Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 62 (1993)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 62
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 62Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 62

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.52 MB)

Scans (103.48 MB)

ebook (8.80 MB)

XML (1.61 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 62

(1993)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 249]
[p. 249]

Vraag & antwoord
Taaladviesdienst

● Irriteren en ergeren

? Kunt u mij het verschil tussen ergeren en irriteren duidelijk maken?

 

! De betekenissen van deze twee werkwoorden liggen dicht bij elkaar, maar in hun gebruiksmogelijkheden verschillen ze gedeeltelijk. Dat leidt gemakkelijk tot een veelgemaakte taalfout.

Ergeren en irriteren zijn beide een overgankelijk werkwoord (= ze verlangen een lijdend voorwerp):

-Zijn taalfouten ergeren haar.
-Haar betweterigheid irriteert hem.

Tot zover is er niets aan de hand: de zinspatronen komen precies overeen. Maar hiernaast kan ergeren ook wederkerig worden gebruikt:

-Zij ergert zich aan (of over) zijn taalfouten.

Irriteren kent die mogelijkheid niet, maar wordt - onder invloed van ergeren - toch vaak zo gebruikt:

-Hij irriteert zich aan haar muggezifterij.

Aan dit verkeerde gebruik van irriteren zal zij zich wel weer ergeren.

● Met vriendelijke groet(en)

? Tegenwoordig worden brieven steeds vaker afgesloten met met vriendelijke groet. Zelf gebruik ik altijd met vriendelijke groeten, omdat ik dat zo geleerd heb en op de een of andere manier correcter vind, mede op grond van de briefafsluiting in andere talen (Engels best regards, Frans salutions cordiales of Italiaans cordiali saluti). Mijn collega beweert echter dat alleen met vriendelijke groet juist is. Kunt u opheldering geven?

 

! In het Nederlands mag u tegenwoordig uw brief zowel met een enkelvoudige als een meervoudige groet afsluiten. Het is een kwestie van persoonlijke smaak. Met vriendelijke groet is wel wat jonger dan met vriendelijke groeten: in oudere correspondentieboeken komen we de eerste nog niet tegen. Wellicht vinden sommigen met vriendelijke groet daarom een tikkeltje informeler klinken dan met vriendelijke groeten, al lopen ook hierover de meningen uiteen.

Een nog formelere afsluiting is Hoogachtend. Er zijn ook correspondenten die hun brief twee keer afsluiten:

Met vriendelijke groet(en),

hoogachtend,

Zo'n dubbele afsluiting is te veel van het goede. Als u een groet met hoogachting wilt combineren, dan kunt u beter gebruik maken van de formulering Met vriendelijke groet(en) en hoogachting.

● Als, wanneer en indien

? Wat zijn de betekenis- en gebruiksverschillen tussen de voegwoorden als, wanneer en indien?

 

! Daartoe moeten we onderscheid maken tussen voegwoorden van tijd en voegwoorden van voorwaarde of veronderstelling. Als en het iets formelere wanneer zijn als voegwoord van tijd synoniem:

1Geef je me een seintje als (wanneer) je weggaat? (= op dat moment)

Daarnaast kunnen als, wanneer en indien voegwoord van voorwaarde/veronderstelling zijn. Ook nu is als de minst formele van de drie. Indien komt uitsluitend in de schrijftaal voor:

2Als (wanneer, indien) ik mij niet vergis, gaat de trein om 14.03 uur.

Overigens is het niet altijd eenvoudig om uit te maken of als voegwoord van tijd, voorwaarde of veronderstelling is:

3Als ik goed gegeten heb, slaap ik lekker (= tijd: elke keer/altijd als)
4Als ik goed gegeten heb, slaap ik lekker (= veronderstelling: indien)
5Als ik goed gegeten heb, slaap ik lekker (= voorwaarde: mits)

 

Concluderend: als en het ietwat formelere wanneer zijn in alle betekenisvarianten te gebruiken. Reserveer indien als schrijftaalvariant van als voor een voorwaardelijk of veronderstellend verband.

● In tegenstelling tot jij/jou

? Wij twijfelen over het juiste voornaamwoord in de zin ‘Ik lust graag kastanjes, in tegenstelling tot jij/jou’. Na de voorzetseluitdrukking in tegenstelling tot verwacht je een vierde naamval, dus jou. Maar iemand anders beweert dat jij in deze zin onderwerp is, net als ik.

 

! Goed is: ‘Ik lust graag kastanjes, in tegenstelling tot jij’.

Op blz. 618 lezen we in de ANS de volgende regel: ‘Persoonlijke voornaamwoorden die gecombineerd worden met een voorzetsel, hebben de niet-onderwerpsvorm: bij mij, van jou.’ In tegenstelling tot is een voorzetseluitdrukking, wat volgens de regel voor jou pleit. Maar de regel is hier niet van toepassing. In de probleemzin is namelijk meer aan de hand. Hij bevat een samentrekking en kan - volledig uitgeschreven - als volgt gelezen worden:

1Ik lust graag kastanjes, in tegenstelling tot (het feit dat) jij (geen kastanjes lust).

Het onderwerp ik wordt in deze zin vergeleken met een ander onderwerp, dat ook als zodanig moet optreden, dus als jij.

Met jou zou de zin een geheel andere betekenis krijgen, omdat dan twee voorwerpen worden vergeleken:

2Ik lust graag kastanjes, in tegenstelling tot jou (= ‘kastanjes lust ik wel maar jou lust ik niet’).

 

Nog een voorbeeld, deze keer met de voorzetseluitdrukking in plaats van:

3aHij nodigt Joris uit in plaats van jou.
3bHij nodigt Joris uit in plaats van jij.

In 3a gaat het om een keuze tussen Joris en jou: hij nodigt niet jou maar Joris uit. Zin 3b plaatst hij tegenover jij: niet jij maar hij nodigt Joris uit.

Hetzelfde onderscheid zien we bij woorden als behalve en uitgezonderd:

4aBehalve jij was er niemand in de kamer.
4bBehalve jou heb ik niemand ontmoet.
5aUitgezonderd jij/Jij uitgezonderd kwam niemand op tijd.
5bUitgezonderd jou/Jou uitgezonderd heb ik niemand gefeliciteerd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken