Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 71 (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 71
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 71Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 71

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.76 MB)

Scans (128.02 MB)

ebook (26.15 MB)

XML (1.89 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 71

(2002)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 273]
[p. 273]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Lurven

? In het juninummer las ik in Peter Burgers fopdrachtenverzameling over ‘de zoeklurf’. Dat deed me denken aan de uitdrukking iemand bij zijn lurven pakken. Wat zijn lurven nu eigenlijk?

 

! Dat is niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk zijn het vodden of slippen (van een kledingstuk). K. ter Laan schrijft in zijn Nederlandse spreekwoorden/spreuken en zegswijzen (1956): ‘'t Is duidelijk, dat lurven hier lappen, vodden of kleren betekent, maar het woord is buiten ditgezegde nooit aangetroffen.’ Die betekenis ligt inderdaad voor de hand, gezien de in betekenis verwante uitdrukkingen iemand bij zijn vodden, kladden of lappen grijpen. Kladden betekent hier volgens Van Dale (1999) ‘afgescheurde of bijhangende stukken’ en lappen ‘vodden’ of ‘kleding’.

Het enige naslagwerk dat iets zegt over de herkomst van lurf is het Etymologisch woordenboek (2000) van De Vries en De Tollenaere, dat als betekenis ‘slip’ noemt en een verband ziet met het Noorse lurva, dat ‘vod’ betekent. En vod doet natuurlijk meteen denken aan iemand bij zijn vodden grijpen.

Genezen of herstellen

? Wat is het verschil tussen genezen en herstellen? Kun je bijvoorbeeld zeggen dat ‘een wond herstelt’?

 

! De meeste hedendaagse woordenboeken beschouwen herstellen en genezen als synoniemen, zowel in de betekenis ‘beter maken’ (overgankelijk: iemand herstelt/geneest iets of iemand anders) als in de betekenis ‘beter worden, weer gezond worden’ (onovergankelijk: iets of iemand herstelt/geneest zélf). Toch bestaat er zeker bij de laatste, onovergankelijke betekenis een gebruiksverschil tussen herstellen en genezen. In de volgende zinnen bijvoorbeeld kan genezen niet zomaar door herstellen vervangen worden (of andersom):

 

-Zijn wond geneest snel.
-Hij is nog niet van zijn dwaasheid genezen.
-Joost is herstellende.
-Zij herstelt altijd gemakkelijk van een zware fietstocht.
-Elleke is eindelijk hersteld van haar depressie.

 

Genezen wordt met name gebruikt bij wonden en (vooral ernstige, lichamelijke) ziekten en komt soms in figuurlijke zin voor; herstellen wordt gebruikt als het gaat om ‘zich beter voelen in het algemeen’. Je geneest bijvoorbeeld van een longontsteking, en je herstelt van een griep. Je kunt er ook meestal zelf voor zorgen dat je herstelt, bijvoorbeeld door rust te nemen en gezond te eten. Genezen daarentegen vereist - in de letterlijke betekenis althans - doorgaans een medische behandeling.

Grand(s) prix(s)

? Wat is het meervoud van grand prix?

 

! Het woord grand prix ontbreekt in het Groene Boekje, maar alle woordenboeken en de Spellingwijzer Onze Taal (2002) zijn het erover eens dat het meervoud grands prix luidt. Vaste Franse woordcombinaties krijgen in het Nederlands doorgaans de Franse meervoudsuitgangen. Een meervoudig gebruikt bijvoeglijk naamwoord krijgt in het Frans ook een meervoudsuitgang; vandaar grands. Een Frans woord dat op een x eindigt, krijgt geen meervouds-s; vandaar prix.

Ook in woordcombinaties als grands cafés, grandes dames, petits restaurants, films noirs en cordons sanitaires krijgen het zelfstandig én het bijvoeglijk naamwoord de Franse meervoudsuitgang. Een apart geval is grands cru's, dat in het Frans als grands crus wordt geschreven maar vanwege de leesbaarheid en mogelijke uitspraakverwarring in het Nederlands een apostrof krijgt.

Zeuven

? Waarom wordt zeven ook wel uitgesproken als [zeuven]?

 

! Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) werd de uitspraak [zeuven] vroeger in telefoongesprekken gebruikt om zeven te onderscheiden van negen, en is hij daardoor in zwang gekomen. Ook in enkele oude afleveringen van Onze Taal komt dit onderscheid ter sprake: in december 1961 werd de eu-uitspraak aangeraden, in mei 1966 bekritiseerd.

De vorm zeuven is overigens al van ver voor de telefoon: oorspronkelijk is het een dialectvorm van zeven, die verspreid over ons hele taalgebied voorkomt. Zeuven is volgens het WNT ontstaan uit een oude vorm sibon: de i werd via de uitspraak [ee] ‘gerond’ tot [eu] onder invloed van de o.

In de standaardtaal lijkt de uitspraak [zeuven] terrein te verliezen. Van Dale (1999), het Uitspraakwoordenboek (2000) van Josée Heemskerk en Wim Zonneveld en de ABN-uitspraakgids (1998) van P.C. Paardekooper geven bij zeven als enige uitspraakmogelijkheid [zeeven]. In Van Dale is wel een apart lemma zeuven opgenomen: ‘(gewestelijk) zeven (ook wel in de algemene taal bij het spellen voor telefoon en radio gebruikt om misverstaan te voorkomen)’.

Spatje/spaatje

? Ik las in een boek dat iemand in de kroeg ‘een spatje’ bestelde. Zou hier niet spaatje bedoeld zijn: een glaasje mineraalwater?

 

! We weten niet wat de schrijver precies bedoeld heeft, maar het is heel goed mogelijk om in de kroeg een ‘spatje’ te bestellen: dit is een ander woord voor ‘jenever’. Ewoud Sanders schrijft in zijn Borrelwoordenboek (1997) dat spatje ‘een van de vele borrelnamen [is] die de nietigheid van het glaasje jenever benadrukken’. Het is de verkleinvorm van spat in de betekenis ‘spetter, druppel’; hieruit ontstonden de betekenissen ‘slokje’ en ‘borreltje’.

Spatje komt in deze betekenis sinds halverwege de negentiende eeuw voor, onder meer in de uitdrukking een spat aan hebben (‘dronken zijn’). Het woord is te vinden in het werk van onder anderen Heijermans, Nescio en Carmiggelt. Volgens Sanders wordt het tegenwoordig nog in de Achterhoek en Noord-Brabant gebruikt. Er zijn ook cafés die 't Spatje heten.

Het woord voor ‘glaasje spawater’ wordt - inderdaad - met twee a's geschreven: spaatje. Een enkele a, o of u aan het eind van een woord wordt in de verkleinvorm namelijk verdubbeld om uitspraakproblemen te voorkomen: alineaatje, fotootje, menuutje.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken