Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 64 (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 64
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 64Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 64

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.78 MB)

Scans (217.87 MB)

ebook (12.73 MB)

XML (1.70 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 64

(1995)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 282]
[p. 282]

Tamtam
taalberichtentaalberichtentaalberichtentaalberichten

Vloeken blijkt mee te vallen

Bijna de helft van de Nederlanders zegt nauwelijks of nooit te vloeken, en zeventig procent ergert zich aan gevloek. Dat blijkt uit een onderzoek dat het Nipo uitvoerde voor de Bond tegen het Vloeken.

Verder kwam naar voren dat mannen, jongeren en onkerkelijken relatief vaak vloeken en dat rooms-katholieken het iets meer doen dan protestanten. Driekwart van degenen die zich ergeren aan gevloek van anderen probeert er ook iets van te zeggen. Ook de meeste opvoeders van kinderen maken hun kinderen duidelijk dat vloeken niet kan.

‘Vloeken’ bleek trouwens een relatief begrip te zijn. Het Nipo definieerde het als ‘godslastering’, maar tweederde van de ondervraagden verstaat er ook iets anders onder: het uiten van verwensingen, krachttermen en schuttingwoorden.

Voorzitter ds. B. Wiegeraad van de Bond tegen het Vloeken had verwacht dat veel meer mensen zouden vloeken, gezien het veranderende taalgebruik in de media en de afnemende invloed van kerken. ‘Toch heeft de bond nog heel wat te doen’, vindt Wiegeraad, ‘zolang nog veel mensen het gebruik van het woord mongool als scheldwoord erger vinden dan het misbruiken van Gods naam.’

Bron: Algemeen Dagblad, 5-10-1995

Alfa's doorgronden teksten sneller dan technici

Vraag technici om in tien minuten de hoofdlijnen uit een tekst te halen, en ze zullen u vermoeien met details. Geef je ze een halfuur, dan slagen ze er wél in de belangrijkste informatie te selecteren. Maar na een korte zogenoemde skim-instructie (een nauwkeurige instructie om alleen de eerste zin van elke alinea te lezen) lukt het de technici ook in tien minuten. Dat blijkt uit een recent onderzoek van de vakgroep Communicatie en Kennisoverdracht van de Technische Universiteit Delf.

En de letterenstudenten? Voor hen blijkt het niet uit te maken: met en zonder skim-instructie doorgronden ze de tekst even snel. Zonder twijfel komt dat doordat alfa's tijdens hun studie veel ervaring opdoen met het doorzien van de structuur van een tekst.

Bron: persbericht Technische Universiteit Delft

Onduidelijke brief van gemeente mag retour

Inwoners van Utrecht die van de gemeente een onbegrijpelijke brief krijgen, hoeven niet langer te blijven gissen naar wat er nu eigenlijk wordt bedoeld. Vanaf volgend jaar kunnen ze zo'n brief terugsturen, en aangeven wat er niet duidelijk aan is. Ze krijgen dan alsnog opheldering.

Volgens de gemeentelijke ombudsman Th. Quant is een dergelijke service bepaald niet overbodig. ‘Vooral de brieven van de gemeentelijke sociale dienst met de maandelijkse berekening van de uitkering of terugvordering zijn buitengewoon ondoorgrondelijk geschreven’, aldus Quant. ‘Die teksten kan ik alleen met de hulp van iemand anders lezen.’ Het is haar ook een doorn in het oog dat de gemeente in haar brieven soms ‘faliekant langs de gestelde vraag gaat’.

Bron: NRC Handelsblad, 20-9-1995

CDA en GPV: Nederlands grondwettelijk verankeren

De Tweede-Kamerleden A. Koekkoek (CDA) en E. van Middelkoop (GPV) willen de positie van het Nederlands verankeren in de grondwet. In een initiatief-wetsvoorstel dat zij begin oktober indienden, stellen zij voor de grondwet uit te breiden met de volgende tekst: ‘De bevordering van de Nederlandse taal is voorwerp van zorg van de overheid.’

De Kamerleden zijn tot hun voorstel gekomen omdat ze bang zijn dat het gebruik van het Nederlands door de toenemende internationalisering onder druk komt te staan. Om duidelijk te maken dat hun vrees gegrond is, wijzen ze erop dat bij het Europees Merkenbureau het Nederlands sinds 1993 al niet meer geldt als officiële werktaal. Verder stelt Van Middelkoop: ‘De vroegere Franse president Mitterrand noemde het Nederlands een soort Gaelic - een Keltische minderheidstaal in Ierland en Schotland - en er zijn Duitsers die onze taal als een Duits dialect beschouwen. Bij verdere uitbreiding van Europa kan het Nederlands in de gevarenzone terechtkomen.’

Het tweetal erkent dat de positie van het Nederlands al in enkele afzonderlijke wetten is geregeld (bijvoorbeeld in de Algemene Wet Bestuursrecht en de Wet op het Hoger Onderwijs), en dat ook de Nederlandse Taalunie actief is als het gaat om het ‘beheren’ van het Nederlands. Maar, zo vinden beide parlementariërs, dat is allemaal toch iets anders dan een fundamentele verankering van het Nederlands in de grondwet.

Als het wetsontwerp wordt aanvaard - en dat zou op zijn vroegst in 1998 kunnen - zou Nederland het negende Europese land zijn dat zich in de grondwet uitspreekt over het belang van de eigen landstaal.

Bronnen: de Volkskrant, 4-10-1995; Algemeen Dagblad, 4-10-1995

[pagina 283]
[p. 283]

Nieuwe spelling maakt veel los

Het zal weinigen ontgaan zijn dat er eind dit jaar een nieuwe versie van het Groene Boekje verschijnt. Hoewel de verschillen met het ‘oude’ Groene Boekje uiteindelijk weinig meer dan marginaal zijn (het vorig jaar nog voorgestelde ginekoloog, bijvoorbeeld, blijft gewoon gynaecoloog), bracht de nieuwe spelling inmiddels al heel wat pennen in beweging - vrijwel elk dag- en weekblad besteedde er sinds september wel aandacht aan.

De Standaard in België publiceerde als eerste integraal de lijst met 6350 afwijkende woorden, en NRC Handelsblad besteedde twee dichtbedrukte krantepagina's aan de kwestie: Liesbeth Koenen en Rik Smits gingen daar uitvoerig in op de geschiedenis, de achtergronden en de consequenties van de nieuwe regeling. Behalve lang is hun stuk bepaald ook kritisch, bijvoorbeeld als het gaat om de tussenklank e(n) in samenstellingen.

Zij wijzen erop dat het Comité van Ministers van de Taalunie vorig jaar een commissie de opdracht gaf die kwestie definitief op te lossen. De regel waarvan de commissie volgens het Spellingbesluit van 21 maart 1994 moest uitgaan, was ‘schrijf en in alle samenstellingen waarvan het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat een meervoud op en kán hebben, dus ook in gevallen waarin het eerste deel tevens een meervoud op s heeft’. Koenen en Smits: ‘De commissie verandert dat in: “indien het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat uitsluitend een meervoud heeft op en”. Dus juist niet in die gevallen waarin het eerste deel ook een meervoud op s heeft. Volgens het besluit van 21 maart zou het hoogtenvrees worden omdat het meervoud hoogten bestaat, maar nu wordt het hoogtevrees omdat ook het meervoud hoogtes mogelijk is. Op 24 oktober zetten de ministers desondanks moeiteloos hun handtekening onder deze niet door hen besloten of opgedragen regeling.’

Kanttekeningen plaatsen Koenen en Smits ook bij onder meer de woordenverzamelingen waaruit voor het nieuwe Groene Boekje is geput (er is nauwelijks Vlaams materiaal gebruikt), bij de wetenschappelijke onderbouwing van de wijziging (er is nauwelijks onderzocht hoe mensen met spelling ‘omgaan’) en bij de commerciële kant van de zaak (de uitgave werd zonder meer toegewezen aan de Sdu, hoewel dat tegenwoordig een gewone commerciële uitgeverij is als alle andere).

 

Bron: NRC Handelsblad, 7-10-1995

Zo gezegd

‘De tijd van het gepolijste Algemeen Beschaafd Acteurs-Nederlands is gelukkig voorbij. In opvallend veel produkties wordt naar hartelust dialect gesproken.’

Jury filmprijs het Gouden Kalf in de Volkskrant, 30-9-1995

 

‘Naar het Europese Songfestival wilde ik niet. Dat is vragen om een afgang. Met de Nederlandse taal lukt het nooit om te winnen. Het klinkt voor die juryleden toch als een spraakgebrek. Zoals het Scandinavische sneu, fleu, breu ons doet giechelen.’

Liesbeth List in Elsevier, 23-9-1995

 

‘Ontmoeten is een heel mooi woord, weet u dat? Als je elkaar ontmoet, kom je met elkaar in aanraking zonder dat het moet.’

Pater Winand in Regionaal, oktober 1995

 

‘Om vervuiling van de Nederlandse taal met populair gespelde anglicismen te beperken, is het goed dat veel proefschriften in het Engels worden geschreven.’

Stelling proefschrift mw. M.C.J.M. Sturkenboom, Rijksuniversiteit Groningen, 7-7-1995

 

‘Wat me in de huidige journaals opvalt, in kosmetisch opzicht, is dat regiolect wordt toegestaan. Dat zou aanvaardbaar zijn als de verstaanbaarheid niet zou worden aangetast. Ik vind dat de verslaggevers die hun eigen onderwerpen inspreken, zowel bij de NOS als bij RTL, bijna zonder uitzondering een tekst niet zodanig hoorbaar kunnen maken dat we het ook snappen. Ze zien de punt aan het eind van een zin niet aankomen. Ze lezen niet vooruit. Goeie presentatoren? Henny Stoel, Pia Dijkstra, Jeroen Pauw en last but not least Margriet Vromans, een nog onvoldoende tot haar recht komende nieuwslezer bij RTL. Die maken dit soort fouten niet.’

Fred Emmer in NRC Handelsblad, 23-9-1995

 

‘Ik vind dat het Nederlands erg achteruitgaat. Ik heb in verband met een Europese functie acht jaar in Parijs gewoond en kwam toen ook regelmatig in Engels- en Duitssprekende landen. Als je ziet hoe die mensen met hun taal omgaan, dan moet je constateren dat de Nederlander in vergelijking daarmee weinig respect voor zijn taal heeft. Ook in de dagelijkse nieuwsrubrieken op radio en tv valt het telkens weer op hoe slecht er Nederlands gesproken wordt. Er bestaat een relatie tussen je denken en de manier waarop je je taal gebruikt, en als je je taalgebruik verwaarloost, dan gaat je denken ook achteruit.’

Jan Terlouw in Katholiek Nieuwsblad, 6-10-1995


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 5 oktober 1995

  • 20 september 1995

  • 4 oktober 1995

  • 7 oktober 1995