Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 63 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 63
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 63Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 63

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.92 MB)

Scans (63.47 MB)

ebook (10.09 MB)

XML (1.65 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 63

(1994)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

Jouw Taal

Zin om te schrijven over taal? Stuur je bijdrage (max. 150 woorden) naar: redactie Jouw Taal, Laan van Meerdervoort 14A, 2517 AK Den Haag. Geplaatste inzendingen worden beloond met een boekebon.

Rijmen is gezond

De Sint is allang weer weg. Maar wat blijft zijn de cadeautjes en de rijmen. Van de inzendingen van oude en jonge Jouw-Taallezers naar aanleiding van de oproep in het oktobernummer vonden we de volgende het aardigst. Gefeliciteerd, Dorien!

 

Mijn moeder (Adrie) schreef samen met een koppeltje heren een boek Nederlands voor de basisvorming. Na vergaderingen kwam zij altijd vol verhalen thuis. Al haar mannelijke collega's, driftig rokend en hard pratend - dat schijnt ‘manniger’ en interessanter te zijn - passeerden dan de revue. Ik zag voor me hoe ze daar aan tafel zat, steeds harder pratend om boven die mannenherrie uit te komen. Ik besloot haar met Sinterklaas een speelgoedtrompetje te geven. Daar kon ze dan op blazen, als ze de aandacht van het herenspul wilde. Ik schreef er het volgende gedicht bij:

Voor de vergadervrouw
 
In grote, sjieke vergaderzalen
 
achter reerug en konijn
 
zit ‘Arie’ Sekeris parmantig
 
enig vrouwelijke schrijver te zijn.
 
 
 
Vieze sigaretterook
 
van dikke, rokende meneren,
 
die de kleine' wel eens even
 
‘het schrijven’ zullen leren,
 
 
 
omringt Aadje aan alle kanten,
 
terwijl ze hooggehakt, bellen in d'r oren
 
zó probeert te praten
 
dat de mannen haar zullen horen.
 
 
 
Maar oh nee, haar zacht gefluister
 
kan de mannenherrie niet aan
 
zodat menig goed idee
 
hopeloos verloren is gegaan.
 
 
 
Daarom bedacht Sint dit cadeautje
 
voor in de vergaderzaal:
 
blaas erop als je een idee hebt,
 
ze luisteren geheid allemaal.
 
 
 
Veel plezier met je presentje
 
Geniet er maar eens lekker van
 
wie weet word je dan toch nog ooit
 
een echte, grote vergaderman.

Gedicht voor de vergadervrouw

Dorien Sekeris (16 jaar) - Leimuiden

Tweetalige opvoeding

Mijn ouders komen allebei uit Groningen. Na hun trouwen verhuisden ze naar het westen. Buitenstaanders kunnen niet horen dat mijn ouders uit Groningen komen, want ze spreken vloeiend Nederlands. Tegen elkaar spreken ze nog wel Gronings. Gronings is heel handig wanneer ze - bijvoorbeeld in een kledingzaak - even met elkaar willen overleggen zonder dat de opdringerige verkoper zich ermee gaat bemoeien.

Maar op school had ik soms wel moeite met Nederlands. Ik gebruikte bijvoorbeeld Groningse woorden of uitdrukkingen. Mijn opa en oma wonen nog steeds in Groningen. Hoewel mijn oma goed Nederlands kan spreken, praat ze steeds vaker in het Gronings tegen mij. Het Gronings is dan een teken van vertrouwen. Gelukkig versta ik haar wel, ook al kan ik alleen in het Nederlands antwoorden.

 

Bert Erik ten Cate (21 jaar) - Maastricht

GepEHepEIMTepAAL

Praten of schrijven over een onderwerp waar buitenstaanders niets mee te maken hebben. Hoe doe je dat? In geheimtaal dus. Een oude bekende is de p-taal: vóór elke klinker zeg of schrijf je ep, zonder nadruk op de e van ep te leggen: ‘ik word niet goed van hem’ wordt dan ‘epik wepord nepiet gepoed vepan hepem’.

EpOPRepOEP

Wepie sprepeekt epof schrepijft eper nepog mepeer epin epeen gepehepeimtepaal? Epen hepoe zepiet depie eperepuit? Schrepijf hepet epaan Jepouw Tepaal!

Tukkerdam?

Enschede en Hengelo worden samen één stad. Maar hoe moet zo'n dubbelstad gaan heten? Er zijn al verschillende namen genoemd, allemaal een beetje saai: Twentestad, Enschelo of - een beetje ondeugend - Hengelschede. Als er niets beters wordt bedacht, wordt het misschien wel gewoon Enschede-Hengelo. Niks aan. Zou Tukkerdam niet leuker zijn? Of hebben jullie een beter idee? Laat het de redactie weten!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken