Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 64 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 64
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 64Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 64

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.78 MB)

Scans (217.87 MB)

ebook (12.73 MB)

XML (1.70 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 64

(1995)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

Tamtam
taalberichtentaalberichtentaalberichtentaalberichten

Nederlands-Perzisch lexicon

Voor de 20.000 Perzisch-sprekenden in Nederland en Vlaanderen is er sinds kort een basiswoordenboek Nederlands-Perzisch. Ghodratollah Mirzaee Cheshmeh, maatschappelijk werker bij het Kortrijkse Migrantencentrum, en lic. Guy Simons werkten vier jaar aan de vertaling en omschrijving van 12.000 Nederlandse woorden in het Perzisch.

Het Perzisch is een Indogermaanse taal met leenwoorden uit het Arabisch. Het heeft dus verwantschap met de Europese talen. Zo'n 80 à 90 miljoen Iraniërs, Afghanen, Tadzjieken en Pakistanen spreken Perzisch. Tijdens de Arabische overheersing in de middeleeuwen werd het Perzische (spijker)schrift verdrongen door Arabische lettertekens. De oorspronkelijke taal bleef door de eeuwen heen bewaard.

Voor inlichtingen over het nieuwe woordenboek: (vanuit Nederland 0032-) 056-371825 of 219931.

Bolkestein: ‘Retorische overdaad schaadt’

Op 13 februari ontving de politicus Frits Bolkestein de Thorbecke-prijs voor politieke welsprekendheid. In zijn dankrede ging hij onder meer in op de rol van politieke welsprekendheid in de politiek. Een citaat.

 

‘“Het zou bepaald ongewenst zijn als onverhoeds honderdvijftig kristalzuivere redenaars elkaar te lijf zouden gaan met de vlammende zwaarden van hun welsprekendheid, op de plaats waar nu moeilijk uit hun bastaardwoorden komende compromissenbakkers hun ondoorzichtige werk doen.” Dat schreef de huidige staatssecretaris voor cultuur Aad Nuis in 1985. Het geldt nog steeds. In ons parlement schaadt retorische overdaad. Welsprekendheid heeft niet zo veel zin als het erom gaat invloed uit te oefenen op het te bereiken compromis.

In het jaar 75 na Christus schreef de Romeinse geschiedschrijver Tacitus dat welsprekendheid slechts onlusten vergezelde en de prikkel was van een onbeheerst volk, wars van gehoorzaamheid en ernst. Daarom kan zij in goedgeordende staten ook niet ontstaan. “Zolang Rome stuurloos was, zolang het zich afmatte in partijschappen en twisten en tweedracht, zolang er geen vrede was op het forum en geen eendracht in de senaat, heeft onze staat ongetwijfeld een sterke welsprekendheid voortgebracht, evenals in een braakliggend veld enkele welige kruiden opschieten.” Aldus Tacitus.

Dat gaat ons wat ver. Toch blijft mijn mening: hoe saaier de politiek, des te gelukkiger het land.’

Eigen taal is geld waard

Taal is macht: wie zijn taal inlevert, stelt zich ook economisch als de zwakkere op. Christina Kik, advocate van het Octrooibureau Vriesendorp en Gaade, eist voor het Europese Hof van Justitie alsnog erkenning van het Nederlands als volwaardige voertaal bij het Europese Merkenbureau. Haar stelling is dat Nederlandstaligen in een verzwakte concurrentiepositie belanden als we het Nederlands in Europees verband opgeven. Het hanteren van de eigen taal in juridische procedures is een economische kwestie, omdat in procedurezaken het kleinste nuanceverschil kan leiden tot vertragingen, fouten en misverstanden. Het recht op een eigen taal is voor Kik vooral een zaak van centen. Ze probeert daarom Nederlandstalige ondernemers mee te krijgen in haar strijd voor het behoud van een volwaardige rol voor het Nederlands binnen de Europese Unie.

Bronnen: De Standaard 1-2-1995, Het Financieele Dagblad 6-2-1995
[pagina 89]
[p. 89]

Het nut van stijlcheckers

Er is nu ook een stijlchecker voor het Nederlands. Dat is een computerprogramma dat - geïnstalleerd ‘onder’ het tekstverwerkingsprogramma WordPerfect - de schrijver wijst op de taal- en stijlfouten die hij in zijn tekst heeft gemaakt.

De checker is duidelijk nog niet volmaakt, zo bleek uit een test door NRC Handelsblad. Het programma laat een heleboel fouten passeren. Nog erger misschien is het dat de checker bestraffend gaat knipperen bij zinnen waar helemaal niets op aan te merken is; zo maakt hij de schrijver alleen maar onzekerder.

 

Toch is er ook een andere kant aan de zaak. In dergelijke tests hebben we de neiging de prestaties van de stijlchecker te vergelijken met het commentaar van een deskundige, bijvoorbeeld een auteur van een adviesboek. Maar dat is niet reëel; een tekstschrijver kan zijn tekst niet even laten nakijken door dergelijke personen. Het elektronisch commentaar moet dus vergeleken worden met commentaar dat een schrijver van zijn directe omgeving kan verwachten: van zijn collega's bijvoorbeeld.

Dat is de achtergrond van een experiment van B. Andeweg en J.J. Schoorl (Technische Universiteit Delft). Zij vergeleken het computercommentaar op veertien teksten van hun studenten met het commentaar dat medestudenten op die teksten gaven.

Het resultaat? De medestudenten winnen, vooral omdat ze meer gericht zijn op - direct verwerkbare - verbeteringen, terwijl de computer alleen foutmeldingen geeft. Het voordeel van de checker is de uitgebreide toelichting die de gebruiker met een klik kan oproepen.

Bronnen: NRC Handelsblad, 16-2-1995; B. Andeweg en J.J. Schoorl in: Perspectieven in taalbeheersingsonderzoek, blz. 157-165. Dordrecht, 1994.

Meer aandacht voor taalkunde

‘In de voorgestelde opzet voor de Tweede Fase van het voortgezet onderwijs ligt bij het vak Nederlands te veel nadruk op de taalvaardigheden. Voor taal- en letterkundige kennisaspecten is nauwelijks aandacht. Er moet onder andere gezocht worden naar een koppeling van vaardigheden aan taalkundige inhoud, waarbij het gaat om kennis van het taalsysteem en taalgebruik.’ Dit zei prof. dr. H. Hulshof, bijzonder hoogleraar in de theorie van de moedertaaldidactiek, in zijn oratie op 24 februari jl. aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Hulshof draagt het voorstel van de Commissie Vernieuwing Eindexamenprogramma's Nederlands havo/vwo voor een experiment taalkunde in het vwo-programma dan ook een warm hart toe. Binnen dat experiment zouden leerlingen vragen en opdrachten moeten maken bij teksten over taalkundige onderwerpen die aansluiten bij de behandelde taalverschijnselen en taalkwesties. Volgens Hulshof krijgt het vak Nederlands daarmee niet alleen een meer vakgerichte disciplinaire invulling, maar wordt bovendien de leesvaardigheid - dankzij de koppeling aan taalkundige onderwerpen - uit de vrijblijvende sfeer gehaald.

Bron: persbericht Katholieke Universiteit Nijmegen, 20-2-95

Reclame bij rouw

De baas is dood. Vroeger hadden alleen de opvolgers in spe daar gemengde gevoelens bij. Nu zien we steeds vaker dat de pr-afdeling zich likkebaardend over het afscheid buigt. De rouwadvertentie is immers dé mogelijkheid om het bedrijf of de afdeling te ‘positioneren’. Alleen zo valt het te verklaren dat er steeds meer rouwadvertenties verschijnen van het volgende type:

Hij heeft indrukwekkende bijdragen geleverd aan de totstandkoming van onze cosmeticalijn Pantera en later ook aan het ontwerp van de Wild Boy herencollectie. De overledene is een man die daadwerkelijk mede de basis heeft gelegd voor de wereldwijde successen van ons concern.


illustratie

Niet doen, adviseert B. de Buisonjé in het eerste nummer van Communicatie, het nieuwe blad voor voorlichters, pr-medewerkers en anderen die met communiceren hun brood verdienen.

Bron: ‘De één z'n dood...’ in Communicatie, januari 1995, blz. 19


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken