Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 8 (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 8
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

Scans (6.58 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 8

(1939)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

Van onze leden.

Hamsteren

- In het artikel Nationaal Denken in ons nummer van December noemde de schrijver hamsteren een Duitschen term, dien hij door opslaan, oppotten of opzouten wilde vervangen. Daar is ons medelid ir. A.J.L. Juten het niet mee eens; hamsteren, zegt hij, is niet opslaan (opbergen), noch oppotten (in een pot bewaren) of opzouten (ter bewaring in het zout leggen), maar: voorraad opdoen, zonder dien persoonlijk noodig te hebben. Want dàt is het, wat de hamster doet en dit opslaan, oppotten of opzouten zal Dr. Colijn bedoeld hebben, toen hij zich begin October waarschuwende tot het Nederlandsche volk wendde. Dat dier, die hamster, is namelijk van oorsprong een steppedier en als hij zich voor den winter ging inrichten, rekende hij met een lange winterperiode en sloeg hij dus flink wat in; toen is hij met den mensch meegetrokken naar vruchtbaarder streken, met korteren wintertijd en langere oogstperioden, en was het volstrekt niet meer noodig zulke groote voorraden aan te leggen. Maar ook bij den hamster ging de natuur boven de leer, met het gevolg dat dit dier thans voorraden verzamelt, waar hij met den besten wil niet doorheen komt. Een antisociaal, kapitaalvernietigend wezen is de hamster en wie doet als hij, dus wie hamstert, dien treft ditzelfde oordeel.

Voor het overige is hamsteren geen specifiek Duitsche uitdrukking; het dier heet bij ons ook hamster en tegen hamsteren is dus - taalkundig gesproken - niets in te brengen.

 

- Een van onze leden heeft een uitnoodiging ontvangen tot bijwoning van een feestavond. Gunstig antwoord wordt ingewacht vóór een bepaalden datum; indien op dezen datum geen bericht is ontvangen, zal worden aangenomen, dat van de uitnoodiging geen gebruik wordt gemaakt. De uitnoodiging dient tevens als toegangsbewijs.

Ons lid zou willen spreken van een uitnoodiging tot het bijwonen van een feestavond; voor ‘wordt’ zou hij willen lezen zal worden en voor toegangsbewijs: bewijs van toegang. Hij betwijfelt of ‘inwachten’ goed Nederlandsch is.

Ten aanzien van dit laatste punt kunnen wij ons lid geruststellen: inwachten is oud en goed Nederlandsch. En wat het woord toegangsbewijs aangaat, wij geven de voorkeur aan: bewijs van toegang, maar de gewraakte vorming zouden wij niet durven afkeuren; ontvangbewijs naast bewijs van ontvangst, geboortebewijs, -acte, naast bewijs, acte van geboorte.

Opmerking verdient dat een groot dagblad, in een verslag van een vergadering, de uitdrukking: het lid van het Genootschap X, veranderde in: het genootschapslid X.

Je zult (zal)

- Ons lid Mr. C.H. Thiebout te Zwolle schrijft: Alhier en in den omtrek (ook in Deventer en ten Noorden van Zwolle) zegt men steeds: Je zult, Je kunt en niet: Je zal, Je kan. Dit laatste klinkt ons Zwollenaren afschuwelijk in de ooren. Komt hier iemand wonen en spreekt hij of zijne vrouw van ‘je kan’ en ‘kan je’ dan vraag ik al spoedig: ‘waar komt U vandaan, uit Holland?’

Naar mijne meening is: je kunt en kun je, en je zult en zul je, goed en het andere verkeerd.

Mijn vraag is waar ligt de grens van deze twee zegswijzen en wat zegt men in het Zuiden? In Brabant en Limburg.

Uit het artikel Werkwoordsvormen bij jullie en U (1938, 13) hebben wij kunnen zien dat gij, jij (je) en jullie 2de-persoonspronomina zijn; wij dienen dus te zeggen: gij, jij (je), jullie hebt, zult.

Begeesterde gelaten

- Ons medelid de heer Menkman wijst ons met afkeuring op het gebruik van deze beide woorden en wij kunnen zijn afkeuring begrijpen. Het woord gelaat kent geen meervoud en begeesterd is geen Nederlandsch. ‘In het Nederlandsch’, zegt het Wdb. (II, 1374), ‘zou begeesteren niet anders dan als frequentatieve vorm van begeesten te verklaren zijn, maar een frequentatieve afleiding is bij een dergelijk woord iets onmogelijks; men heeft dus gelijk met de bewering dat “begeesteren” door zijn vorm niet met den aard van onze taal overeenkomt’. (Zie verder t.a.p.).

Het Woordenboek geeft dus den heer Menkman gelijk.... in 't algemeen, maar niet heeft ons lid gelijk wanneer hij - zooals hij in dit geval heeft gedaan - aanmerking maakt op het bezigen van de genoemde woorden in een gedicht. Want met hoeveel recht wij elkander mogen wijzen op fouten in de dagelijksche schrijftaal en elkaar mogen aansporen om de taalwetten in acht te nemen, de dichter staat boven critiek. Althans boven onze critiek!

-Or of -eur

- Een lid vraagt of de keuze tusschen de uitgangen -or en -eur aan een regel is gebonden. Wij zouden denken dat wij bij woorden, rechtstreeks aan het Latijn ontleend, den uitgang -or toepassen en bij woorden, uit het Fransch genomen, -eur. Compressor, motor, promotor, respirator - maar chanteur, chauffeur, conducteur. Operateur, maar coöperator; directeur, maar rector; de medicus zal spreken van een vaporisator, de kapper van een vaporisateur. Een toestel, dat warmte uitstraalt ter verwarming, heet radiator (bij de centrale verwarming); is zijn doel overtollige warmte te spuien, dan hoort men het vaak met radiateur bestempelen (bij een auto b.v.). De autohandel schijnt Fransch georiënteerd te zijn: carburator hoort men minder bezigen dan carburateur.

[pagina 4]
[p. 4]

Ingevoerde agenten

- Ons lid de heer Du Croo vraagt ons nog eens de aandacht te vestigen op dezen ingevoerden term, waarvan hij het veelvuldig gebruik betreurt. Wij deelen het inzicht van ons lid en merken op dat onze eerste lijst van germanismen, die van Maart 1932, deze uitdrukking reeds vermeldde. Een goed ‘beklante’ agent zou men kunnen zeggen, maar dat is misschien niet deftig genoeg. Goed ‘ingewerkt’ dan? Ook niet? Wat moet het dan zijn - een agent met veel relaties, - die overal zijn introducties heeft? Laat ons dan zeggen een goed ingeleide agent of, als men bepaald een vreemd woord wil, een goed ‘geïntroduceerde’ agent. Dat is in elk geval beter dan dat ingevoerd, een woord dat men niet zou verstaan als men geen Duitsch kende.

Regelmatige dienst

- Gebruiken scheepvaartmaatschappijen bij voorkeur de uitdrukking ‘een regelmatige dienst’, in plaats van ‘een geregelde dienst’? Neen, zegt ons lid de heer Donker; ‘ik heb gedurende mijn 37-jarige praktijk steeds “geregeld” gebruikt en kan mij niet herinneren in advertenties, dienstregelingen of prospecti ooit het woord “regelmatige” dienst te hebben gelezen.’

Het schijnt dus dat wij met onze verdenking ten aanzien van scheepvaartmaatschappijen in het algemeen, hebben gegeneraliseerd en dit blijkt ook uit een advertentie van twee maatschappijen. ‘The Regents Line (Grand Union (Shipping) Ltd. London.) Van Januari 1939 af geregelde afvaarten’ - ‘Oranje Lijn. Regelmatige winterafvaarten naar....; regelmatige 14-daagsche directe verschepingsgelegenheid....’

Onze verontschuldigingen tegenover de...... buitenlandsche Maatschappij!

Den staf breken

- ‘... Vosmaer..., die een staf gebroken heeft voor Multatuli's kunstenaarschap, die de baanbrekende beteekenis van Multatuli's proza doorzag.’ De uitdrukking ‘een staf breken’ is hier verkeerdelijk gebruikt; ‘den staf breken over iemand’ wil zeggen: een afkeurend oordeel over hem uitspreken. Hier was ‘een lans breken’ ter plaatse geweest; het opnemen voor iemand, hem verdedigen. ‘Vosmaer, die den handschoen voor Multatuli opgenomen heeft, die voor Multatuli een lans heeft gebroken.’

Zeetermen

- Een belangstellende lezer vestigt de aandacht op de vele verhaspelde termen in gebruik bij de zeevaart, - woorden als ‘kabelklaring’, ‘vissing’ en dgl. Het eenvoudige woord wipper is ‘Whipper’ geworden, de dirk een ‘Derrick’; zelfs spreekt men van ‘een derrickende kraan’! Als een der ‘gruwelijkheden’ van den allerlaatsten tijd - een vorming, die onze correspondent aan de dagbladpers ten laste legt - noemt hij ‘stapelloop’.

Uitwegen

- ‘Het voorstel-Ankersmit om de werkwoorden “uitwegen” en “uit te wegen” te vervangen door “uitweg maken” en “uitweg hebben”, werd verworpen met 42 tegen 11 stemmen.’

Wij hebben dit fraaie werkwoord uitwegen reeds een paar jaren geleden gesignaleerd (jg. 1934, 11, 21); één lid van onzen Raad noemde het een monstrum en een ander lid spotte: .... is vroeger uitgeweegd? of: heeft vroeger uitgewogen?

Tweeënveertig tegen elf stemmen!

Er

- Een lid heeft opgemerkt dat, in het bijzonder in officieele stukken, (naar Duitsch of Engelsch voorbeeld?) er wordt weggelaten, waar het naar ons taalgebruik niet gemist kan worden. Als voorbeelden haalt ons lid aan: ‘... in hoeverre grondstoffen nog beschikbaar zijn’ i.p.v. ‘in hoeverre er nog grondstoffen beschikbaar zijn; ‘... dat voedselschaarste niet dreigt’ i.p.v. ‘dat er geen voedselschaarste dreigt’. Wij weten niet wat onze autoriteiten heeft geleid tot het kiezen van deze zinsconstructie; klinkt hun de vorm met er soms wat te huiselijk in de ooren?

Vrijbank

- ‘De vrijbank is de grootste concurrent van den slager.’ Begrijpt gij het niet? De vrijbank is - kan niets anders zijn dan - de bank in het park, waarop minnekoozende paartjes zich neerlaten; zij is hier het symbool van de ‘zarte Sehnsucht’. De getroffenen door deze gemoedsstemming kenmerken zich door hun afkeer van materieele genoegens, in het bijzonder culinaire; zij leven in hoogere sferen. Zij dragen dus niet bij tot de vergrooting van het debiet des slagers en, overdrachtelijk gesproken, is de vrijbank dus des slagers concurrent; zij neemt hem zijn klanten af.

De overladen zin

- Als een staaltje van de verwarring, die de ‘frommel’-stijl teweeg brengt in onze waardeering van de functie der woorden in den zin, vermeldt een lid de volgende tirade (met een enkele wijziging, die niet ter zake doet, ontleend aan een brief van een belangrijke instelling): ‘.... deze door U als bekwaam en voortvarend geschetsten vertegenwoordiger....’.

Ont-

- ‘Een vrouw is uit het krankzinnigengesticht ontvlucht’. Ont- geeft reeds het begrip verwijdering (van of uit iets) te kennen (een heel enkele keer: nadering, b.v. in ontbieden); wij kunnen dus zonder bezwaar spreken van: uit het gesticht gevlucht, of: het gesticht ontvlucht.

Instantie

- Het ‘Crisis Invoer Bureau’ te 's-Gravenhage noemt zich een ‘instantie’; beter ware instelling.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken