Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 64 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 64
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 64Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 64

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.78 MB)

Scans (217.87 MB)

ebook (12.73 MB)

XML (1.70 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 64

(1995)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 158]
[p. 158]

Tamtam
taalberichtentaalberichtentaalberichtentaalberichten

P.C. Paardekooper: ‘Vlaams moet uit het Groene Boekje’

Het Zuidhollandse woord gosiemekul (Piet Snot) is niet in het Groene Boekje te vinden, evenmin als het Zeeuwse kallekienders (kinderhoofdjes). Dat is ook logisch, want het Groene Boekje geeft de spelling van de standaardtaal, en niet die van dialecten. Maar hoe komt het dan dat er wel Vlaamse dialectwoorden in staan, zoals goesting (‘trek, zin’), koeken (‘ruiten’) en pijken (‘schoppen’)? Volgens P.C. Paardekooper heeft het veel te maken met de in Nederland heersende opvatting dat Vlaams een táál is, in plaats van een verzamelnaam voor Vlaamse dialecten. Paardekooper: ‘Veel Nederlanders - ook beleidmakers - weigeren te erkennen dat Vlamingen Nederlands spreken en dat hun cultuur een stukje van de onze is. Die emotionele afweer is een gaaf bewaard stukje traditie uit de 16de en 17de eeuw, toen Noord en Zuid tegenover mekaar stonden als fundamentalistisch calvinistisch en rooms. Taalkundig berust die op niks, taalpolitiek is het een flater.’

Vanzelfsprekend vindt Paardekooper dat er in de nieuwe editie van het Groene Boekje, die eind dit jaar verschijnt, geen Vlaamse dialectwoorden meer mogen voorkomen.

 

Bron: NRC Handelsblad, 8 april 1995

Nederlands in Europa

De ‘kleinere’ talen hebben het de laatste tijd niet makkelijk in politiek en bestuurlijk Europa. Tegen die (dreigende) stiefmoederlijke behandeling is van verschillende kanten verzet gerezen. Zo protesteerden eind vorig jaar onder andere België, Nederland en Griekenland (met succes) tegen een Frans plan om het aantal ‘werktalen’ in de Europese Unie te beperken tot vijf: Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans. En vier maanden geleden eiste een Nederlandse advocate voor het Europese Hof van Justitie dat het Nederlands alsnog als volwaardige voertaal wordt erkend bij het Europese Merkenbureau. Het Merkenbureau gebruikt sinds zijn oprichting in 1993 alleen de vijf ‘grote’ talen.

Onlangs voelde de Nederlandse regering zich gedwongen om nog eens voor het Nederlands in de bres te springen. Ditmaal ging het om de informele bijeenkomsten van de Europese Unie, waar niet alle elf talen toegestaan zijn (zoals bij de formele bijeenkomsten), maar slechts drie: Engels, Duits en Frans. Dat is de Spanjaarden en de Italianen een doorn in het oog. Geregeld dringen zij aan op een extra vertaalhokje. Mochten de Spanjaarden en Italianen hun zin krijgen, dan moet ook het Nederlands worden toegelaten, vindt het kabinet. Zo niet, dan overweegt Nederland om die informele bijeenkomsten te mijden.

 

Bron: Reformatorisch Dagblad, 31 maart 1995

Nieuw uitspraakwoordenboek

Hoe spreek je het woord notoir eigenlijk uit? Als ‘nootoor’? Of is het veel gehoorde ‘nootwaar’ ook goed? Voor het antwoord op zo'n vraag moet je bij een uitspraakwoordenboek zijn, maar dat bestaat niet voor het Nederlands - althans niet meer, want de twee uitspraakwoordenboeken die eerder werden gemaakt, zijn nu alleen nog antiquarisch verkrijgbaar.

Daarin komt binnen afzienbare tijd verandering. Op initiatief van uitgeverij Het Spectrum en onder het toeziend oog van de Nederlandse Taalunie ontwikkelt het Onderzoeksinstituut voor Taal en Spraak van de Rijksuniversiteit Utrecht een nieuw uitspraakwoordenboek. Het instituut maakt bij zijn werk gebruik van een geavanceerd computersysteem, dat gekoppeld is aan een spraaksynthetisator, een apparaat dat kunstmatig spraak kan voortbrengen.

Het boek zal zo'n tachtigduizend woorden beschrijven; het geeft behalve de correcte uitspraak ook de daarvan afwijkende. Woorden als voor en zee worden opgenomen met de beginletters v en z, maar er staat bij dat ze vaak klinken als ‘foor’ en ‘see’. Voor de notatie wordt van fonetisch schrift gebruik gemaakt, een systeem dat aan elke hoorbare klank een apart teken toekent.

Begin april is een proefboekje met duizend woorden voorgelegd aan een groep taalspecialisten. Het is de bedoeling dat de eindversie begin 1996 persklaar is.

 

Bron: de Volkskrant, 1 april 1995

[pagina 159]
[p. 159]

Zo gezegd

‘Ik ben een voorstander van een zo groot mogelijke taaleenheid tussen Noord en Zuid, maar als u mij zegt: “Geef eens de norm voor een goede uitspraak”... Die hébben we dus niet. Je kunt bezwaarlijk het Randstads - het geejve en loowpe en de f'briek - als de norm beschouwen. En een andere norm hebben we evenmin. Dat is de grote schande van ons taalgebied, want in het Engels en Duits en Frans heb je wél een standaarduitspraakwoordenboek. Ik verneem nu van de Taalunie dat ze er werk van gaan maken. Dat is op z'n zachtst gezegd nogal laat, maar beter laat dan nooit.’

 

Eugeen Berode, taalraadsman bij de BRTN, in HUMO

Nederlands op Franse scholen

Leraren Nederlands op Franse middelbare scholen krijgen binnenkort dezelfde status als hun collega's die andere vakken geven. Dat beloofde de Franse minister van onderwijs Bayrou in april aan zijn Nederlandse en Vlaamse ambtgenoten. Hiermee is een einde gekomen aan een ruim tien jaar durende inspanning van de Nederlandse en Vlaamse regering.

De Franse toezegging kan flinke gevolgen hebben voor het Nederlands in Noord-Frankrijk. In dat Nederlandse-dialectgebied volgen op dit moment niet meer dan tweeduizend scholieren Nederlands. Dat geringe aantal heeft veel te maken met het daar heersende tekort aan leraren Nederlands. Frankrijk kent voor het vak Nederlands geen officiële akte van bekwaamheid. Zonder zo'n akte kan een leraar geen volwaardige erkenning als leerkracht krijgen en heeft hij ook geen uitzicht op een vaste aanstelling. Vandaar dat maar weinigen zich geroepen voelen om leraar Nederlands in Frankrijk te worden.

Overigens maakte minister Ritzen er geen geheim van dat de belofte van Bayrou het resultaat was van onderhandelingen waarin het vooral ging om geven en nemen. ‘In Nederland stijgt de belangstelling voor het Frans bij de leerlingen, maar ze daalt bij de kandidaat-leraren. Dat ik moeite doe om een toekomstig tekort aan leraren Frans te voorkomen, zal mijn Franse collega ongetwijfeld tot soepelheid hebben bewogen’, aldus Ritzen.

 

Bron: De Standaard, 2 april 1995

De Taalunie krijgt een zusje

In de Franstalige kringen van België hoort men nogal eens beweren dat die Vlamingen het maar goed bekeken hebben met hun Taalunieverdrag. Als wij zoiets met Frankrijk hadden, zo luidt de redenering, zouden we minder taalpolitieke blunders maken. Waar of niet, er schijnt nu zo'n overeenkomst in de maak te zijn. De tekst is in ieder geval al bekend. Het wordt geen echt verdrag tussen twee regeringen, maar een akkoord (entente) tussen twee door die regeringen opgerichte instituten, voorlopig voor vier jaar.

De gevolgen van het gebrek aan internationale samenwerking blijken bijvoorbeeld bij de zogenoemde néologie. De Franse regering publiceert al jarenlang lijsten van Franse vaktermen (ter vervanging van anglicismen natuurlijk), waarvan het gebruik verplicht is. België heeft zich in beginsel bij deze gedwongen taalzuivering aangesloten. Van de duizenden nieuwe woorden die op de Franse lijsten staan, zijn er tot nu toe echter slechts enkele tientallen overgenomen, en de controle op de naleving door het bedrijfsleven is nihil.

 

Op nog een ander punt dreigt disharmonie. In 1990 werd in Frankrijk een (lichtgewicht) spellinghervorming afgekondigd. Deze Rectifications zijn een dode letter gebleven en zullen waarschijnlijk een zachte dood sterven. In België blijken er nu evenwel plannen te bestaan om de nieuwe schrijfwijzen in het onderwijs in te voeren.

In een derde geval is de mislukking niet alleen aan het gebrek aan internationale samenwerking toe te schrijven, maar ook aan de structuur van het staatsbestel. België is tegenwoordig een federale staat, een nogal complex geheel van centrale overheid, gemeenschappen en gewesten, elk met een bepaalde autonomie. (De grondwet kent daarnaast nog vier taalgebieden, maar die hebben geen bevoegdheden.) Terwijl de Vlaamse Gemeenschap met Nederland samenwerkt in de Taalunie, heeft de Franse Gemeenschap tot nu toe haar taalpolitiek zelfstandig bepaald en gevoerd.

Zo werd in 1993 een decreet uitgevaardigd dat de vervrouwelijking van beroepsnamen regelt (boulanger → boulangère). Overheid, onderwijs en arbeidsmarkt moeten zich hieraan houden. Al spoedig bleek echter dat deze maatregel niet bindend was voor gemeenten (want die vallen niet onder de Franse Gemeenschap, maar onder het Waalse Gewest) en ook niet voor de centrale overheid. De werkingssfeer is daardoor veel beperkter dan de bedoeling was. Daarnaast blijken de grammaticale voorschriften op diverse punten af te wijken van de regelingen die in andere delen van de ‘francophonie’, in het bijzonder in Frankrijk zelf, gelden.

Misère alom dus. Alle hoop is nu op de toekomstige entente gericht. De tekst spreekt veelbelovend over coopérer, collaborer en coordiner.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 8 april 1995

  • 31 maart 1995

  • 1 april 1995

  • 2 april 1995