Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 68 (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 68
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 68Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 68

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.19 MB)

Scans (591.17 MB)

ebook (19.45 MB)

XML (1.84 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 68

(1999)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 83]
[p. 83]

Vraag en antwoord
Taaladviesdienst

Gespeend van

? ‘Niet gespeend van enige kennis van zaken ging de monteur aan de slag.’ Is deze zin juist als je wilt uitdrukken dat de monteur geen kennis van zaken heeft?

 

! Nee, hier staat dat hij wél over kennis van zaken beschikt. Waarschijnlijk heeft de schrijver de formuleringen ‘geheel gespeend van kennis van zaken’ en ‘niet gehinderd door enige kennis van zaken’ met elkaar verward.

Gespeend zijn van betekent ‘in het geheel niet bezitten’; de uitdrukking bevat een verborgen ontkenning. Dat betekent dat we goed moeten opletten bij het gebruik ervan. De letterlijke betekenissen van spenen hebben met het zogen van baby's te maken: ‘van de borst afwennen’, ‘niet meer zogen’; van daaruit ontstond de betekenis ‘het begeerde onthouden’. Van Dale (1995) vermeldt het voorbeeld een herstellende spenen, ‘hem niet te veel voedsel of wijn geven’. We gebruiken dit werkwoord niet vaak meer, maar de uitdrukking van iets gespeend zijn (‘ontbloot van’, ‘zonder -’) komt nog wel voor. Van Dale geeft als voorbeeldzin ‘hij is geheel van humor gespeend, heeft helemaal geen humor’.

Buiten/uit de boot

? Wat is het best: uit de boot vallen of buiten de boot valm len?

! Bijna alle woordenboeken en de Voorzetselwijzervan Will Hus en Riemer Reinsma (1997) geven uit de boot vallen. Ook in Huizinga's spreekwoorden en gezegden (1994) en in Nederlandse spreekwoorden en gezegden van Stoett (tiende druk, 1981) treffen we alleen uit de boot vallen aan. Het Stijlboek van Prisma (1993) keurt buiten de boot vallen zelfs expliciet af.

De betekenis die in deze naslagwerken aan dit gezegde wordt toegekend, is ‘niet meer meedoen’. Stoett geeft als betekenissen ‘onderweg het gezelschap moeten verlaten, niet meer mee (kunnen) doen, niet meer van de partij zijn’ en vervolgt met: ‘een jonge uitdrukking, ontstaan wsch. met gedachte aan een spelevaart waarbij een van het gezelschap onvoorziens over boord valt. Mogelijk is er verband met de oudere, tegengestelde uitdrukking iemand in zijn boot krijgen, hem voor zich, voor zijn partij winnen, zich van zijn medewerking weten te verzekeren.’

Er is één woordenboek dat ook buiten de boot vallen geeft, namelijk Wolters' Koenen (1996): ‘Hij viel buiten de legalisatieboot’ (‘kwam niet voor legalisatie in aanmerking’). Bij buiten de boot vallen moeten we ons iets voorstellen als ‘tevergeefs geprobeerd hebben in de boot te komen’. Dat is iets anders dan de betekenisomschrijvingen in de eerdergenoemde naslagwerken; die sturen onze gedachten naar ‘al in de boot zitten en overboord vallen’.

Zowel buiten de boot vallen als uit de boot vallen komt voor; beide uitdrukkingen hebben hun eigen betekenis. Het is vreemd dat alleen Wolters' Koenen ze allebei geeft.

De enig(st)e reden

? Een van mijn leerlingen schreef in een opstel ‘de enigste reden’. Ik veranderde enigste in enige, maar de leerling wees mij erop dat enigste in het Groene Boekje staat. Ben ik te streng geweest?

 

! Nee, wij vinden van niet. Enigst(e) is - hoewel het al heel lang voorkomt - niet algemeen geaccepteerd; het heeft daarom zeker nut uw leerlingen aan te raden deze vorm niet te gebruiken. De recente woordenboeken plaatsen bij enigst(e) nog steeds opmerkingen als ‘informeel’ en ‘een (veelal afgekeurde) versterking’.

Enigst is de overtreffende trap van enig, dat in bijvoorbeeld de enigste reden en zij is enigst kind de betekenis ‘uniek, waar er geen twee van zijn’ heeft. Maar deze overtreffende trap kan eigenlijk niet gevormd worden. Iets is uniek of niet; ‘unieker’ dan uniek kan iets niet zijn. Enig kan ook ‘heel leuk’ betekenen. In een zin als ‘Ik vind die jurk nog eniger dan die broek, maar dat broekpak is het enigst’ is de vergrotende en overtreffende trap van enig wel voor iedereen acceptabel.

Enigst komt tweemaal voor in de Woordenlijst: bij de ingang enig, waar de vergrotende trap eniger en de overtreffende trap enigst worden gegeven, én bij de ingang enigst, met de verbogen vorm enigste. Omdat het Groene Boekje geen betekenissen geeft, kunnen we naar de redenen hiervoor slecht gissen. Wellicht betekent enig, eniger, enigst ‘uniek’ én ‘heel leuk’, en is enigst, enigste in de lijst terechtgekomen omdat enigst kind vaak voorkomt. In de inleiding staat echter dat als een woord in verschillende betekenissen verschillende verbuigingen vraagt, dit wordt aangegeven. Blijkbaar vindt de redactie dat enig in álle betekenissen een vergrotende en een overtreffende trap mag hebben. Maar dat neemt niet weg dat er in de taalgemeenschap bezwaren bestaan tegen deze vorm. U raadt uw leerlingen daarom terecht aan die niet te gebruiken.

In arren moede

? Ik dacht dat in arremoede goed is als ‘ten einde raad’ bedoeld is, bijvoorbeeld in ‘In arremoede wendde de zieke zich tot een gebedsgenezer’. Maar volgens mijn collega is van arremoede hier juist. Wie heeft gelijk?

! U hebt geen van beiden gelijk.

De uitdrukking die u door het hoofd speelt, is in arren moede; uw collega denkt waarschijnlijk aan van armoe(de).

In arren moede betekende oorspronkelijk ‘in woede’, ‘vertoornd’. Het verouderde bijvoeglijk naamwoord ar betekent onder meer ‘vertoornd’; moede betekent ‘gemoed’, ‘stemming’. Van Dale (1995) vermeldt bij In arren moede dat deze uitdrukking tegenwoordig meestal gebruikt wordt in de betekenis ‘ten einde raad door teleurstelling of verontwaardiging’. In uw voorbeeldzin (‘In arren moede wendde de zieke zich tot een gebedsgenezer’) past deze uitdrukking goed: u drukt ermee uit dat eerdere bezoeken aan artsen op niets waren uitgelopen.

Het is echter niet onmogelijk om te zeggen ‘Van armoede wendde de zieke zich tot een gebedsgenezer’. Degene om wie het gaat, kon dan kennelijk om wat voor reden dan ook nergens anders terecht. Armoe(de) (dat gevormd is van arm (‘behoeftig’) en een oud achtervoegsel) kan volgens Van Dale in de spreektaal ook ‘verdriet’ betekenen. Van Dale geeft bij van armoe(de) onder andere de betekenis ‘bij gebrek aan een beter alternatief’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken