Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 37 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 37
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (8.41 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 37

(1968)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De groei

van de Nederlandse woordenschat zou wel eens sterker kunnen zijn dan de afbraak. Zo maar wat nieuwe woorden volgen hieronder, toevallig uit lectuur en gesprek vergaard. (Ten overige: dat je ‘schat’ in onze taal voor zóveel zaken kunt gebruiken: schatkist, woordenschat en ‘lieveling’, kan psychologen verleiden tot een conclusie over het liefdesleven van de Nederlandstalige, zoals iemand eens ‘zonde’ bekeek in: ‘het is zonde van het geld’.) □ Fatsoensrakker is al wat jaren oud; die ‘rakker’ is niet een stoute jongen maar de knecht van de schout: voorbeeld hoe oud weer nieuw wordt. □ Zeer mooi is sleutelslaapje: even wegdutten met de sleutelbos in je hand, sleutels vallen, wakker schrikken, slaapje net genoeg om weer fris te zijn. □ Een impulsboek is een boek dat plotseling grote belangstelling van het publiek trekt. Als een uitgever een boek tot impulsboek verklaart, mag het ook buiten de ‘service biedende en voorraadhoudende boekhandel’ worden aangeboden. □ En wat denk u van het maken? Niet ‘iets vervaardigen’, maar in zinnen als ‘je moet toch weten dat je dit niet maken kunt’ of ‘wat bedoel je dat ik dat niet maken kan?’ of ‘hij en zijn makkers hebben het nog niet gemaakt’. Meestal met een ontkenning; daarvoor wordt een plan, een idee, een bewering of iets dergelijks genoemd en daarná wordt met ‘maken’ gezegd dat er niets van terecht gekomen is. □ Na de Randstad komt nu de vingerstad of het kralensnoer. □ Een leegzit is een periode waarin je niets te doen hebt (Van Dale kent leegzitten - zat leeg - heeft leeggezeten.) □ Buitengebeuren, woord aan de Nederlandse taal toegevoegd door een Ned.-Duitse televisieman. □ Als je het goed bekijkt, is clips met meervoud clipsen natuurlijk onzin Zó'n ding heet clip (Engels voor: knijper, klemhoutje; ook zo'n ouderwetse broekveer bij het fietsen heet in het Engels een clip.) Dus als het moet: clip of liever nog klip meervoud klips. □ De taalgeschiedenis heeft meer voorbeelden van dit clip-clips-clipsen: bijvoorbeeld schoe, meervoud schoen, nieuw meervoud schoenen; tee-teen-tenen. □ Het salariaat is het oude proletariaat aan het vervangen. Het salariaat is de grote groep van mensen die in loondienst zijn, om het even of ze tuinen moeten spitten of fabrieken moeten besturen. □ Let ook eens op het dubbele-bodemeffect. Laat in een discussie de ander opgewonden uitpraten en zeg dan zo langs je neus weg: ‘In wat u beweert, zit een dubbele bodem’. De kans is niet gering dat u het wint; de ander gaat dan de mist in. □ Wil je kunnen meepraten over de inhoud van televisieprogramma's dan is enige kennis van de e-schaal, f-schaal, autoritaire persoonlijkheid, selffullfilling prophecy, in-groups, out-groups, anomie niet onaardig. Het zijn begrippen uit de sociale psychologie. Altijd makkelijk er wat mee te schermen, net als een halve eeuw geleden met de complexen en de moederbindingen. Het lekengebruik van dit soort woorden is vaak gelijk aan illegaal recepten schrijven voor eigen ziekten. De uitvinders van bovengenoemde woorden zijn daarom er niet zo blij mee dat hun scheppingen gemeengoed aan het worden zijn. □ Een pseudo-event is een gebeurtenis die niet zelf nieuws is maar die op touw wordt gezet om nieuws te scheppen. □ De wetenschap die zich met de toekomst ‘in de ruimste zin des woords’ bezig houdt, heet prognostica of prognostiek ook wel futurologie, ook wel perspectivisme, anders gezegd: long range forecasting. □ Wat een trend-

[pagina 32]
[p. 32]

setter is, kunt u met behulp van een Engels woordenboek gissen. □ Dat ‘des’ in ‘wat des keizers is’ is een eigen leven gaan leiden. Gelezen: ‘dat is niet des overheids’. □ Of de spelling tsionisme beter is dan zionisme, moeten de kenners van de hebreeuwse transcriptie uitmaken. Als die z echt als ts moet worden uitgesproken, is zionisme een spelling-germanisme. □ Pieterjan (één woord) mocht van de burgerlijke stand eerst niet als voornaam. Later weer wel. □ De Edese Courant van 15 maart had een advertentie opgenomen waarin om een epibriste werd gevraagd (anders kwam er niemand...). Ieder kent Carmiggelts verhaal over epibreren. Nu meldt het Vrije Volk van 11 juni dat een wijnhandel per advertentie een tessefediante lokt. Met die naam hoopt de wijnman - aldus het Vr. V. - ‘zijn facturiste te vangen.’ Zo zijn er ook allerlei mogelijkheid in de kapperswereld. Een hunner noemde zich (voor de rechter) een communication manager. Desgevraagd lei hij uit dat hij probeerde ‘de visuele communicatie te bevorderen.’ □ De staatssecretaris van sociale zaken en volksgezondheid heeft in eigen persoon uitgesproken dat de aanprijzingen natuurzuiver en natuurbrood geen wezenlijke betekenis hebben ‘omdat geen maatstaven bestaan waaraan moet worden voldaan om deze benamingen te gebruiken.’ □ Woorden passen zich aan: een nieuw bijwoord in ‘hij werd overheerst door zijn gereserveerd geestige, afstandelijk noterende ik’, een nieuw bijv. naamwoord is ‘een luidkeelse broederschap’. □ Voor schoolmeesters: mag grammaticaal het volgende? ‘Ik ben bereid te zeggen dat niet ik maar zij gelijk hebben’. □ Een door bell ringing campaign is huisbezoek, meer niet, ten hoogste nog huisbezoekcampagne. □ Stripteuze. Begrijpt iedereen. □ Nog wat beeldspraak. ‘Benzine levenselixer van de bourgeoisie, heeft de revolutie de nekslag gegeven.’ En ‘het verloop van x loopt de leider van het ensemble uit de hand, zijn ondergeschikten nemen geleidelijk aan het heft in handen om hem ten slotte geheel buiten spel te plaatsen.’ □ Een Waalse Belg die als directeur nu ook wel Nederlands moet kennen, zei tegen iemand die moest opstaan: ‘'t is gij ontwaakt van uw stoel’. □ Verbazing wekte het weekblad dat schreef: ‘Hij zou zo geleidelijk heel Amerika kunnen omturnen’. □ Bij het salariaat merkte de Volkskrant op: Salariërs aller landen,... □ Er zijn ook (zie clip-clips boven) mensen die steevast van een peperklips spreken; allemaal uit de grote bak van onbegrepen enkel- en meervouden (colli's, data's) waarmee de ene de algemene ontwikkeling van de ander denkt te kunnen meten. □ ‘Het nu zo goed als ter ziele Xerxes-DHC’. Leert hieruit hoe woorden in een systeem kunnen passen. Die -e van ziele gaf het duwtje. □ Bij voorraad is een juiste uitdrukking, betekenis: ‘bij voorbaat’, gebruikelijk in de rechtsgeleerde terminologie. ‘Bij voorraad hartelijke dank’ kan. Maar iemand die zo iets leest en bij voorraad niet kent, zal denken dat de schrijver zich vergist heeft. □ Weggevertje misschien aan het Engels ontleend: giveaway. Toch zeer goed woord. □ Op een lot: ‘Prijzen blijven gedurende 1 jaar na de trekking ter beschikking van de prijswinnaars’. Daar zou je uit kunnen opmaken dat je ze na een jaar weer moet teruggeven. □ Dat 's-Heer-Arendskerke als Schraskerke wordt uitgesproken, zegt een Zeeuw, is niet waer: het is Suskerke of Sgrarenskerke. □ Voorbeelden dat in (het is in) al oud is, gezien. Een lezer stuurt ons een zin uit een boekje (1903) waarin staat ‘het echte parlementarisme is er niet meer in’. Toch doet dat ‘er’ ons twijfelen. Maar in gaat weg, het wordt nu snel. □ Iemand vraagt ons de stoplappen met name en in eerste instantie eens te signaleren. ‘Met name’ houden we zelf ook te veel van (let op de constructie). Overigens, hebt u wel eens gemerkt hoeveel mensen op een gegeven moment of op een gegeven ogenblik zeggen als ze ‘toen’ of ‘dan’ of helemaal niets bijzonders bedoelen? □ Blijkens het Arka-week blad van 30-3-68 bestaat in onze taal een verzamelnaam voor de ambtenaren die werkzaam zijn op de weerschepen van de Rijksluchtvaartdienst. En wel: rijksluchtvaartdienstweerschepenpersoneel. We hadden gedacht dat de stijgsnelheidsmeterijkinstallatie het langste woord in de Nederlandse taal is. □ Het kortste woord in het Nederlands is het woord waarmee we onze beleefdheid uitdrukken: u. (Iets voor een beschouwing als over schat is lieveling èn geld?) We korten het zelfs nog onnodig af: a.u.b.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken