Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 55 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 55
Afbeelding van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 55Toon afbeelding van titelpagina van De Nieuwe Taalgids. Jaargang 55

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nieuwe Taalgids. Jaargang 55

(1962)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 347]
[p. 347]

Uit de tijdschriften

De Gids. September. G.A. van Poelje reageert met Nogmaals de rijmprent van 1937 op het artikel van Karel de Clerck betreffende Boutens' gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana.

 

Het Boek van Nu. Juli. G. Stuiveling schrijft Bij de dood van Maria Dermoût. - In de Kroniek van het Proza behandelt Pierre H. Dubois novellen en korte verhalen van jonge auteurs onder de titel Jonge schrijvers op de korte baan. - Halbo C. Kool ziet in Taboes voor Totems bij Simon Vinkenoog, Hoogseizoen, de spanning van de hoofdfiguur tussen kunstenaarschap en burgerdom uitgedrukt. - Greshoff hoort De stem van een eerlijk man in C.J.E. Dinaux, Gegist bestek II.

Augustus. - Anne Wadman geeft een overzicht van Nieuwe Friese literatuur. - Helma Wolff-Catz noemt Clare Lennart/Wim K. Steffen, Utrecht, stad en provincie, Een boeiend document.

 

Maatstaf. Juli. Piet Calis vervolgt zijn Topkonferentie (III). - H.M. van Randwijk bespreekt zeer waarderend de nieuwste verzenbundel van Ed. Hoornik, De Vis, in Ook een dode vis is nog een vis.

Augustus-September. Piet Calis vervolgt zijn Topkonferentie (IV).

 

Roeping. Juni. C.W.M. Verhoeven handelt over de Filosofie van de troost.

 

Streven. Oktober. L. Claes behandelt in Het Vlaams complex de positie der Vlamingen tegenover de franstalige Belgen. - Met Adam voor de psychologen geworpen of Het scheppende kunstwerk zet Th. Govaart het psychologisch ontleedmes in Harry Mulisch, Voer voor psychologen. - A. van Wilderode publiceert een In memoriam Filip de Pillecijn.

 

De Nieuwe Stem. Juli. N.A. Donkersloot herdenkt een der oprichters van het tijdschrift: In memoriam Jan Romein.

 

Ontmoeting. Augustus. C. Ouboters Correctie bij een gedicht van Hölderlin is geschreven naar aanleiding van een citaat uit Hölderlin dat in de juli-aflevering verkeerd afgedrukt stond in het opstel Poëzie-puur en poëzie-soda.

 

Forum der Letteren. III, Afl. 3. Simon Kooijman toont aan dat in ‘Een eiland in de Zuidzee’ Arthur van Schendel en de Zuidzee in veel biezonderheden niet op historisch en etnologisch goede voet staan.

 

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. LXXIX, Afl. 2. A. Weijnen bakent Het verspreidingsgebied van de ontronding in het nederlandse taalgebied af (waarbij hij het begrip ‘ontronding’ ruim neemt), en betrekt ook de ontronding daarbuiten in zijn beschouwing. - P.C. Boeren schrijft over Sint Jans Minne en Sinte Geertruiden Minne: de eerste is van oudchristelijke oorsprong, de tweede, jongere, is later daaraan gekoppeld, omdat bij beide heiligen aan ‘geleide’ werd gedacht. - P. Minderaa heeft Het treurspel Zungchin belicht vanuit zijn vermoedelijke groei, die hij zich als volgt voorstelt: een reeds in 1654 geconcipieerd historisch drama, waaraan Vondel misschien in de daarop volgende jaren al gewerkt had, werd naar aanleiding van de ge-

[pagina 348]
[p. 348]

beurtenissen van 1665 uitgewerkt, en kreeg daarbij een inslag van mistiedrama. Minderaa's opstel was geschreven vóor het Zungchin-hoofdstuk in ‘Van Pascha tot Noah’ III van W.A.P. Smit, maar laatstgenoemde heeft kennis kunnen nemen van de aantekeningen waarop het in hoofdzaak berustte; op een aantal verschilpunten in beider beschouwing is M. achterna door S. overtuigd. - Boekbeoordelingen: P. Brachin, La littérature néerlandaise (C. Kruyskamp); Woordeboek van die Afrikaanse Taal IV (C. Kruyskamp); M. Gysseling, Toponymisch Woordenboek (D.P. Blok, uitvoerig en met veel biezonderheden); Automatisering en Taalkunde (A. Weijnen); Verschuerens Modern Woordenboek en Atlas, geheel nieuwe druk (C. Kruyskamp); D.A. de Graaf, Het Leven van Allard Pierson (C. Kruyskamp).

 

Driemaandelijkse Bladen. XIV, Afl. 3. A.J.M. Agterbos heeft een nauwkeurig onderzoek ter plaatse ingesteld naar De aanspreekvormen in Middenen Oost-Twente, waar het gebruik van ie of doe geografisch zeer uiteenloopt; hij wil in de verdeling van de twee vormen een ‘fortioriteitsprinciep’ werkzaam zien - dat vaak geleid heeft tot een differentiatie naar de sekse - en een ‘superioriteitsprinciep’; ten slotte geeft hij een beschouwing over de mogelijke historische achtergronden van een en ander. - Van J. Naarding staan in dit nummer vier bijdragen, een over Stalt-stelt in een zwols staltenberg = steltenberg ‘hooiberg’, van ± 1800, een andere Over het Sallands in de 16de eeuw naar gegevens uit een testament van 1552; een daarin voorkomend -ken is aanleiding tot het bepalen van eigen standpunt in de discussie tussen Kloeke en W. de Vries over de oostelijke verkleinwoordsuffixen. - Het derde stuk van Naarding handelt over De bo, oorspronkelijk een verblijf voor vee dat in de wildernis weidde; de naam voor de weilanden eromheen, ‘heuving’, verklaart hij als ‘behorend tot de hof’, en in het hele complex ziet hij de oorspronkelijke vorm van de middeleeuwse ridderhofstede. - Ten slotte brengt Naarding Ruinens beëuverd ‘bereikt, tot stand gebracht’ etymologisch tot de groep van oefenen. - Een bladvulling van W.H. van der Ploeg komt terug op een Steerntjes-anies ‘sterretjes-anijs’ van de vorige jaargang, en vermeldt voorts een Pinnepuutjes (= pennenzakjes) ‘schooletuis’ en een Jehovatas ‘tas met ritssluiting (zoals de Jehovagetuigen plegen bij zich te hebben)’ van scholieren in Stadskanaal.

 

Onze Taal. XXI, Nr. 8 (Augustus). Een redactioneel artikel handelt over moeilijkheden bij het stellen van Zakelijke verslagen, een ander, dat ook al in jaargang 1946 gestaan heeft, maant tot grote matiging in het gebruik van ‘werkingsnamen’ met Gave en name, wegens de duitse tint die veel van die woorden hebben.

Nr. 9. September. Behalve het programma van het taalcongres van 13 oktober 1962, en een opwekking tot deelneming daaraan, bevat dit nummer iets over Gedistingeerdheid in taal.

 

Dietsche Warande en Belfort. Augustus-September. In de rubriek Poëzie heeft Piet Thomas bewondering voor de moed waarmee Jonckheere in Ogentroost een persoonlijke problematiek verwerkt, maar geheel bevredigend in poëtisch opzicht acht T. de bundel niet. - De Taalkundige Kroniek bevat Kempen of Kempisch van de hand van J.L. Pauwels. - Alb. W(esterlinck) laat onder de titel Monografieën over Vlaamse Letterkunde in de rubriek Boekbesprekingen de volgende werkjes de revue passeren: Raymond Brulez door Karel

[pagina 349]
[p. 349]

Jonckheere, Felix Timmermans door Hubert Lampo, Raymond Herreman door Fr. Closset, Hendrik Conscience door Emiel Willekens, Ernest Claes door André Demedts, Paul de Mont door Pieter G. Buckinx. - W.F. Hermans en het toneel en Toneeldebuut van G.K. van het Reve worden behandeld door C. Tindemans. - De Laatste Ronde bevat: Afscheid van De Pillecyn door Bert Ranke; Flitsen, ter herdenking van De Pillecyn, door E. Van Hemeldonck, en van de zelfde auteur Bij een herdenking, ter gelegenheid van een gedenkplaat, ingemetseld in de muur van het geboortehuis der Snieders'en; Julien Kuypers 70 door Alb. W(esterlinck) en Snippers, over litterair allerlei, door A. Demedts.

 

De Vlaamse Gids. Augustus. L.B. Carlier schrijft over Willem Elsschot als dichter.

 

Nieuw Vlaams Tijdschrift. XV, Nr. 9. L. Korten-Nahon publiceert Herinneringen aan mijn zuster, Alice Nahon.

 

Nova et Vetera. XXXIX, No. 5. In de rubriek Moderne talen en cultuur worden o.a. zeer in het kort besproken: Aug. Keersmaekers, Multatuli en Vlaanderen en het artikel van C. van Gestel, De religieuze opgang van Mevrouw Henriëtte Roland Holst-van der Schalk.

 

Leuvense Bijdragen. LI, Afl. 3. P. Maximilianus o.f.m. cap. vervolgt en besluit zijn nauwkeurige en uitvoerig gedocumenteerde revue van Nederlandse vertalingen van het Stabat Mater van af de Romantiek met Vlaamse Vertalingen in de 19e eeuw, Jongere vertalingen in Zuid en Noord, Prozavertalingen en een Terugblik. - Het artikel van G. Scheurweghs over The influence of the Latin Grammar of William Lily on the early English Grammarians in the Netherlands, begonnen in de vorige jaargang (zie NTg. LIV, 350), wordt nu voortgezet door C(arline) Leroux en G. Scheurweghs met Hexham's English and Dutch Grammars, namelijk The English Grammar (waarvan Mej. Leroux een niet gedrukte uitgave met inleiding bezorgd heeft; daarop berust het artikel in hoofdzaak) en The Dutch Grammar, die grotendeels een vertaling is van de Spraeckkonst van Van Heule. - In een opstel over De herkomst van Ned. konijn komt H.K.J. Cowan tot de scherpzinnige - maar, zoals veel etymologieën, niet helemaal ‘einwandfreie’ - hypothese dat het woord met het germaanse suffix -în zou gevormd zijn bij een uitheems grondwoord *kuni- of *koni-, waarvan het westvlaamse keun de rechtstreekse voortzetting kan zijn.

 

Tijdschrift voor Levende Talen. XXVIII, Afl. 4. Fr. Closset herdenkt Gerrit Achterberg.

 

Tijdschrift van de Vrije Universiteit van Brussel. IV (1961/2), Nr. 3. In dit nummer beoordeelt A. van Loey de brochure Automatisering en taalkunde (uitgave van de Stichting Studiecentrum voor administratieve automatisering).

 

Wetenschappelijke Tijdingen. XX, Nr. 7 (Augustus). J. Leenen zet uiteen Waarom ‘Kempens’ de voorkeur verdient boven het in België gangbare ‘Kempisch’.

 

Nu Nog. X, Nr. 5. In de rede die J. Plessen gehouden heeft in de openingsvergadering van de A.B.N.-week 1962 over Spanningen tussen Vlamingen en

[pagina 350]
[p. 350]

Nederlanders, en die in dit nummer is afgedrukt, komen verscheiden facetten ter sprake, o.a. acht de spreker een verblijf van Vlamingen in Nederland gewenst voor het leren van de beschaafde omgangstaal; een verblijf met dat doel wordt met nadruk bepleit door G. Geerts in zijn artikel Verhouding Vlaams-Nederlands. - Voorts de gewone rubriek Brievenbus - Taaladvies.

 

Ons Erfdeel. VI, Nr. 1. Het verslag van het colloquium van docenten in Nederlands aan universiteiten buiten Nederland en België, dat NTg. LV, 231 vlg. vermeld is, heeft Jozef Deleu aanleiding gegeven tot een artikel over Nederlands kultuurbeleid in een toekomstig Verenigd Europa. - Kanunnik Antoine Lescroart, Hazebroek (Noord-Frankrijk), die voor de nederlandse cultuur in Frans-Vlaanderen veel heeft gedaan, legt een Getuigenis uit Frans-Vlaanderen af. - Luc Verbeke zet zijn vervolgartikel voort over Taalstrijd en Vlaamse Beweging in Frans-Vlaanderen; ditmaal beschrijft hij de verdiensten daarvoor van Paul Fredericq. - Een artikel van Piet Calis over De dichter Leo Vroman wordt gevolgd door enige gedichten van Vroman met ernaast transpositie in het Frans door André Piot. - Walter Lagerwey, van ‘Calvin College’ in Grand Rapids, geeft een overzicht van De studie van de Nederlandse taal en kultuur in de Verenigde Staten, besluitend met ‘aanbevelingen’ voor de toekomst. - A.W. Willemsen heeft op verzoek van de redactie een beschouwing geleverd over De integratie van de gescheiden delen van de Nederlandse cultuurgemeenschap. - Raf Seys schrijft over Michiel De Swaen een eerste artikel, ‘De mens’, dat door een tweede, ‘De dichter’, gevolgd zal worden. - Verder een paar korte stukjes, een uitgebreide Kulturele Kroniek, waaraan verscheiden medewerkers hebben bijgedragen, evenals aan de rubriek Aantekeningen en Verslagen; enkele referaten uit Tijdschriften en Boeken zijn van Jozef Deleu en Lieselot van Son.

 

Tydskrif vir Geesteswetenskappe. II, Nr. 1 (Maart). G.P.J. Trümpelmann heeft heel wat Afrikaanse leenwoorde in die Duitse literatuur oor Suid-Afrika verzameld. - Een Repertorium van artikels in die Tydskrif vir Wetenskap en Kuns over de jaargangen 1-17 (1922-1939) is samengesteld door G.M. Bloem.

Nr. 2 (Juni). P.J. Nienaber heeft Deel V A van de Bronnegids verzorgd: een bibliografie van zuidafrikaanse taal- en letterkunde over het jaar 1961.

 

Standpunte. XV, Nr. 6 (Augustus 1962). Karel Jonckheere wijdt een artikel aan de ‘Posthume Verzen’ van Gaston Burssens. - A.P. Grové stelt zich de vraag ‘Hoe meet 'n mens 'n roman, 'n gedig?’ (Die soek na kriteria). - R. Antonissen oordeelt gunstig over Mallemole, een dichtbundel van Boerneef.

 

Volkskunde. LXIII = Nieuwe Reeks XXI (1962), Afl. 2. J. Goossens heeft De isetnenstructuur van het Belgisch-Limburgs landbouwlandschap in kaart gebracht en licht die kaart toe; ‘isetnen’ zijn voor de volkskundige wat isoglossen zijn voor de dialectgeograaf: op de kaart trekken ze grenzen tussen werktuigen en werkwijzen bij de landbouw in Belgisch-Limburg. - C. Catharina van de Graft deelt enige biezonderheden mede over Noorse St. Olof-verering in Nederland, opgekomen door de handelsbetrekkingen met de skandinavische landen. - Verder een aantal Kleine Mededelingen en veel Boekbesprekingen.

 

Neerlands Volksleven. XII, Nr. 3 (Zomer 1962). De aflevering bevat een

[pagina 351]
[p. 351]

groot aantal bijdragen, waaruit hier een keus is gedaan, voornamelijk door de omvang bepaald: veel kleine stukjes zijn niet vermeld. A. van Hageland schrijft over Felix Timmermans en de volkse kunst, naar aanleiding van een studie van Denijs Peeters, ‘Felix Timmermans, Tekenaar en Schilder’. - J. Vader vertelt Over het liefdeleven op Walcheren in vroeger tijd, tot en met de bruiloft; W. Bodrij over Volksleven in de Leidse Paradijssteeg voor vijftig jaar; E. Heupers over hedendaagse huwelijksgebruiken in Soest: Moderne folklore: ‘het zal wel lukken’. - Van Will D. Scheepers is een artikel Nederland over zee, geen carnaval zonder steelband: de steelband is een orkest van instrumenten die uit oude olievaten gemaakt zijn. - Uit het orgaan van de groninger V.V.V. is overgenomen een stukje van J. Braber over Landarbeidershuizen in Groningerland. - Over aalstrepen of witrikken, koeien van een bepaalde tekening, schrijft W. Geldof.

 

Etudes Germaniques. XVII, Nr. 3 (Juli-September). Van deze aflevering is een groot gedeelte gewijd aan ‘Langue et littérature néerlandaises’; in die afdeling behandelen ook de rubrieken ‘Notes et Discussions’ en ‘Bibliographie critique’ uitsluitend publikaties op dat terrein. P. Brachin wijst, En marge de Mariken van Nieumeghen, bij de hoge waardering die hij voor dat drama heeft, op enige zonderlinge zwakten, waartoe hij met name rekent de retoricale wijsheid die de auteur blijkbaar wil luchten en aan Mariken in de mond legt. - Louis Fessard schrijft over Vondel et la Mer: voor de zee heeft de dichter meer vrees dan bewondering, en in zijn gedichten erover, merendeels gelegenheidsgedichten en vaak in opdracht geleverd, zien we vooral de zeevaart in dienst van de oorlog en de handel. - Van M. Rutten is afgedrukt een lezing over Le symbolisme français et le renouveau de la poésie beige d'expression néerlandaise, waarin achtereenvolgens ter sprake komen Vermeylen, bij wie duidelijk invloed aanwijsbaar is van Charles Morice (R. vermoedt die zelfs in de naam van het tijdschrift Van Nu en Straks), in het kort Prosper van Langendonck, en uitvoerig Karel van de Woestijne, bij wie sporen van verscheiden franse symbolisten zijn op te merken. - In de ‘Notes et Discussions’ wordt Une histoire de la littérature néerlandaise, die van P. Brachin, besproken door Henri Flard, en dezelfde auteur wijdt een vrij uitvoerige beschouwing aan Une mystique flamande retrouvée: Maria Petyt (1623-1677), naar aanleiding van Albert Deblaere, De mystieke schrijfster Maria Petyt. - In de ‘Bibliographie critique’ bespreekt P. Brachin de volgende publikaties: A. van Loey, Schönfeld's Historische grammatica6; R.F. Lissens, Benamingen van onze letterkunde in encyclopedieën en literaire lexicons; J.A. Rispens, De geharnaste dromer; J.G. Bomhoff e.a., Isaäc da Costa; Wilfried de Pauw, De vriendschap van Albert Verwey en Stefan George; F.W. van Heerikhuizen, Het werk van Arthur van Schendel; Rico Bulthuis, Johan Fabricius; Karel Jonckheere, De Vlaamse letteren vandaag; G. Hermanowski en H. Tomme, Zuidnederlandse literatuur in vertaling, bibliografie. Louis Fessard bespreekt: Jozef Smeyers, Vlaams Taalen Volksbewustzijn in het Zuidnederlands Geestesleven van de 18de Eeuw; René Verbeeck, De dichter H. Marsman; Arthur Lehning, Marsman en het expressionisme; J.C. Brandt Corstius en Karel Jonckheere, De literatuur van de Nederlanden in de moderne tijd; Heinz Schneppen, Niederländische Universitäten und deutsches Geistesleben. Ten slotte is er een bespreking van M. Oosterhout, Snitser Recesboeken 1490-1517, door Simon Kalifa. - In de ‘Chronique’ geeft Henri Flard een kort verslag van het Collogue international sur le théatre à la Renaissance (nauwkeuriger: sur Sénèque et le théatre de la Renaissance),

[pagina 352]
[p. 352]

waar o.a.E. Rombauts en W.A.P. Smit een voordracht hebben gehouden, en Walther Thys van Le premier colloque des professeurs et lecteurs de néerlandais in Den Haag in september 1961.

 

Tijdschrift voor Geschiedenis. LXXV, Afl. 2 (1962). Onder de titel Geschiedenis en Plaatsnaamkunde levert D.P. Blok Naar aanleiding van Gysseling's Toponymisch Woordenboek een uitvoerige en belangrijke bespreking van dat woordenboek, waarin hij veel waardeert, maar waartegen hij ook ernstige bezwaren heeft.

 

Neerlandia. LXVI (1962), Nr. 7/8. In de Kroniek is een In memoriam Dr. Jozef Endepols (1877-1962) opgenomen, van de hand van J. Notermans.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken