend 487
geslacht: gans en ganzerik, kat en kater 156-157, 177
geslacht: sterke dieren ‘manlik’ etc. 165, 167
geslacht: de ‘vrouwlike’ woorden met e 176-177
geslacht: woelwater 487
geslachtsverandering (gevallen van -) 487
geweer 109
gezel en kameraad 230
gezicht: betekenisontwikkeling 278
glides (overgangsklanken) 426-432
glorie = aureool 68
glossen maken 110
glottal catch en stöd 429-433
goed 108
goed en braaf 298
goedrond 486
gonfalonière 4
gommes: godmens 287
goor 475
Goties: Skeireins: Cromhout 103
Gotiese Casus-syntax: v. der Meer 330
grietje (een zeil) 302
griffeltje 235
‘groen v. goede wensen’: i.d. tekst 125
groenkool 402
gulgauw 487
 
Haan 234
haard en kachel 525
hak (iemand een -) zetten 375
halfwijs 298
hand (de -) boven 't hoofd 376
handtastelikheid 111
hanekampen 504
hangen en verlangen 305
Hannes (lange -): de geselpaal 302
Hans: hannesen 302
haver (van -) tot gort 305
havik en havikkig 532
hazepeper 279
hebreeuwse uitdrukking in 't Nederlands 381
heer 287
heidens: als bijwoord 232
Hein (ijzeren -) 302
heinde (van -) en ver. 304
heksenzalf 458
helder 238
hemd en chemise 286
heug tegen -) en meug 305
heup (de -) en de lendenen als zetel v. teelkracht 508
hiaat (het ouwerwetse begrip van -) 73-74
hoesten, kuchen en hikken 426
hof 280
hol brood 495
Holland bolland 494-496

[pagina XIV]
[p. XIV]

Bladz.
Holland uit Holland, of anders? 495-496
Holland in last 442
hollands = ‘zeer’ 353
houden (zich -) 110
hoogmoed 111
hoorn 235
hoos en kous 474
hopje 303
horen: akoestiese misvatting 469-471
horen, horen van, behoren 240
houw en trouw 305
huichelen 299
hulden, huldigen 245
hulpwerkwoorden (de -) kunnen, zullen, mogen 301
hyperbool en taalformatie 283-286
 
ij (geschiedenis van de lange -): Leidse Tijdschr. 434
ij in de XVIIde eeuw: Leidse Tijdschr. 556
ij (de geschiedenis van de ei uit -) 506
ij - i: tijtel: i.d. tekst 486
in bonis 380
ingewanden (vader -) 532
insteekhaard 525
ironie en taalgebruik 287-288
 
Jan, Jantje 302
jan (kort -) 302
Jan Gat 376
Jan Kalebas 531
Jan kontant en Jan krediet 508
Jan Salie 477-499
janmaat: formatie 492
jolijk 484
jongen: in Indië 301
jongeren 301
jufvrouw en jonkvrouw 287
 
Kaas en brood 482
kakmaker 285
kalven 377
kansbiljetten 529-531
kansel 277
kanselarij 277
kant en klaar 304
kap 306
kapel 230, 280
kar = fiets 406
kat (de -) er in steken 416
keel-explosieven 429-435
keesje (dunne tros) 302
kerkelike woorden: Gids 423
kermis 299
keurs en keuze 474
kiekje 303
klaas (klemtang) 302
klap (met de -) lopen 304
klavecimbaal, klavecim; en klavier, piano 490
klavier en piano; en klavecim 490
klepper 111
klikken 110
kling (over de -) 304
knoop 306
knecht 301
knijpraad 551
koek en ei: Leidse Tijdschr. 556
Koenen, Verklarend Handwoordenb. 142
koffiedrinken 279
koffietante 302
koning kraaien 504
koningsweg 503
koninklike (de -) ziekte 476
konjunctief bij Vondel 19
koopje 110
koor 230
koorn en graan 107
kop 234
koppel 279
korf (de -) krijgen 376, 304
korset 280
kortjan 302

[pagina XV]
[p. XV]

Bladz.
korte mijlen gaan 318
kous (met de -) op de kop 376
kousen, broek, hozen 474
kouwe (de -) kleren 473-474
kozen en liefkozen 300
kraag 280
kraai 234
kraan 234
krakeelijzer en sleepsabel 278
kranten-Nederlands 417
krent = kruidenier 278
krijgen: betekenisontwikkeling 300
kuiten (z'n -) noch hebben 480
kunnen: betekenisontwikkeling 301
kunst, kunde, en wetenschap 307
kust (op de -) 494
kust (te -) en te keur 305
kwaad bloed (zich -) maken 476
 
Laars 230
laden (een geweer -) 307
lagen leggen 17, 376
last (= 30 mud) 301
laten: betekenisontwikkeling 300
leer (van -) trekken 108
lendenen (uit de -) gesproten 508
lens 234
lexicografie (in zake -) 456
lichaam 230
lidwoord: ‘de’ voor ‘den’ in accusatief 183
lidwoords-naamval ‘der’ (de ouwerwetse -) 3de naamv. meerv. vrouwl. 489-490
lijf 282
lijfje 280
list 111
litotes en taalformatie 285
loos 246
loven en bieden 305
Luiter: Luther 18
 
Maal 236, 299
maan (de -): ‘la beauté’: in 't Waals 399
maan (loop naar de -) 401
maanjaar en zonnejaar 391
maarschalk 307
maarte 302
maat: Janmaat etc. 492-493
man en heer 287
mand (door de -) vallen 304
mande-mie 302
mat 230
meervoudsvorm wordt enkelvoud 184, 187
meesmuilen 111
meid 301
meid en maagd 112
metafories ontstane namen 233-240
metallieken 527
metonymiese taalformatie 277-283
mevrouw 287
middel (door -) van 297
middelen (= geld) 297
middelmatig 299
mie (mande -) 302
moed en gemoed 110
mogen 301
mond (honig om de -) smeren 377
mot (scheldnaam) 288
morgen 279
morgen brengen 288
most 498
movéring 152, 156-157, 176-177
muizenesten 237
muts 230
 
Naald 230
naamvallen-theorie (een vereenvoudiging in de -) op de L.S. 41-42
naamvalsvorm (de ouwerwetse -) ‘der’ vrouwl. meerv. 3de nv. 489-490
nacht in Weihnachten, en avond in Vastenavond 391

[pagina XVI]
[p. XVI]

Bladz.
namen die als vocatief ontstaan zijn 492
namen (concrete -) die eerst abstracta waren 282-283
namen (eigen-) tot begripsnaam geworden 302-303
namen (metafories ontstane -) 233-240
namen (metonymies ontstane -) 277-283
namen (eigen-) en verwantschapsnamen 112
namen worden onedel 286
namen (geslachts -) 112-113
namen van lichaamsdelen 234
namen van maten 234
namen van kledij (eigenaardige verwisseling bij -) 474
namen (de -) v. de dagen 391-392
nave 248
Nebukadnezar = Jakob 408
Nederlands (over slecht -) 447
Nederlands (over de veronderstelde invloed v.d. Statenbijbelvertaling op 't geschreven -) 499-502
Nederlandse Taal (Kuipers' Woordenboek der -) 455-456
Nederlandse Taal (Te Winkel, Geschiedenis der -) 420
nering 283
neteldoek 235
nietwijs 286
nimbus 68
nochtans 298
norm voor 't spreken (hedendaagse XVIIIde eeuwers bezig een -) vast te stellen 444-445
‘normaal’-taal en kunst 444-445
 
Oef! 497
oefen 497
olie 235
om (van tijd) = te 237
onbesproken 110
onderkeurs 474
onderziel en onderkeurs 473
onscheidbare werkwoorden ontstaan noch nu 371-372
onthouden 238
ontijdig (XVIIe eeuws) = onaangenaam 96
ontsegghen (XVIIe eeuws) = de oorlog aandoen 242
onzijdig ‘geslacht’ (ontstaan v. 't -) 182-185, 186
onzijdig ‘geslacht’ (talen zonder -) 187, 165
onzijdig ‘geslacht’ ('t -) minachting uitdrukkend 153
onzijdig (de term) 't eerst bij Moonen 149
‘onzijdig’: vroeger ‘geenderley’ 149
ooit, oint: verklaart door Kern 48
oordelen 109
oorzakelik (hoe 't -) verband wordt uitgedrukt 297-298
op-en-top 305
ophef maken 304
opletten: wordt onscheidbaar en wijzigt z'n betekenis 371-372
ossevlees 230
oud 299
ouders en jongeren 301
overgangsklanken worden zelfstandig 426, 427, 429, 432
overhemd en halfhemd 474
 
Paardje (op z'n -) 281
pantoffel (onder de -) 502
participiaal - constructies 536
pas = doortocht 526
passedijsje 489
pen 235
petrus = sleutel 444
piet = kanarie 302
Piet en Pietje 302
pijp 235

[pagina XVII]
[p. XVII]

Bladz.
pinken (bij de -) zijn 441
pispot: bispote 470
plaat poetsen en piek schuren 304
plee, pletie, sekreet 286
prachen 247
prensen (in -) 238
prinsje (al is ons -) etc. 506
produktiviteit bij suffixen 172, 174-175
pruisies (niet -) 303
 
Raad 282
rancke bij Vondel 14
raskoppen: i.d. tekst 419
recht = rechtlijnig 238
rechtvaardig 238
reilt (zoals 't -) en zeilt 305
rib 278
rijm ('t -) v. ij. en ei 506-507
ringetje (door een -) 406
roe en roede 301
roodkápje en kortjákje 40
rooms en romeins 112
ros en paard 111
roskam = paardenhandelaar 278
rot-kar 107
rotting 108
rozenhoed 248
rozenkrans (de -) 67
ruiken, en rieken 286
ruiten (venster -): oorijzer 306
 
Saffieren ogen 88
salie, zelve 498
salieg 499
salie's (de -) 499
Salverda de Grave, Grammaire Française 421
samenstelling: gezondverstand: i.d. tekst 127
samenstelling: nietwijs, halfwijs 198, 286
samenstelling (wezen van de -): kontakt- en distanzkomposition 332
schalk (= boosaardig) 14
schalmei 72
scharp = nauweliks. 96
schavot en toneel 532
schavuit 285
schel 238
scheldwoorden 285
schelen = oogleden 68
schelm 285
schenken. 231
scherfje 230
scherts 281
schiften: bij Vondel 11
schilder 229
schildwacht 307
schimpen 299
schitteren 238
schobbejak, schobberd, schoft, schurk. 285
schoelje 285
schok = 60-tal 301
schoon 239
schrijftaal en spreektaal in N.- Nederland 532
schrijftaal en dialekten omtrent Karel de Grote 275-276
schrikken en ontstellen 281
schurk, schoft, schobbejak 285
sekreet 286
Siebs en de Bühnen-sprache: des Pudels kern 445
simpel 298
Sint-nikolaasavond 279
Sinte-Franciscus-paarden 373
sjakes (zich -) houden: Hebreeuws 381
slaaf 303
slager, slachter 307
slecht 298
slemp 499
sleutel (de -) als symbool 19
sleutelampt ('t -) 19
slierislari 497
sluier (de -) als symbool 18

[pagina XVIII]
[p. XVIII]

Bladz.
sluierkroon (de -) plat getrapt 18
smeerlap 285
smerig 230
snijder 109
soldaat 109
sollen: bij Vondel 13
souvenir 283
spelen: betekenissen 231
spelling niet anders dan aanduiding 38
spelling-hervorming uitgaande v. Karel de Grote's hof 276
spelling-vereenvoudiging (van Geer vòòr de -) 443
spelling-vereenvoudiging voor- Z. Afrika 443
spijker 230
spiritus lenis 468, 428, 429
spreekwijzen en spreekwoorden:  
  door de mand vallen 304
  gelijke monniken gelijke kappen 306
  de plaat poetsen 304
  de kat de bel aanbinden 376
  bij de pinken 441
  door een ringetje kunnen halen 406
  op z'n elf en dertigst 464
  Holland in last 441
  zich kwaad bloed maken 476
  z'n koetjes op 't droge hebben 492
  tranen met tuiten schreien 494
  Holland bolland etc. 494-496
  de derde streng maakt de kabel 415, 497
  beter op een ouwe wagen op de heide etc. 496-497
  die 's konings koe gegeten heeft etc. 503
  waar niets is, heeft de keizer etc. 503
  must is for the king 503
  wat de Heren wijzen moeten de gekken etc. 505
spreekwoorden en spreekwijzen:  
  Al is ons Prinsje noch zo klein 506
spreekwoorden en spreekwijzen:  
spreekwoorden en spreekwijzen: monarchale en republiekeinse 502-506
spreekwoorden en spreekwijzen: aan duiten en senten ontleend 480-481
spreekwoorden en spreekwijzen: (Nederlandse -) ook in andere talen 377-381
spreekwoorden en spreekwijzen: (Nederlandse -) en klassieke 380-381
spreekwoorden en spreekwijzen: die schijnbaar in 't Nederlands en in een andere taal 't zelfde 379
spreekwoorden en spreekwijzen: (materiaal voor de historie van onze -) 509-510
spreekwoorden en spreekwijzen: (werken over -) 380, 378
spreekwoordenboek ('t Nederlandse -) van Dr. F.A. Stoett 374-381
sprietogen 248
staf (de -) breken 281
stal 108
stalen pen = rok 234
standje 299
starren (naar de -) gaan 12
steeg 283
steek 278
steen en been klagen 305
steg (heg noch -) 305
stichten 231
stiepen 409
stip = adjudant-onderofsier 278
stoepjes 508
stofnaam (voorwerpsnaam uit -) 107-108
stond 279
straal 266
straks 236
studie-werken (linguistiese -) 553
suffixen (produktiviteit bij -) 172, 174-175
‘suppletie’ 157

[pagina XIX]
[p. XIX]

bladz.
symboliese (uitdrukkingen van -) oorsprong 281
 
Taal (de -) v. ons Beschaafde spreken nu en in de XVIIde eeuw 533-541
Taal (over uniformiteit in de -) van 't spreken 444-445
Taal (de ‘Levende’ -) en het schrijven 447-448
Taal (invloed van dichter -) op de algemene? 181, 162
Taal van kinderen 173-174
Taal: niet produkt van ‘denken’ 155
Taal (oorsprong van de -): Lützenau 555
taalformasie en metafoor 233-240
taalformasie en metonymie 277-283
taalformasie en hyperbool 283-286
taalformasie door analogie 172-176, 177-178, 182-185, 185-186
taalkundigen (de Griekse en Latijnse grammatici geen goeie -) 126
taalnorm (Kauffman over -) in 't spreken 444-445
taalnorm (de XVIIIde eeuw aan 't werk om een -) 444-445
taalonderwijs (een kleine vooruitgang in het -) aan de L.S. 41-42
taalopinies (blindemans -) 41-42
taalperiode (de dichterlike opvatting van de oudste -) 181-182
taalstudie (methode van -): gevaarlike beeldspraak en terminologie 150-151, 164
taalstudie: kan niet anders dan van 't heden uitgaan 38
taaluiting (bewustheid in -) 189
taalwetenschap (methode van -) 188-189
taalwording (Herder over -) 162
tafel: betekenis 299
takt 239
tamelik 284
tante (koffie -) 302
taptoe 307
termen (gevaar dat in -) steekt 150-151
tijdrekening (de Germaanse -) in de taal 391
toebak = puik 417
toert 15
toet (zuur -) 278
toneeltaal (de Duitse -) 444-445
tongvallen (de cartografie van de Noord-Nederlandse -) 309-316
tongvallen (de cartografie van de Noord-Nederlandse -): Gombaults denkbeeld hierover 315-316
tongvallen (de Noordnederlandse -): Te Winkels werk 554
tram uit outram? 408
transitief gebruik: vrijbuiten 416
treurtoneel = schavot 532
trien (een potte -) 302
tuiten (tranen met -) 494
tussenwerpsels: fij, foei, oef 476, 526, 497
 
‘Uitspraak’ (Murray over de zogenaamde -) 38
 
Vaardig 230
vadem 234
vader Rijn 180
validéren: i.d. tekst 479
vallen (tengerder -) 484
van = familienaam 230
Van Geer vòòr vereenvoudiging 443-444
veertien dagen, quinze, jours, fortnight 391, 393

[pagina XX]
[p. XX]

Bladz.
velo 409
vergelijkende paroemiologie (spreekwoorden-wetenschap) 406
verlof 109
verliezen: betekenissen 232
verloven (zich -) 108
vermaken 109
verrukt, ontsteld: schrikken 281
verschoven: op zij gezet 19
verstandelik en verstandig 473
versterkende woorden 232, 240, 353
verwezen (als -) 505
vieren en vijven, vijven en zessen 305
vinden (iemand wel zullen -) 111
‘Vlaams’ en ‘Hollands’ (betekenis van -) in Duitse dialekten 353-354
vlegel 278
vlijt (dat -) mij niet 248
vloekwoorden 287, 232
voegwoord: in dier voege - als dat: i.d. tekst 4
voegwoorden ('t ontstaan van -) 298
voeren (voederen) 111
vogtlepel 318
vokaal (de ‘zuivere’ -) in 't Frans 427
vokalen (de drie manieren van -) in te zetten 426-429
vokalen ('t inzetten v. de -) in Nederlands, Frans en Engels 427
vokalen (‘fester Einsatz’ van -) in 't Duits 428
Volewijk: Ter Hunnep varen 551
volksetymologie 408
voornaamwoord: gebruik van ‘welk - welk’: i.d. tekst 125
voornaamwoord: du en ir, tu en vos 556
voornaamwoord: werkwoordsvorm bij relativum 11
voorshands en tans 236
voorstellen 238
voorvoegsel ('t -) ga-, g-, geen de actionsart: van Swaay 511
voorvoegsel ont-: Tijdschrift Nederl. Letterk. 296
voorzetsel: omheen: i.d. tekst 399
vreten 111
vrijbuiten: transitief 416
vroom 11, 308
vrouw en heer 287
vrouw en wijf 111
vruchten: betekenis 107
 
Waan 111
wafel 234
wagen (van wage = weegschaal) 238
wagenwijd en wijdwagen 373
wapen (iemands -) breken 16
wat schooner voorwerp: i.d. tekst 439
weder 236
wederhelft: eigenaardig gebruik: i.d. tekst 306
week (woche) 391
wege (van -), deswege e.d. 298
wegen (langs 's heren -) 503
wegens 298
wel 284
wereld 280
werf en keer 236
werkwoord: scheidbaar wordt onscheidbaar 371-372
werkwoords-vorm bij relativen 11
werven 109
wijden 231
wijdwagen, wijd en waag 373
wijf en wijfje 111-112
wijl en dewijl 298
wijle 67
wijs maken (iemand iets -) 110
wijzen = veroordelen 509
wild 109

[pagina XXI]
[p. XXI]

Bladz.
winkel 306
winnen: betekenis 231
woeker 111
woelwater: geslacht 487
wol 230
wolfijzers en schietgeweren: i. de tekst 140
wolk: overdrachtelik 492
woord (Murray over het -) 38
woordenboek (ons beste -) tot nu 455-456
wrevelig 299
wuft: in de XVIIe eeuw 95
 
Zaak 230
Zaterdag, Sonnacht, Sneun 391
zede, zedelik 307
zedig, zedelik 110
zeebaar, sedebaer, zeeghbaer 488,489
zeer en erg 232
zegen 299
zegswijzen (verschillende groepen van -) met veranderde betekenis 303-305
zeker, vast, en stellig 284
zestig (ben je -) 480
zengen = doen zingen 301
zien = er uitzien: ontwikkeling 300
zingen (een eigenaardige manier van -) verklaard 427
zool 280
zullen 301
zult 279
zus = meisje e.d. 302

Letterkunde; Onderwijs.

Bladz.
Achttiende-eeuwers (hedendaagse -) aan 't werk om een norm voor 't spreken vast te stellen 444-445
achttiende-eeuwse (over -) letterkunde 323
achttiende-eeuwse poëzie: Greenwood's avondzang 437-440
achttienhonderd-dertig (tijdperk van -) bij ons 474-475, 477
achttienhonderd-dertig: bron voor de kennis v.d. tijd: Nagtglas 490
Aeneas (de pius -) bij Vondel 13
Aeolus 249
agnus Dei 67
allitteratie bij Couperus 63-64
altaar ('t -) een asyl 15
angelica salutatio 67
antiquiteiten: Schrader, Indogerm. Altertumsk 464
antiquiteiten: kinderleven in Duitsland (en Nederland) 459
antiquiteiten: Oud-Hollands volksleven: Tijdspiegel 336
antiquiteiten: kennis v. de Realia 523
Ascanius 13
Asselijn: Woord en Beeld 1901 104
asyl ('t altaar een -) 15
Ave Maria (het -) 67
 
Bacchanten 71
beeldspraak bij Vondel 13, 14, 17
Been, Het Keezenboek 47
Bellamy als criticus: Gids 555

[pagina XXII]
[p. XXII]

Bladz.
beschavings-cachet ('n -) 207
bezem (de -) op de mast 494
bijvoegliknw. ('t -) in de poëzie v. Bilderd. en Vondel 524
Bilderdijks Gesch. des Vaderl 473
Bilderdijk en Vondel 524
Bilderdijk over ei en ij in 't rijm 506-507
Bilderdijkiana: Navorscher 556
blijdschappen (de -) v. Maria etc. 67
Boon's Geïllustr. Bibliotheken 99-100
Braga (over -) 48
brandmerken 377
Breero: Angeniet? 402
 
Cholera (erger dan de -) 531
Circe (een -) 14
 
De Génestet's Lekedichtjes 119
De Génestet's Haantje v.d. Toren: kritiek 323-324
de Lannoy's Leo de Grote 323
dertien ('t getal -) 391
de Vooys, Middeleeuwse Kerstverhalen 75-80
dialekt ('t -) bij Stijn Streuvels 204
dichters (de vrouw en de -) 524
dichters: ontevredenen 50-52
Dies irae (het -) 67
Doornbos (Dr. W.): Woord en beeld 1901 256
drama: Paap, Koningsrecht 382
drama: v.d. Maese, Constantijn Palaeologus 382
drama: L. Mulder, Op glad ijs 423
 
Eden, In veld en laager 47
Eclogae 50
elfen 71
Elsevier (het nieuwe -) 101
engelgroet (de -) 67
epos ('t -) v. Kinker 523
Esmoreit 209
 
Figuur v.d. hendiadys bij Perk 32
folklore: Driemaandelijksche bladen 462
folklore: Wutke 457
Fortuin ('t idee v. de -) in de Renaissance 1-3
 
Gedichten (de -) v.d. Schoolmeester 448
Gedichten (de -) v.d. Schoolmeester, geïll. door Donker 384
Germanen ('t Kerstfeest = het grote dodenfeest bij de -) 401
Germaansche tijdrekening 391-393
Germaansche mythe(invloed v. de kerk op de -) 394-396
Geuzenlied(over 't -): Postmus 132
Gloria in excelcis 67
Groot-Nederlandse (een -) Litteratuur 36-37
Guido Gezelle 36
 
Hekate 401
Helikon (de Post v. de -) en de Moderne Helikon 48
herderspoëzie: Theocriet en Vergiel 50
hexameters (juist oordeel over ‘onze’ -) 202
Heyermans 553
hiaat ('t ouwerwetse begrip v. de -) 73-74
haarden en kachels 525
haselnoten met gaatjes 551
Hooft en Vondel: hun levensleer 7-10
Hooft en Vondels tragedie ('t wezenlike in -) 1-3
Hooft en Vondel (verhouding van Vorst en Volk bij -) 541-342
Hooft (een gedicht van -): Navorscher 556

[pagina XXIII]
[p. XXIII]

Bladz.
Hooft: Rampzaligheden en verheffing v.d. Huize Medicis: de tragiese idee daarin 1-3, 13
Hooft: Verwey over de verzen van de Brief aan de Kamer 363-364
Hooft: oordelen over Gerard van Velzen 324
Hooft: Rosemont, vs. 15 000
Hooft: datering v. Achilles en Polyxena 82-83
Hooft: de nieuwe tekst v. Ach. en Pol 90-92
Hooft: een oudere tekst v. de Granida? 92
Hooft: oudste druk van de Schijnheilige 84
Hooft: Hooft vertaald en nagevolgd 93-94
Hooft: wijzen en melodiën (bij Stoett) 34
Hooft's gedichten: de tekst van Stoett beoordeeld door Kuiper 84-88
Hooft's gedichten: de tekst: het gezag van H.S. A 88
Hooft's gedichten: de tekst: plaatsen ànders verklaard 95-97
Hooft's Brief a.d. Kamer 355-370
Hooft's Brief aan de Kamer:  
  de twee redaksies 255-356
  Stoett's hypothese van onwaarde 356-360
  vergelijking v.d. redaks 360-367
  conclusie 367-370
Hoogvliet, De eerste maanden Frans 141
Hoogvliets opvatting v. taalstudie en taalonderwijs: Der Mouw 123
Horatius' miscere utile dulci: ‘het nuttige mengen met aangename’ 12
Huygens: Voorhout vs. 8 331
Huygens' Zeestraat: uitgeg. door Colenbrander 418
Huygens (Worp's -) 449-455
Huygens (Worp's -): de teksten 450-451
Huygens (Worp's -): ‘ultra chronologiese’ ordening 451-453
Huygens (Worp's -): de aantekeningen 453
Huygens (Worp's -): ‘labor improbus’ geëerd 454-455
 
Ilias (een -) van rampen 12
idyllen 50
 
Jamben (de renaissance -) 289-290
 
Kaakebeen en Ligthart, Van alle tijden 139
Caïn en de maan 395
Kansbiljetten, Ardoins, Surinaamse obligatie 527-531
Cats z'n liefdesverhalen (juist oordeel over -) 203
Cats metterdaad recht gedaan (het ‘deftigh werck’) 48
Cats: Kalff 464
kerk (invloed v.d. -) op de Germaanse mythe 394-396
kerstverhalen (middeleeuwse -) in woord en beeld 75-80
Kinderleben i.d. Deutschen Vergangenheit 459
Kinker (over -) 523
Kinker's Pygmalion 201
klassicisme (iets over 't -) 121-122
klassicisme: Der Mouw over 't Gymnasium 129-131
klassicisme: de geest v. Cobet 127
klassicisme: de Griekse en Latijnse grammatici geen goeie taalkundigen 126

[pagina XXIV]
[p. XXIV]

Bladz.
klassieke (Der Mouw over 't -) 445-446
klassieke-talen-onderwijs (Hoogvliet en Der Mouw over 't -) 123-131
Klytemnestra 14
Couperus' Laura 49-73
Couperus' Laura: de Retoriek en de poëzie na '80 52-55
Couperus' Laura: beelden en klanken 62-66
Couperus' Orchideën: interpunctie-fouten i. de 2de druk 70
Credo (het -) 67
kritiek: History of Criticism and literary task (Saintsbury) 207
kriticus-kunstenaar-Publiek 210-211
kunst (Kloos over -) 322
kunst (wat is -)? 113-114
kunst (hoe ouwe -) te genieten 210-211
kunst en ‘normaal’-taal 444-445
Kyrie Eleison (het -) 67
 
Langendijk e.a.: de windhandel op het toneel 464
leerdicht (het lyries -) 522
leeskunst (de -) in 't onderwijs v.d. XIXde eeuw 22, 23
legende (de -) v. het mannetje in de maan 385-406
liederen (Twaalf oude -) met prentjes (v. Moerkerken Jr.) 251
liederen (karakter v. de Historiese -) 26
lied: volkslied: Bruinier: ‘Werden und Wesen’ 137
liederteksten (de oude -): Scheltema 512
Ligthart en Scheepstra, De wereld in 45
litteratuur (bloemlezing uit de Nederl. -): A.v. Gent 460-462
litteratuur (wat òòk hoort tot de Nederl. -) 450
litteratuur (geschiedenis van Nederlandse -) in Bloks Vaderl. Gesch. en in Fruin Tien jaren 118
Lope de Vega's dramen aus dem Karoling. Sagenkreis 254
Lukas d' Heere (monografie over -) 291
 
Mannetje in de maan (de legende v. het -) 385-406
Mannetje in de maan:  
  chronologie en localisatie 397, 385-387
  oorsprong en verbreiding 387, 388-390
  de maan vereerd door de Germanen 390-394
  Germaanse tijdrekening 391-393
  uitroeiing v. 't maangeloof 393-395
  het mannetje komt in miskrediet door de kerk 394-397, 401
  de misdaad 397-399
  heidense trekken 398-401
  vermodernisering v. de legende 399-400
  het dansen op de kerkhoven 400-401
  de Maandag en de Zondag  
maan (de -) en de wolf 390
maat-schoonheid bij Vondel: wat maat is 200
madonna 71
Maria (de blijdschappen van -) etc. 67
matigheidsgenootschappen (de -) omtrent 1840 531
Medea 14

[pagina XXV]
[p. XXV]

Bladz.
middeleeuwen (de vrouw i. de -) 221-222
middeleeuwse (onze -) sympathiën 209
middeleeuwse litteratuur: Basin (Elegast) en het maanmannetje 395-396
  de Graal 331-332
  sproken en boerden (oorspr. v. de stof) 458
  Spielmannsbuch (Hertz) 458
  invloed v. Nederland op Duitsland 353
  minnepoëzie 58
middelnederlandse litteratuur: de Esmoreit 209-227
de Esmoreit:  
  hoe oude kunst genieten 210-211
  de middeleeuwse mensen goede verstaanders 212
  toneel, mise en scène, etc. 212-213
  de ‘verrader’ 220-221
  de lijdende onschuld 222, 223, 225
  de idee 224-225
  de kwestie v.d. ouderdom 223, 227
  de twee naredenen 226-227
  de narede ànders verklaard 471-472
middelnederlandse litteratuur:  
  Marieken v. Nijmegen (in de Arbeid) 335
  Tondalus visioen (Koopmans) 256
  Kerstverhalen 75-80
  de Nieuwe Doctrinael 104
  Spiegel der Sonden: van Verdam; en De Pauws fragmenten 140
moedertaal-onderwijs (over -) 319-322, 411-414, 437-440, 543-549; 354, 41-42, 42-45, 204, 21-25
most: voor de vrouwen 498
Multatuli: officiële bescheiden 554
Multatuli: Gids 423
muntboeken 480
mythe (de Germaanse -) en de kerk 394-396
mythologie in verband met grammatikaal geslacht 179
mythologiese werken 456
 
Nagtglas 525
nationalisme! 442-444
Navorscher (de -) voortgezet 556
Nederland en Zweden uit het oogpunt der kultuur 462
Nieuwe Gids (de) en de jong-Vlaamse beweging 316-317
Nieuwe Gids (de): reorganisatie 421
Noormannen (de -) i. de Litteratuur 388-389
nymfen 71
 
Omer Wattez, Van twee koningskinderen 460
onderwijs: nationalisme (bezwering v. ‘Idealisme’ in -) door Dr. van Geer 442-444
onderwijs: (radikaal oordeel over ons verbalisties -) van J.H. Gunning 228
Onderwijs (valse heuristiek in het taal-) 42
Onderwijs (slecht -) maakt de leerlingen slecht 198
Onderwijs: de Letterkunde en de Hoofdakte (v. Dr. Hoogstra) 21-25, 115-121, 191-197
Onderwijs: de Letterkunde en de Hoofdakte (v. Dr. Hoogatra);  
  een slecht program 21
  resultaten (bloemlezing uit de hoofdakte-verslagen) 21-24

[pagina XXVI]
[p. XXVI]

Bladz.
Onderwijs: de Letterkunde en de Hoofdakte (v. Dr. Hoogstra):  
  litteratuur histories te studeren 115-116, 117-119
  welke werken te lezen 191-197
  ten Brinks letterk. Geschiedenis een geschikt werkje?? 196
onderwijs-systemen (origine v. onze klassieke -) 228
opvoeding: Kleefstra's Brinioschool 555
opvoeding: sport en spel 100
opvoeding: Gerhard, Over lichamelike straffen 255
oranjedeuntje ('t -) Al is ons prinsje 506
oud-Hollands volksleven: Tijdspiegel 336
Oude Heer Smits (plaats uit de -) opgehelderd 39
oudejaarsavond-wens 492
 
Perk's Mathilde (over -): de grotsonetten 27-38
Petrarca en Laura 55-58, 70
Piersons betekenis voor de litteraire wetenschap 98, 104
poëten (gelauwerde -) 292-293
poëzie (onderwijs in kunst en -) in de school: lessen aan 't Haarlems Gymnasium: 319-322, 411-414, 437-440, 543-549
poëzie van na '80 62-66
Postmus, Het Wilhelmus (door Koopmans) 132
Potgieter en R. Visscher 483-484, 488-489
Potgieter (Verwey over -) 512
Potgieter's Florence met Aantekeningen 384
Potgieter's Rijksmuseum: Noord en Zuid 296
Potgieter's Brieven aan Huet 101, 104
Potgieter's Jan en Jannetje: Aantekeningen 473-508, 525-532
Potgieters Jan en Jannetje:  
  't motto 473
  ‘Laat vreemdelingen beweren’ 473
  ‘onderziel’ c.a 473-475
  nijd en geelzucht 475-476
  ‘mijn talenten’ etc. 475, 477
  de Synode van 1816 477
  tabak in de doos; 't komfoor 477
  een geglommen kool 477
  de bietekroten 477-478
  ‘Monsieur’; en ‘Jonathan’ 478-479
  ‘ons aller bet-overgrootvader’ 479
  de doopceel lichten 479-480
  Jan overtreft zijn voorvaderen 480
  fiks op de koten 480
  ‘over de zestig’ 480
  ‘schoon Jan de wereld heeft bekeken e.w.v.’ 480-481
  spreekwoorden aan senten ontleend 480
  ‘dat bewijst de oude dag e.w.v.’ 481
  Jan's vader, Jan's ooms 481
  ‘Zalig is hij etc.’ 482
  Rubbens en Rembrandt 483
  de ‘zegen v. Roemer Visscher’ 483
  jolijk; tengerder vallen 484
  ‘smeltend en smachtend etc.’ 484-488
  ‘goedronde gezichtjes;’ ‘gulgauwe lach’ 486, 487
  ‘wild woelwater’ 487-488
  de ‘zeebarige’ boezem? 488-489
  ‘die harer dochteren etc’ 489-490
  de piano en de uitheemse klanken 490

[pagina XXVII]
[p. XXVII]

Bladz.
Potgieter's Jan en Jannetje:  
  drempelmeiden 491, 542
  bruidstranen 491
  ‘de dankbaarheid etc.’ 491
  ‘een wolk v. gezondheid’ 491
  't jaar '41 492
  drie vierde v. 't jaar - te velde 493
  ‘niet om hem allerlei jammeren - te voorspellen; de sirenen 493
  de dageraad v. 't jongelingsleven 493
  de noordooster 493
  onder de Spaansche tirannij 494
  tranen met tuiten 494
  schepen op de kust 494
  Holland Bolland; etc. 494-496
  de derde streng 497, 415
  oef! - slierislari 497
  welk een ergernis vooral 497
  Jan Saly; slemp 497-499
  Bidt en werkt 499
  de Bijbelvertaling 499-502
  ‘Bij wijlen heeft Mijnheer den naam etc.’ 502
  over de ‘monarchale’ en de ‘niet-monarchale’ spreekwoorden, c.a. 502-506
  het ‘liederlike’ rijm 506-507
  de gebreken van zijn Staatshuishouding 507-508
  personaadje 508
  zonen zijner lendenen 508
  Jan Kontant en Jan Krediet 508
  Engelsche haarden, Duitsche kachels 525-526
  citaten 526
  ‘een onnoozel kruistogtje’ 526
  Doggersbank 526-527
  de Surinaamse obligatiën 527
  de Metallieken en Onze papieren 527
  de Ardoins, etc. 527-528
  de Griekjes; etc. 529
  de kansbiljeten 529-531
  het Matigheids-genootschap 531
  de genade aan Jan Rap en zijn Maat bewezen 531-532
  ‘treurtoneel’; ‘vaderingewanden’; etc. 532
pseudoniem: Louise B.B. = L. de Neve 383
 
Razernijen (de -) = de hartstochten 17
rederijkers: De Rovere: Leuvense Bijdr. 336
rederijkers: Jacob de Mol, en Venator: Leidse Tijdschr. 336
Rembrandt en Rubbens 483
Renaissance: Jan v. der Does: Navorscher 336
Renaissance: -blijspel ('t -): Kok 512
Renaissance: -dichter (de zelfkritiek kenteken v.d. -) 291
Renaissance: -dichters (eerste -) bij ons 294-295
Renaissance: -levens-filosofie, en karaktertiepen 7-9, 9-10
Renaissance: -tijd ('t individualisties karakter van de -) 5-6
Renaissance: -tijd (opvattingen v.d. verhouding v. vorst en volk in de -) 341-345
Renaissance: -tragedie (de -) bij ons 1-3
Renaissance: -verzen (over de -) 289-290, 363-364
retoriek en de poëzie van '80 52-55
rijm (komies -) 514-515
Robbers (Herman -) 333

[pagina XXVIII]
[p. XXVIII]

Bladz.
Rodenbach 316
roman in proza (geschiedenis v. de -): Ten Brink 252-254
roman (de historiese -): Noord en Zuid 512
romance's (v. Heeckeren over -) 201-202
romance (de -) v. Eduard 201
romantiek (vrouwentiepes en sentimenten in onze -) 484-486
romantiek: bron voor de kennis v. de realia v. die tijd 490
rozekrans (de -) 67
ruispijp 250
 
Sacca di Roma 18
salie, slemp 498, 499
Schoolmeester (de Gedichten v. de -) en de Ingoldsby Legends 513-522
schrijven (de fout in ons -) 43-44
schrijven (oorsprong v. sommige schadelike hebbelikheden in ons -) 501
schrijven (het -): de Raaf wil aan de kinders boeketaal onderwijzen, in het derde leerjaar 256
schrijven (het -): Koopmans over stelonderwijs 205-207
sentimentalisme (het -): Feiths tranen 448
Sicheus 15
Siebs boek over de Duitse toneel-taal 444-445
Sint-Jan en Kerstfeest 400
Scott en 't publiek 38
Scott's invloed in Europa 26
Spieghel: Leidse Tijdschr. 556
Spieghel: plaatsen uit de Hertspiegel 496
Spieghel: Bijspraaks-almanak 499, 503, 505
Spielmanns-dichtung 458
Stabat Mater (het -) 67
Staring: Jaromir te Lochem, vers 8 373
Starings Marco: de Gouden Ezel vertaald 554
Starings Vogelschieten en Bellamy's Roosje 201
Statenbijbel (de -) en het geschreven Nederlands 499-502
stijlleer (de morfofogie v. de -) omschaalt het eigen leven 43-44
Stijn Streuvels 138, 203, 419
stoïcisme (het -) bij Hooft, en bij Vondel 7-9, 9-10
symbolen v. 't konservatisme 499
‘sympathie’: in de folklore 393
 
Taal (Koopmans over -) en ‘Vorm en Inhoud’ 43-44
taalonderwijs (Hoogvliets opvatting van taalstudie en -) 123-131
taalonderwijs (de ellende v. ons -) 42-44, 21-25
taalonderwijs: een slimme hoofdakte-kommissie 45
taalonderwijs aan 't Haarlems Gymnasium 319-322, 411-414, 437-440, 543-549
taalonderwijs: Kuiper, Nederlandse Taaloefeningen door Koopmans beoordeeld 42-45
taalonderwijs: Sasburg en L. de Vries, Steloefeningen door Koopmans beoordeeld 204
Taine (Essai sur): Giraud 144
Te Deum 67
tekstuitgeven (manier v. -) 450-451, 451-453
tekstuitgeven (over krities en diplomaties -) 140

[pagina XXIX]
[p. XXIX]

Bladz.
Theokriet en Vergiel: herderspoëzie 50
Tine v. Berken 46
toneel-taal (Siebs idee omtrent de Duitse -) 444-445
toskaans = Italiaans 11
tragedie (de -) v. Hooft en Vondel: het tragiese 1-3
tragedie (de Nederlandse -) Leo de Grote 323
Trinacria 249
troubadours, trouvères, minnestreels 70
Tweemaandeliks (het -) Tijdschrift: XXste Eeuw geworden 552-553
 
Vampiersage (die -): Hock 144
Van Beaumont (Simon -): Tijdspiegel 296
Van der Noot (Jonker Jan -) 299-295
Van Haren (een dochter van W. -): Elsevier 512
Van Haren 's (strofe uit -) Menselik Leven verklaaard 39
Van Hulzen's Zwervers e.a. werken 325-329
Van Lennep's Vermakelike spraakkunst 448
Van Mander: monografie 221
Van Maurik 554
Van Merken's Germanicus 323
Van Nu en Straks 3, 6, 47, 317
Vaucluse's Zwaan 58, 68-69
verbalisties onderwijs (radikaal oordeel van dr. Gunning over ons -) 228
vers-schoonheid bij Vondel 199-200
verzen (de oude Renaisancejamben -) 289-290
Vlaamse beweging (de jong -) uit de N.-Gids-beweging? 316-317
Vlaamse (de jongste -) schrijvers 316-317
volkslied: Bruinier, Das Deutsche Volkslied: ‘Werden und Wesen’ 137
Vondel: Palamedes: Hekate 401
Vondel: Palamedes: plaatsen verklaard 240-250
Vondel's en Hooft's tragedie ('t wezenlike in -) 1-3
Vondel's opvatting v. de Mythologie 12, 347-349
Vondel's opvatting v. de kunst: didaxis in schone vorm 12, 13, 347-349
Vondel's (Verwey over de schoonheid van -) verzen 199-200
Vondel's (kunst van -) verzen te zeggen 200
Vondel-studiën van Koopmans: 11-20, 257-275, 337-353
Vondel-studiën: Op d'Ilias v. de Medicis: 11-20
  wat de Renaissance-mensen in de Historie zagen: de Val, en het Lot 1-3
  het tragiese in de geschiedenis van de Mediceërs 3-7
  Hooft, en Vondel - als wijsgeren en karaktertiepen 7-10
  de tekst en de uitleg 10-20
Vondel-studiën: De Immanente Liefde: 257-275
  mystieken en symbolisten 257
  symboliek v. 't huwelik 258-259
  V. tegenover het huwelik als Protestant en Katholiek 260-621
  grondgedachte in V.'s huwelikspoëzie 261
  de ethiese bodem v. de huwelikspoëzie 262

[pagina XXX]
[p. XXX]

Bladz.
Vondel-studiën: De Immanente Liefde:  
  Liefde en Min 262
  Kuisheidskamp 263-264
  Cupido bij Vondel 264-265
  't Bruiloftsbed v. Hooft 265-266
  Venus 267-269
  het huwelik 267-271
Vondel-studiën: Het Pascha: 337-353
  't ideale koningsschap en Farao 337-338
  motieven in 't Pascha 338
  analyse 339
  het Pascha en 't recht van opstand 340-345
  het Pascha en de Bato 344
  allegorie van onze volksopstand 345
  allegorie ook van de verlossing 345-347
  Vondels dualisme 346
  toneelleer in de voorrede 347-349
  symboliese wereldbeschouwing 347-349
  Vondels isolement 349
  Farao Lucifer-tiepe 349-351
  het Pascha een nationale vrijheids-hymne 352-353
vorm en inhoud (verkeerde begrippen van -) 43-34
Vosmaers Londinias (raak oordeel over -) en z'n hexameters 202
 
Weise (O.): Die Deutschen Volksstämme und Landschaften 138
welluidend en onwelluidend? 73-74
Wilhelmus v. Nassouwen 't -: 132-136
  de litteratuur er over 132
  Marnix de schrijver? 133
  karakteristiek v.d. dichter 134
  de historiese Willem van Oranje 134-135
Wolf (Betje -) en Aafje Deken: Leidse Tijdschrift 556
woordspel bij Petrarca 70
Wrangel, De betrekkingen tusschen Zweden en de Nederlanden 462
 
Zeventiende-eeuw (de taal v. 't beschaafde spreken in de -) 535-540
Zuster Bertke's proza 75-77
 
Xenios (Zeus-) 72


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken