Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 62 (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 62
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 62Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 62

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.52 MB)

Scans (103.48 MB)

ebook (8.80 MB)

XML (1.61 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 62

(1993)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

Vraag & antwoord
Taaladviesdienst

● Nederlandse nationaliteit

? Wat moet ik invullen achter Nationaliteit: ... op een formulier: Nederlander of Nederlands(e)?

 

! Er is een gebruiksverschil tussen het zelfstandig naamwoord Nederlander (Nederlandse) en het bijvoeglijk naamwoord Nederlands(e). De volgende twee voorbeelden maken dat duidelijk:

1 Iemand is Nederlander (of Nederlandse);

2 Iemand heeft/bezit de Nederlandse nationaliteit.

 

Het kopje Nationaliteit: ... op een formulier staat in feite voor de vraag: ‘Welke nationaliteit hebt u?’ Het antwoord op die vraag is: ‘(Ik bezit de) Nederlandse (nationaliteit)’. Gebruik van de verbogen vorm van het bijvoeglijk naamwoord (Nederlandse) is overigens niet nodig. Achter het kopje Burgerlijke staat: ... schrijven we ook gehuwd of ongehuwd zonder buigings-e; ook hier hebben we te maken een verkorte vraag, met als antwoord (de) gehuwd(e staat).

● Verwijswoorden

? Welke verwijswoorden zijn correct in de zin ‘Het managementteam verwacht dat hij/zij/het zijn/haar inspanningen kan vergroten’?

 

! Correct is: ‘Het managementteam verwacht dat het zijn inspanningen kan vergroten’.

Het geslacht van het zelfstandig naamwoord (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) is bepalend voor de vraag welk verwijswoord u moet gebruiken: het verwijswoord moet namelijk in geslacht overeenstemmen met het zelfstandig naamwoord. Het volgende schema geeft de verschillende mogelijkheden weer:

geslacht onderwerp lijd./meew. voorwerp bezittelijk voornaamwoord
het bedrijf        
het-woord onzijdig het het zijn
de werkkring        
de-woord mannelijk hij hem zijn
de vereniging        
de-woord vrouwelijk zij haar haar

Hoe kunt u het geslacht van het zelfstandig naamwoord bepalen? Onzijdige woorden zijn gemakkelijk te herkennen aan het lidwoord: ze krijgen altijd het. Bij mannelijke en vrouwelijke woorden is het wat lastiger: het zijn immers beide de-woorden. Bij twijfel biedt een woordenboek of spellinggids hier hulp: die geven met behulp van de afkortingen o. (onzijdig), v. (vrouwelijk), m. (mannelijk) of v.(m.) (vrouwelijk, ook mannelijk) uitsluitsel over het geslacht.

Ter illustratie van bovenstaand schema enkele voorbeelden:

1 Het comité heeft in zijn vergadering van 2 maart jl. besloten dat het akkoord gaat met de voorgestelde statutenwijziging.

2 De vereniging (v.) Vluchtelingenwerk voelt zich in haar werk onvoldoende gesteund door het Ministerie van Justitie, zo heeft zij dinsdag bekendgemaakt.

3 De ondernemingsraad (m.) vindt dat de directie hem zijn werk onmogelijk maakt; hij heeft hierover inmiddels een bezwaarschrift ingediend.

Bij v.(m.)-woorden mag u kiezen. In de volgende gevallen kunt u van deze regels afwijken:

- als het biologisch geslacht zich sterk opdringt:

4 Het oude omaatje heeft haar (niet zijn) grijze haren knalrood geverfd. - bij (vaste) uitdrukkingen van het type op z'n X, zoals op z'n minst, op z'n beloop, op z'n plaats:

5 Een kleine toelichting (v.!) is hier op z'n (niet haar) plaats.

Gebruik van het grammaticaal correcte verwijswoord levert soms een stijve formulering op (zie bijvoorbeeld hij in 3); in dat geval biedt een omschrijving uitkomst: ‘de raad heeft hierover...’

● Verantwoording/verantwoordelijkheid

? Ik twijfel over het gebruik van verantwoording en verantwoordelijkheid. Wat is het verschil tussen deze twee zelfstandige naamwoorden?

 

! We hebben hier te maken met twee verschillende afleidingen: verantwoordelijkheid is afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord verantwoordelijk; verantwoording is afgeleid van het werkwoord verantwoorden.

Uit de verschillende grondwoorden - verantwoordelijk en verantwoorden - kan het betekenis- en gebruiksverschil tussen beide afleidingen worden verklaard. Verantwoording draagt de betekenis van het werkwoord in zich: de handeling van het zich verantwoorden. Je kunt iemand daarom ter verantwoording roepen, om verantwoording vragen, of verantwoording laten afleggen.

Verantwoordelijkheid bevat de betekenis van het bijvoeglijk naamwoord (de eigenschap of toestand van het ‘gehouden zijn rekenschap te geven van iets’). Met andere woorden: verantwoordelijkheid bezit je of bezit je niet: daarom kun je de verantwoordelijkheid hebben, dragen of krijgen voor iets, of ze berust juist bij iemand anders.

● Een ingenome(n) standpunt

? Eindigt het bijvoeglijk naamwoord in ‘een ingenome(n) standpunt’ op een n of op een e?

 

? Op een n, dus ‘een ingenomen standpunt’.

Voltooide deelwoorden kunnen gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord. Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op een t of een d (posten/gepost, huren/gehuurd); de uitgang van sterke werkwoorden is (meestal) -en (sluiten/gesloten, inslaan/ingeslagen).

Een voltooid deelwoord op -en blijft onveranderd als het als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt. We schrijven dus: een ingenomen standpunt, een gesloten raam, een ontvangen rekening, een gevallen vrouw.

Eindigt het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord op een t of d, dan krijgt het in dezelfde gevallen als het ‘gewone’ bijvoeglijk naamwoord een buigings-e: de geposte brief, een gehuurde flat (een gehuurd appartement), de bestede bedragen, de verlote prijzen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken