Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 28 (1959)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 28
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

Scans (6.69 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 28

(1959)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Woning(en)nood

(Ir. A.) Het is mij opgevallen dat in samenstellingen zo algemeen gebruik wordt gemaakt van het woord woning in het enkelvoud, alsof het een soortnaam is, zoals water. Zo leest men: woningtekort, -voorraad, -bezit, -telling, -schaarste, -produktie, -overschot, -bouw, -reserve. Hiertegenover staat: lerarentekort, bankbiljettenvoorraad, schepenbezit, gesprekkentelling, goederenschaarste, sigarenproduktie, leerlingenoverschot, huizenbouw, soldatenreserve.

Is het niet beter Nederlands te spreken van woningentekort, woningenschaarste, enz.? Is het gebruiken van het enkelvoud in deze samenstellingen soms een vakjargon, dat we moeten trachten uit te bannen ook uit onze wetten? Zie het ontwerp

[pagina 57]
[p. 57]

voor een Woningwet (Zitting 1955-1956) nr. 4234; art. 57 en art. 58 betreffende woningbehoefte en woningtelling.

 

(Red.) Het verschil tussen enkelvoud en meervoud in samenstellingen is niet afhankelijk van de vraag of het eerste deel van de samenstelling een soortnaam is of niet. Het Nederlands gaat in deze kwestie zeer grillig te werk. Zo spreken wij rustig van een ‘tandarts’ en een ‘kleuterschool’, terwijl de arts toch voor meer tanden en de school toch voor meer kleuters moet zorgen. Zo ook in ‘boekhandel’. Het komt ons echter voor dat bij het maken van nieuwe woorden men beter volgens een logisch principe kan tewerkgaan. Inderdaad, de samenstellingen met ‘woning’ worden vrijwel altijd met het enkelvoudige woord gemaakt, terwijl een meervoudig woord voor de hand zou liggen. Zich hiertegen te verzetten, is naar onze mening, niet meer mogelijk. Het zou ook kunnen zijn dat in het woord ‘woning’ meer is uitgedrukt dan de behuizing alleen, misschien ook ‘het feit dat men ergens moet wonen’, zodat er niet gemakkelijk een meervoud van gemaakt kan worden. En ten slotte: de tussenklank -e(n)- moet men niet scherp zien als een meervoudsuitgang. De uitspraak van de spellingcommissie 1954 maakt een verschil tussen strikt meervoud (boekenkast) en niet (beddegoed); het ware wellicht beter geweest de knoop hier voor eens en voor altijd door te hakken, nl. altijd -e! We waren dan weer eeuwen uit de zorgen geweest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken