Een traditionele dagvaarding
Heden, de 15de november 1984, ten verzoeke van J.C., bakker, wonende Beierstraat 15 te A., te dezer zake woonplaats kiezende ten kantore van de advocaat en procureur Mr. B.F. die door mijn rekwirant wordt gesteld tot zijn gemachtigde om hem als zodanig in rechte te vertegenwoordigen,
heb ik, V.P., deurwaarder bij de arrondissementsrechtbank te A., en aldaar kantoorhoudend aan de P. gracht 14
GEDAGVAARD
P.d.G., wonende te A., aldaar te zijnen woonhuize aan de Sterstraat 12 mijn exploot doende, sprekende met en afschrift dezes latende aan A.Z., echtgenote van de gedaagde,
Om op maandag de 22ste november 1984 des voormiddags te 9.00 u. in persoon of bij gemachtigde te verschijnen ter terechtzitting van de kantonrechter te A., alsdan aldaar te houden in het kantongerecht aan de K. singel 28,
TENEINDE
alsdan namens mijn rekwirant als eiser te horen eis doen en concluderen dat,
Aangezien eiser op zo augustus 1984 in zijn woning aan gedaagde heeft verkocht een bakkersoven van het merk Ideal, met bijbehorende mengkuip, dit alles voor de prijs van f 2900;
Aangezien de gedaagde op 25 augustus 1984 des voormiddags omstreeks 11 u. in bijwezen van de eiser de gekochte goederen heeft opgehaald met zijn bestelwagen; Aangezien eiser en gedaagde alstoen aldaar mondeling hebben afgesproken dat gedaagde de hierbovenvermelde goederen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval vóór 25 september 1984 zou betalen;
Aangezien eiser op 25 september 1984 nog geen betaling ontvangen had; Aangezien, nadat de onderhavige vordering opeisbaar geworden was, eiser op 10 oktober 1984 gedaagde per aangetekende brief heeft aangemaand om tot betaling over te gaan, zulks met de mededeling dat bij gebreke van tijdige voldoening vanaf laatstgenoemde datum aanspraak zou worden gemaakt op vergoeding van de rente krachtens de wet, aan welke vermaning de gedaagde geen gevolg heeft gegeven;
MITSDIEN
bij vonnis van genoemde kantonrechter, uitvoerbaar bij voorraad, voorzover de wet zulks toelaat, niettegenstaande verzet of hogere voorziening en zonder borgtocht, gedaagde zal worden veroordeeld om aan de eiser tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de som van f 2900 ter zake van voormelde gronden verschuldigd, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 1286 BW over dit bedrag vanaf 10 oktober 1984 tot aan die der voldoening en met veroordeling van gedaagde in de kosten van het geding.
De kosten dezes van mij, deurwaarder, zijn f 45.
Deurwaarder