Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 68 (1999)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 68
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 68Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 68

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (20.19 MB)

Scans (591.17 MB)

ebook (19.45 MB)

XML (1.84 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 68

(1999)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Vraag en antwoord
Taaladviesdienst

Herdenken

? Is herdenken juist in bijvoorbeeld ‘Op 16 mei herdenkt het Genootschap Onze Taal zijn 68-jarig bestaan?’

 

! Nee. Herdenken betekent volgens Van Dale (1995) ‘de herinnering aan iets vieren’, ‘in herinnering brengen’. En die betekenis past niet goed in deze zin: niet de herinnering aan het 68-jarig bestaan wordt gevierd, maar de oprichting van het genootschap 68 jaar geleden. Beter is dan ook: ‘Op 16 mei herdenkt het Genootschap Onze Taal dat het 68 jaar geleden is opgericht.’

Dit foutje in het gebruik van herdenken komt vaak voor als er sprake is van een jubileum. In uitnodigingen voor feesten naar aanleiding van zo'n jubileum staat dan een zin als: ‘Op 1 april herdenken onze ouders hun 50-jarig huwelijk.’ Als u taalkritiek wilt vermijden, kunt u het best voor formuleringen kiezen als ‘Op 1 april herdenken onze ouders dat ze 50 jaar geleden in het huwelijk traden’ of ‘Op 1 april vieren onze ouders hun 50-jarig huwelijksfeest’. De kritiek die de laatste zin nog weleens ondervindt (‘Het feest zelf duurt toch geen 50 jaar?’) is erg vergezocht; het is een heel gewone formulering.

Ofwel/oftewel

? Wat is het best: ‘Laten we afspreken in de Beurstraverse, ofwel in de Koopgoot’ of ‘Laten we afspreken in de Beurstraverse, oftewel in de Koopgoot?

 

! Beide zinnen zijn goed; volgens de meeste woordenboeken zijn ofwel en oftewel synoniemen. Wij hebben wel een voorkeur voor de variant met oftewel: daarmee wordt het duidelijkst uitgedrukt dat de Beurstraverse en de Koopgoot voor veel Rotterdammers synoniemen zijn.

Van Dale (1995) geeft bij oftewel ‘spreektaal’ en bij ofwel alleen ‘(sterker dan) of’. Bij het lemma of (tegenstellend voegwoord, betekenis 2) vermeldt Van Dale: ‘(ter verbinding van een verklarend zinsdeel aan een ander, waarbij de beide termen vrijwel synoniem zijn) ofte wel: de zebra of Kaapse ezel; de abeel of witte populier’. In deze voorbeelden past volgens ons oftewel beter dan ofwel.

Het is eigenlijk vreemd dat alleen Kramers (1996) expliciet een betekenisonderscheid maakt tussen ofwel en oftewel: oftewel betekent volgens dit woordenboek ‘met andere woorden’ of ‘alias’; ofwel wordt geplaatst tussen twee alternatieven (bijvoorbeeld in ‘We gaan naar de Euromast ofwel naar Diergaarde Blijdorp’).

Waarom wordt of(te)(wel) in uw zin een ‘tegenstellend voegwoord’ genoemd, terwijl het tussen twee woorden staat die juist als synoniemen worden gebruikt? Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (deel X) geeft hier een antwoord op. Het vermeldt dat het ook hier om een tegenstelling gaat, ‘niet van twee verschillende personen of zaken, maar van twee verschillende benamingen voor denzelfden persoon of dezelfde zaak’. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) formuleert het zo: ‘Het voegwoord, dat in deze gevallen ook het verklarende of genoemd wordt, verbindt twee leden die geen keuzemogelijkheid noemen maar alternatieve formuleringen of termen zijn. In plaats van of wordt hier ook oftewel gebruikt.’

Stopzetten

? Ik erger me aan het gebruik van stopzetten in bijvoorbeeld ‘De onderhandelingen zijn stopgezet’. Ik heb geleerd: ofwel stoppen ofwel stilzetten. U gaat me toch niet vertellen dat deze contaminatie tegenwoordig ook al door de beugel kan?

 

! Het is misschien teleurstellend voor u, maar stopzetten is inderdaad volledig ingeburgerd in het Nederlands. Van Dale (1995) vermeldt de onderhandelingen stopzetten zelfs als vaste uitdrukking. Het Groene Boekje (het nieuwe én het oude uit 1954) vermeldt dit werkwoord ook, evenals alle andere hedendaagse woordenboeken, die geen van alle een afkeurende opmerking of waarschuwing geven. Van Dale neemt stopzetten overigens al op in de zesde druk (1924).

De enige adviesboeken die stopzetten een contaminatie noemen, zijn het Prisma stijlboek (1993) en Taal en tekst van A tot Z van P.J. van der Horst (1988). Van der Horst maakt trouwens geen bezwaar tegen het gebruik van dit werkwoord.

Als we stopzetten vergelijken met andere werkwoorden op -zetten, bijvoorbeeld stilzetten en klaarzetten, blijkt dat het een vreemde eend in de bijt is. In de meeste gevallen geeft het eerste deel een resultaat aan. We kunnen zeggen De machine wordt stilgezet/klaargezet - De machine staat/is stil/klaar. We kunnen daarentegen moeilijk zeggen: De machine wordt stopgezet - De machine staat/is stop.

Wij keuren stopzetten toch niet af; het heeft een vaste plaats weten te verwerven in het Nederlands.

Honderdeneende

? Kun je zeggen: ‘Het is haar honderdeneende overwinning’?

 

! Ja, volgens de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) kan dat. De ANS vermeldt: ‘Naast honderd (en) een, duizend (en) een zijn zowel honderd en eerste, duizend en eerste als honderd en eende, duizend en eende mogelijk.’

We vormen bepaalde rangtelwoorden door de achtervoegsels -de en -ste aan een bepaald hoofdtelwoord toe te voegen (zevende, achtste). Uitzonderingen zijn één (waarbij het rangtelwoord eerste hoort) en drie (dat correspondeert met derde). In samengestelde rangtelwoorden als achthonderdzevende en driehonderdachtste wordt het laatste deel op dezelfde manier gevormd. De ANS legt helaas niet uit waarom honderdeneende en duizendeneende hier een uitzondering op zijn; het zou toch meer voor de hand liggen dat alleen honderdeneerste en duizendeneerste mogelijk zijn.

Misschien klinkt honderdeneende ons niet zo gek in de oren omdat we op de lagere en middelbare school bij het rekenen met breuken spraken van drie eende (en niet van drie eerste).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken