Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 75 (2006)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 75
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 75Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 75

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.56 MB)

ebook (23.42 MB)

XML (1.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 75

(2006)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 9]
[p. 9]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Ken je klassieken/klassiekers

? Wat is de juiste formulering: ‘Ik ken mijn klassieken’ of ‘Ik ken mijn klassiekers’?

 

! De uitdrukking staat in Koenen (1999) als ‘ken je klassieken’ en in Van Dale (2005) als ‘ken uw klassieken!’ De versie met klassiekers staat niet in de naslagwerken, maar is ook te verdedigen.

Klassieken verwijst naar schrijvers en kunstenaars uit de oudheid of een bepaalde bloeitijd (‘Hooft en Vondel zijn onze voornaamste klassieken’), of naar klassieke werken die van blijvende waarde zijn. Klassiekers is breder: dit zijn liedjes, boeken, toneelstukken, enz. die nog steeds worden gezongen, gelezen, gespeeld, enz.

De uitdrukking roept vanwege het bezittelijk voornaamwoord associaties op met het onderwijs: zinnen als ‘Ken jij je wiskunde?’ en ‘Ik heb mijn Engels al gedaan’ hebben betrekking op lesstof. En aangezien op school vooral klassieken worden onderwezen, ligt ‘Ik ken mijn klassieken’ meer voor de hand. Van Dale noemt de uitdrukking dan ook bij de betekenis ‘werken van klassieke kunstenaars, schrijvers’ - maar meldt dat klassieken in deze betekenis synoniem is met klassiekers.

Dat laatste is op zich al een argument om ook ‘Ik ken mijn klassiekers’ goed te keuren. Bovendien verwijst de uitdrukking niet per se naar klassieke werken, maar naar vrijwel alles wat iemand met enige algemene ontwikkeling hoort te kennen. Kennelijk spreekt ‘Ik ken mijn klassiekers’ meer tot de verbeelding, want deze variant komt (met verschillende bezittelijke voornaamwoorden) op internet vele duizenden keren voor, terwijl de variant met klassieken slechts enkele honderden treffers oplevert.

Cello (uitspraak)

? Spreek je cello uit als [sello] of als [tsjello]?

 

! Het woord cello kan op twee manieren worden uitgesproken: op z'n Nederlands als [sello], en op z'n Italiaans als [tsjello]. Die laatste uitspraak is te verklaren doordat het woord Italiaanse wortels heeft: cello is een verkorting van het Italiaanse violoncello. Overigens komt die uitspraak vooral in de muziekwereld voor; de meeste niet-musici zullen [sello] zeggen.

Violoncello is de Italiaanse verkleinvorm van violone, dat ‘grote viool’ betekent en weer een afleiding is van viola (‘altviool’). Volgens het Etymologisch woordenboek van het Nederlands (deel I, 2003) waren ‘de Italiaanse benamingen voor de vier instrumenten van de vioolfamilie (...) van klein naar groot: violine “kleine viool, ofwel de “gewone” viool”, viola “altviool”, violoncello “kleine violone, cello” en violone “grote viool, violone (de voorloper van de contrabas)”.’

Een diep/diepe coma

? Wat is juist: ‘De patiënt lag in een diep coma’ of ‘De patiënt lag in een diepe coma’?

 

! Bijna alle woordenboeken noemen coma, in de betekenis ‘volkomen bewusteloosheid’, onzijdig: het coma. Ze geven combinaties als een onomkeerbaar coma en diabetisch coma. Volgens die woordenboeken, waaronder de nieuwste Van Dale (2005), moeten we dus ook een diep coma schrijven. Alleen het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT; Aanvullingen I, 2001) meldt dat coma ook een de-woord kan zijn.

Het WNT is daarmee het meest bij de tijd: in de praktijk is de coma gewoner dan het coma. Ook een diepe coma komt veel vaker voor dan een diep coma. Dat de andere woordenboeken zo stug aan het onzijdige geslacht vasthouden, heeft misschien met de herkomst te maken. Coma is namelijk een Grieks leenwoord, en Griekse woorden die op -ma eindigen, zijn vrijwel zonder uitzondering onzijdig (het diploma, het drama, het stigma, het trauma). Enkele van die woorden hebben in het Nederlands het lidwoord de (erbij) gekregen: volgens Van Dale is bijvoorbeeld zowel het trema als de trema mogelijk. En stoma is in medische kringen nog wel onzijdig, maar in de algemene taal is het een de-woord. Wij zien er geen enkel bezwaar in om coma op dezelfde manier te behandelen.

Soa: enkelvoud of meervoud?

? Ik ko weleens zinnen tegen als ‘Soa zijn besmettelijk’ en ‘De meeste soa worden opgelopen bij onveilig vrijen.’ Is soa een meervoud? Ik zou soa's gebruiken.

 

! Tegenwoordig wordt soa (‘seksueel overdraagbare aandoening’) meestal als een enkelvoud opgevat, met de meervoudsvorm soa's.

Het lijkt erop dat soa van oorsprong de afkorting is van een meervoudige woordgroep: ‘seksueel overdraagbare aandoeningen’. Zo wordt soa althans in veel oudere naslagwerken omschreven. In de jaren negentig raakte de afkorting breder bekend, maar dan als een enkelvoudig woord. Dat blijkt ook uit de woordenboeken die sindsdien verschenen zijn. Die vermelden soa als enkelvoud, met het meervoud soa's.



illustratie
Soa: enkelvoud of meervoud?
Stichting Soa-bestrijding, Utrecht


En zo zouden we het ook aanraden: het meervoud soa's is duidelijker dan soa.

Zo ziek als een hond

? Waar komt de uitdrukking zo ziek als een hond (‘erg ziek, verschrikkelijk ziek’) vandaan? Honden zijn toch haast nooit ziek?

! De versterking als een hond, die ook voorkomt in bijvoorbeeld zo moe als een hond, staat niet op zichzelf. Op dezelfde manier werkt hond in hondsmoe, hondsberoerd en hondsbrutaal, en in veel andere woorden en uitdrukkingen. Het Idioomwoordenboek van Van Dale (1999) zegt hierover: ‘Honden genieten in het taalgebruik niet zo'n beste reputatie: een leven, een baan of een kop waar honden- voor staat, is erg onaangenaam. Honden zijn brutaal en onbeschoft (ondankbare hond) en ze worden gebeten en geslagen (en druipen dan af).’

Die negatieve bijklank weerspiegelt de vroegere status van de hond: het was voor velen geen geliefd huisdier, maar een straatdier dat overlast veroorzaakte en slecht bekendstond. Bovendien moesten honden vaak vervelende karweitjes opknappen - vandaar hondenbaan.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken