Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 56 (1987)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 56
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 56Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 56

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.73 MB)

Scans (31.33 MB)

ebook (4.57 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 56

(1987)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

Reacties

Waakzaam en toch lijdzaam
Anne-Marie Schoofs - Den Bosch

De bijdrage van J. van Malde op blz. 5 van het januari-nummer toont iets van de schizofrenie in mijn bestaan. Van Malde roept velen op de krachten te bundelen in de strijd tegen taalvervuiling en het veramerikaansen van onze taal.

Als beroepsdeskundige in het onderwijs is het onder andere mijn taak de leerlingen te wijzen op verkeerd woordgebruik en foutieve constructies. Daarbij bekruipt mij vaak het gevoel uit het bekende kinderliedje ‘hihihi, hahaha, ik stond erbij en ik keek ernaar’. Ondanks al mijn inspanningen en die van verschrikkelijk veel collega's blijkt taal zich vrij autonoom te ontwikkelen. Iedereen kan constateren dat de ‘hun-constructie’ (Hun zeggen...) oprukt. Zo'n constructie, schriftelijk aangeboden aan examenklassers van het mavo, wordt niet meer spontaan als fout ervaren. Een dergelijke zin wordt wel spontaan fout genoemd door volwassen cursisten op een administratieve cursus. Beide groepen echter gebruiken in hun mondeling taalgebruik deze constructie.

 

Een ander voorbeeld. De staatssecretaris van Emancipatiezaken gaf aan een groep vrouwelijke taalkundigen opdracht een lijst op te stellen van neutrale beroepsnamen. De benaming ‘timmer’ haalde het programma van Sonja, veroorzaakte wat hilariteit en verdween samen met de andere benamingen van de lijst naar de achtergrond. Bij mijn weten worden de namen nergens gebruikt, zelfs niet in feministische kring. Evenmin werden uitdrukkingen als menskracht in plaats van mankracht gemeengoed. Kennelijk is het feminisme als drijvende kracht om taalverandering te bewerkstelligen te klein. Taal volgt eigen wetten.

Toen het Latijn van Cicero tot het mooiste Latijn, hèt klassieke Latijn werd verklaard en norm werd, was dat de doodsteek voor deze toen nog levende taal. Het Latijn kon zich niet meer aanpassen aan veranderende behoeften.

Misschien is het beroepsdeformatie, maar bij iedere rode streep, iedere fout die ik hoor en die ergernis oproept, is er tegelijkertijd de verwondering dat sommige fouten langzamerhand structureel worden. Een proces van taalverandering: ik stond erbij en ik keek ernaar.

Leerzaam!
A. Minderhoud - Middelburg

In het januari-nummer op blz. 5 pleit J. van Malde onder de titel Lijdzaam of waakzaam? voor beraadslaging over de vraag welke functie Onze Taal eigenlijk heeft. Uit zijn bijdrage (die vrijwel geheel uit retorische vragen bestaat!) maak ik op dat hij van het blad verwacht dat het tracht ‘duidelijk invloed uit te oefenen’ onder meer ‘ter bevordering van de taalbeheersing van de huidige en de komende generatie jongeren’. Ik ondersteun hem daarin gaarne.

 

Van Malde wijst op de klachten over het gebrekkige Nederlands van studenten en jonge academici. Ik ben advocaat, een beroep waarvoor misschien wel als voor geen ander de noodzaak van een goede taalbeheersing geldt. Juist vanwege de genoemde klachten en de gevoelde noodzaak van voortdurende scholing (Frans durf ik in dit blad niet te gebruiken) behoort Onze Taal sedert 1 januari 1987 tot de vakliteratuur van mijn kantoor. Het eerste nummer van dit jaar voldoet wat mij betreft al meteen aan de verwachtingen. Na de veronderstelling van de redactie dat ik deel uitmaak van een uitstervende generatie zal ik nooit meer ‘u zoudt’ durven schrijven (blz. 13). Bovendien zal ik het WNT, dat onze bibliotheek siert, vooral na het stimulerende artikel van Heestermans (blz. 10) zeker wat meer gaan raadplegen.

 

Van Malde pleit voor waakzaamheid. Hij (m/v) schrijft zelf: ‘Nu gaat het er mij niet om alle vreemde woorden te vervangen, maar om onze houding tegenover de brede aantasting van het Nederlands.’ Heb ik het mis als ik (waakzaam als ik moet zijn) opmerk dat aan het eind de woorden ‘te bepalen’ zouden moeten worden toegevoegd?

Koppenmaken in de praktijk
F.J. Rekké - redactie Gooi- en Eemlander

Het stukje ‘Taalkritiek: dagbladkoppen’ op blz. 5 van het januari-nummer zal ervaren eindredacteuren wellicht aanleiding geven tot een licht schouderophalen. Op deze plaats wil ik als hun pleitbezorger optreden, door uit te leggen onder welke omstandigheden koppen tot stand komen.

Welke taken heeft de eindredacteur? Snel kopij doorlezen en corrigeren; terzelfder tijd fungeren als ‘verkeersagent’ die stapels berichten en verhalen verdeelt over vele editiepagina's; beoordelen waar de kopij thuishoort. Inmiddels blijven regioredacteuren hun kopij via de onverdroten ratelende telexen doorseinen. Een collega-eindredacteur is druk doende met scheuren en selecteren. Je werkt zo snel mogelijk omdat verwerking van nieuwe kopij alweer wacht.

 

Landelijke dagbladen beschikken meestal over ‘koppensnellers’. Bij de meeste regionale dagbladen werkt de eindredacteur aan de koppen. In beide gevallen is er sprake van een haastklus. De eindredacteur voelt de ogen

[pagina 42]
[p. 42]

van de chef-opmaak(redacteur) priemen (Komt er nog wat van?) als de produktie uit de hand dreigt te lopen. Immers, ook de opmaak mag maar zeer kort duren. De krant móét op tijd klaar. Er wachten nog zovele handelingen in het produktieschema. De drukkers, de expeditie en honderden krantenbezorgers rekenen erop op een vast tijdstip hun aandeel te kunnen leveren.

Het kàn niet anders of (ook) de eindredacteur glijdt wel eens uit onder een dergelijke tijdsdruk.

 

Raadselachtige koppen mag de heer Tholhuijsen terecht veroordelen. Dan is de eindredacteur-koppenarchitect verkeerd bezig geweest. Hij moet zich wel terdege van de essentie van het artikel vergewissen.

De journalist geeft meestal een kopsuggestie aan; zo hóórt het althans. Maar dan nog kan die kop cryptisch uitvallen omdat (bijvoorbeeld) twee derde van het artikel geschrapt is. De schrijvende journalisten kunnen op afstand niet beoordelen hoe het kopijaanbod van die dag eruitziet. Zij vertrouwen hun produkt toe aan de eindredacteur en de opmaakredacteur. Die bepalen uiteindelijk de vormgeving. Ik zou de heer Tholhuijsen willen vragen bij voortduring verontrust te blijven. Als het werkelijk ‘op de krant’ de spuigaten uitloopt, zal de hoofdredactie er ongetwijfeld ook wel iets van zeggen. Wellicht valt te overwegen de eindredactie ‘dan maar’ uit te breiden? Nu dwaal ik af naar de personele (beleids) sfeer. Een reden om dit commentaar te beëindigen. In de hoop dat er enig begrip ontstaat.

Kom maar kijken

Achttien lezers van Onze Taal nodig ik uit om een aantal uren het produktieproces van een klein, zelfstandig dagblad in Hilversum te volgen. Eén voorwaarde: we starten uiterlijk om 12.30 uur. Dit is noodzakelijk om de produktiegang ook daadwerkelijk van A tot Z mee te maken. Bij een groter aantal aanmeldingen valt er ook nog wel iets te regelen. Uw reactie s.v.p. richten aan F.J. Rekké, Postbus 15, 1200 AA Hilversum.

Niet in het woordenboek
Rik Schutz - medewerker woordenboekredactie, Utrecht

end slaat nergens op (d)
echografie zoek je niet zo maar op (e)
eclips is geen echt Nederlands (a)
eenrichtingsverkeer is wel duidelijk (b)
eventjes is een onbenullig woord (c)

Althans volgens de helft van de 87 inzenders is dit de ‘oplossing’ van de prijsvraag op blz. 9 van het januarinummer. Daarin werd gevraagd om de ‘juiste’ motivering voor weglating uit het woordenboek te geven bij de vijf genoemde woorden.

In hoeverre de inzenders met deze oplossing hun eigen standpunt over deze woorden weergeven of dat ze zich slechts verplaatsen in de leerlingen van de basisschool, zullen we wel niet kunnen achterhalen.

Toen ik zo royaal een woordenboek ter beschikking stelde voor elke goede oplossing, speculeerde ik erop dat de oplossers zouden zoeken naar de logica achter de antwoorden. De relatie tussen de gegeven voorbeelden en de redenen voor weglating leek zo onlogisch. Ik heb goed gegokt, want de ‘correcte’ oplossing is niet ingezonden. Die staat al op blz. 9 van het januari-nummer: al, b2, c3, d4 en e5. Eén exemplaar van het woordenboek gaat naar de bibliotheek van het Genootschap Onze Taal.

Stelling

In volgende edities van Nederlandse woordenboeken dient het werkwoord klûnen op de volgende manier opgenomen te worden:

klûnen, (kluûnde, gekluûnd)

(< Fries),

1. het met ‘ijs’-ingwekkende snelheid van de sloot op de wal raken;

2. (fig.) de loper uitleggen. In samenstellingen: kluûn 'plaats, m. (-en), wegomlegging;

kluûntraject' o. (-en), (< scheik.) overgangsfase van de vloeibare naar de vaste toestand.

Proefschrift van B.K. Vriesema, Rijksuniversiteit Groningen, april 1986.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken