Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 38 (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 38
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 38Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 38

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.11 MB)

Scans (8.24 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 38

(1969)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Onverstaanbare taal

Ieder wordt geacht de wet te kennen. Het zou moeten betekenen dat ieder geacht wordt, de wet te kunnen lezen en dat is niet ‘haalbaar’: de taal van de wet is een vaktaal, een groepstaal.

Ambtelijke taal behoeft geen vaktaal te zijn als het taal betreft die de overheid gebruikt in stukken, voor de gewone burger bestemd. Iedere ambtenaar moet geacht worden de gewone burger te kennen en deze zo aan te kunnen spreken dat de bedoeling van zijn woorden duidelijk is. Zo spreekt hij ook dikwijls, zo schrijft hij ook dikwijls (er zijn werkelijk voortreffelijke stukken overheidsproza), maar soms...

Het blad Bouwwereld 65 (1969), nr. 10, 9 mei 1969, blz. 913-914 vertelt het volgende. Het geval spreekt voor zichzelf.

‘Ergens in ons landje stond een klein landbouwbedrijfje te koop waarop een interessent zich voorstelde een varkensmesterij te beginnen. Gelukkig was hij zo verstandig vóór de koop te sluiten raad te vragen aan zijn bouwkundige. Deze, door ervaring wijzer geworden, schreef voor betrokkene een brief aan de onderhavige gemeente, die daarop als volgt antwoordde:

Naar aanleiding van uw bovenaangehaald schrijven delen wij u mede, dat bedoeld perceel in het vigerend bestemmingsplan is gelegen in het agrarisch gebied I. Perceel en gebou-

[pagina 41]
[p. 41]

wen voldoen niet aan de bestemmingsbepalingen, doch ontheffing is mogelijk na goedkeuring van Gedeputeerde Staten. In het ontwerp-bestemmingsplan, waarvoor een voorbereidingsbesluit is genomen, ligt het perceel in de bebouwingszone van het agrarisch gebied. Perceel en gebouwen voldoen niet aan de ‘Bestemmings- en gebruiksvoorschriften van het algemeen bestemmingsplan.’

Voor een varkensmesterij is vrijstelling mogelijk (onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten) mits:

 

1.de oppervlakte van het perceel 0.25 ha bedraagt (grootte is 0,322 ha).
2.de inhoud van het hoofdbedrijfsgebouw 300 m3 bedraagt (is thans ca. 100 m3, doch kan worden vergroot);
3.de breedte van het bouwperceel minimaal 40 m bedraagt (is slechts ca. 20 m);
4.de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tenminste 5 m bedraagt (thans aan één zijde ca. 3 m en aan de andere zijde ca. 8 m). Het perceel heeft een te geringe breedte en voldoet derhalve niet aan het gestelde sub 3.

 

Een eventuele aanvrage om bouwvergunning zal op grond van artikel 50 lid 2 van de Woningwet moeten worden aangehouden totdat:

 

1.het voorbereidingsbesluit vervalt, waarna met ontheffing en goedkeuring van Gedeputeerde Staten vergunning mogelijk is of
2.omtrent goedkeuring van het bestemmingsplan onherroepelijk is beslist, waarna de vergunning moet worden geweigerd.

 

Het enige duidelijke van dit antwoord is, dat de man aan wie het gericht was helemaal niet wist hoe hij het had. Wij constateren bij herhaling dergelijke feiten. In het zuidwesten van ons land is op het ogenblik bij de gemeentebesturen een voorontwerp (streekplan) ter discussie gesteld. De tekst van dit plan met de toelichting daarop wemelt van vreemde woorden en uitdrukkingen en zeker 95% van degenen die ambtshalve dit stuk moeten doorworstelen zullen dit niet kunnen zonder een goede vreemde-woordentolk naast zich. De gemeenteraden in dit gebied zijn als regel samengesteld uit eenvoudige lieden, en wij vrezen dat velen van hen er niet toe zullen komen het gehele plan tot in alle onderdelen door te nemen. Wij kunnen hun dat niet kwalijk nemen. Overigens is door een statenlid al een opmerking gemaakt over dit erbarmelijke feit, maar misschien is het wel de bedoeling van de samenstellers dat het plan alleen beoordeeld zal worden door wetenschapsmensen, alsof die de wijsheid geheel in pacht hebben. Van het tegendeel zijn bewijzen te over. Degenen die zo geweldig gebrand zijn op inspraak van de massa, zouden er goed aan doen te beginnen zich teweer te stellen tegen het hier gesignaleerde euvel.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken