Taal en Tongval. Jaargang 60
(2008)– [tijdschrift] Taal en Tongval–
[pagina 72]
| |
Luc Van Durme
| |
1. Wijnhuize (Steenhuize en Sint-Lievens-Esse, nu Herzele)
| |
[pagina 73]
| |
l'histoire ecclésiastique de la Belgique, tweede reeks 18 (1882), 167-179.
Weten alle deghene die siin ende die te comene siin. dat boidin de wale van den lene heeft vercocht wel ende wettelic jhanne / den nuwelere om ene somme van pennicgen die hem jhan vorseit wel ende wettelic heeft vergolden tue bunre lants licgende jn / de prochie van stienhusen te langhebroec ende een half dachwant mersch licgende in de selue prochie te holbroec jn de welke erf/achtechede vorseit jhan de nuwelere jn comen es ende gheerft es wel ende te wette ende heefter al afghedaen dat hi sculdech / was te doene bi wette. vort heeft jhan de nuwelere ghegheuen boidine vorghenoemt hem ende sinen oere dese vorseide erfachteche/de te houdene jn erfeliken pachte van jhanne den nuwelere ende van sinen oere om .xx scellicge siars alselker munten alse ghinghe / ende gane sal siin binnen gheroustberge elkes jars telken termte dat men dese rente vorseit sculdech es te gheldene dats te ver/stane elkes iars euwelic telken kersauonde ende ember elkes jars euwelic binnen den .iiij. kerstdaghen vergholden te hebbene / ware oec dat sake dat boidin vorseit hi of siin oer niet negholde jhanne den nuwelere hem of sinen oere de vorseide rente euwe/lic elkes iars telken termte ghelic dat voren ghescreuen es so mochte jhan de nuwelere hi ofte siin oer bi den here ende bi der wet van / den dorpe vorghenoemt sine hant slaen an de vorseide erfachtechede sonder wedersecghen van jemene ende houdense alse sine propre / erfachtechede paisiuelleke alse warbi datse de vorseide boidin hi no siin oer nembmer wederherhebben en mochte noneghere/hindeGa naar voetnoot(1) recht deran clameren en mochte ende oec so moet boidin vorseit hi of siin oer gelden so wat so vter vorseider erfachteche/den gaet eist chens eist rente. Ouer dese vorworden waren hughe van parnic jnghelbin van winhusen jhan van der rihagen / jhan de smet van hetvelde woutere rodestoc jhan ver claren sone ende boidin van gansdale alse scepenen van winhusen ende heinric / de bliec alse meier. jnt iar dat men seit .m .cc. iiijxx & xv. sgoensdachs na de bekeringhe van sente pouwels dagheGa naar voetnoot(2) | |
[pagina 74]
| |
A. Origineel: Rijksarchief Ronse, inv. nr. 201/17: Oud Parochiaal Archief, Geraardsbergen, nr. 197 ‘Renten en verkopingen tussen privé-personen’, akte nr. 1. Perkament (H 203 mm links + plica 28 mm, 205 mm rechts + plica 27 mm, B 205 mm boven, 207 mm beneden); het uithangende zegel is verloren. In dorso: (14de eeuw) van arnoude den oelsclagre; de rug is verstevigd door middel van opgekleefde bladen, waarop men leest: (ca. 1900) No 221-1298 (uit 1398).
Wi claus gaylinc . boydin van Euersbeke . symoen de meyer . jhan scoudeharinc . Seghere vleisch . / Dyedric bassac & jhan van den mersche . Scepenen van gheroutsberghe maken kinlech . alle den ghenen / die dese lettren selen sien & hoeren dat woutre van der gracht heeft ghecocht & bijaghet wel ende / wettelike jeghen arnoude den oelslaghere . en huus & en scure ende derfachtechede die daer toe hoerd / in alle den ghelaghen datse gheleghen es . tuschen sforseits arnouts woenhuse ende jhans crants erue / jeghen jhans erue verclemminen omme en summe van peninghen . die hem woutre vorseit wel & wet/telike heeft vergolden . vort es woutre van der gracht vorseit commen te deser erfachtecheden vorseit / ende daer in gherft wel ende te wette ende heeft hier toe ghedaen al dat hi sculdech was te doene bi / wette . vort heeft woutre voren ghenoemt ghegheuen den vorseiden arnoude & siin oere Dese husinghen / vorseit ende derfachtechede diere toe hoert ghelicht datse vore ghenoemt es . ten erfeliken pachte . te hou/dene van woutren vorseit ende van sijn oere . omme . tuintech schellinghe vlaemscher peninghe . siars / te gheldene in ghereden peninghen te sente bamesse ende ware oec dat sake dat dese pacht vorseit / niet vergolden en ware . woutren van der gracht vor ghenoemt ofte siin oere . van den vorseiden / arnoude . ofte van sijn oere . telken kerssauonde daer naest volghende . Dat woutre van der gracht / vorseit ofte sijn oer mochten slaen hare hant an huse & an derfachtechede die daer toe hoerd ghelicht / datse voren ghenoemt es . ende houdent ouer sine propre huse & erue sonder iemens wedersegghen ende datter / arnout vorseit no siin oer nembermeer nighene dinc no nighere hande recht eschen en selen no art no / angien soeken en selen alse warbi Dat woutre van der gracht vorseit hi no sijn oer nember / mer veruert sal wesen van desen husinghen & van derre erfachtecheden vorenghenoemt. Ende / om [dat] wi scepenen van gheroustbergh[e]Ga naar voetnoot(3) voren gheseit willen dat alle dese vorworden ghelic datse voren / ghescreuen sijn bliuen selen vast ende ghestade . so hebbe wi bi der beden | |
[pagina 75]
| |
ende bi versoeke . vanden / [partien]Ga naar voetnoot(4) voren ghenoemt dese lettren gheseghelt met onsen Seghele vthanghende in kinnessen / van wariden de welke waren ghemaect jnt jaer ons heren dat men scrijft .m. cc iiijXX . & xviijo / S[ ]Ga naar voetnoot(5) daghes vor sente mychiels Dach archangels ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ ~ | |
3. Aardenburg of omgeving
| |
[pagina 76]
| |
Het bewuste document, waarvan ‘de eer het eerst te hebben ontdekt, toekomt aan A.C.F. Koch’ (M.K.E. Gottschalk, Historische geografie, 149), komt voor in een rol van acht aaneengenaaide vellen slaande op grafelijke bezittingen, veelal moergronden, in noordelijk Vlaanderen. Deze vellen vormen in totaal zeven componenten. De eerste component, die twee vellen beslaat, bevat de datum 1307. De tweede component bevat geen rechtstreeks chronologisch element. In de derde component treft men een verwijzing aan naar de jaren 1304 en 1307. De vierde component vermeldt een toekomstige cijns voor het jaar 1308. De vijfde component behelst de transcriptie van een stuk van 1261 uitgaand van Diederik van Beveren, waarvan de datatio int jar .mil. cc. lxj. jn de maent van ongermaent suggereert dat het om een vertaling (begin 14de eeuw en mogelijk zelfs vroeger, zodat het document ook in aanmerking zou komen voor een editie) gaat: ongermaent ‘juli’?, vgl. de 19de-eeuwse datering op de rugzijde: 1261 juillet. Als zesde component volgt dan het kaartje, op zijn beurt nog gevolgd door een stuk over Saaftinge uit het begin van de 14de eeuw. De emfatische aanspreking here...iu sluit uit dat het kaartje nog dateert uit de tijd van gravin Margareta: in de hierboven genoemde tekst van 1261 luidt het nog mire lieuer vrouwen. Kennelijk gaat het in het kaartje veeleer om een adressering aan Margareta's zoon Guy van Dampierre (1278-1305). Diens opvolger kan strictu sensu evenmin worden uitgesloten. Absolute zekerheid over de datering van het kaartje hebben wij dus niet, maar de historische argumentering van een vakspecialiste als B. Augustyn en het door haar opgemerkte gegeven dat het hier gaat om ‘mogelijk de oudste landmeterskaart die voor heel Noordwest-Europa bewaard is gebleven’ (B. Augustyn, De veenontginning, 43), rechtvaardigen het voordeel van de twijfel en zetten aan tot een diplomatische uitgave, zij het onder de voorzichtige datering ‘einde 13de eeuw?’.
Boven: Dittes capricke - west eclo - Maldengheem Beneden (in kopstand): water vliet - Roeselare - ysendikeGa naar voetnoot(7) - Die proust van brugghe Links: An dit oestende so leghet boghouter ambacht Rechts: Tambacht van Ardenburgh
Dittes moershoeft van ardenburgh streckende tote boghoute ende heet benthil. / Ende es lanc twe milen ende ene mile breet. ende daer wonen lieden vp / So vele dat sire vp ebben ghemaect. twe kerken bin corten tiden. Et / ebben voracht noch | |
[pagina 77]
| |
ene te makene. here; ende dese lieden begheren an / iu dat ghi doet besoeken iu pale tieghen dese ommesaten diere / omtrent beseten siin. Elc buenre here gheld iu. ix deniere siaers. ![]() Dittes moershoeft van ardenburgh... ende heet benthil (Archives départementales du Nord te Rijsel, reeks B: Chambre des Comptes, 1388/1282bis, vel 7). De primitief getekende kerken duiden onmiskenbaar die van Sint-Laureins en Sint-Jan-in-Eremo aan. In afwijking van de op heden geldende gewoonte, vindt men hier op het kaartje het zuiden bovenaan. |
|