| |
| |
| |
Reacties
Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:
• | Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden). |
• | Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert. |
• | Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen. |
• | Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. |
De redactie kan inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel.
| |
Tablets/tabletten
Ed van Leeuwen - Waalwijk
Walter Pier schrijft in de juni-aflevering van de rubriek ‘Gesignaleerd’ over het verschil tussen tablets (‘computers’) en tabletten (‘pillen’), en over hoe in de media soms het laatste woord wordt gebruikt als het eerste wordt bedoeld. Aan dat stukje zou kunnen worden toegevoegd dat het Nederlandse woord tablet ook een verkorting kan zijn van klei- of wastablet. Ooit gebruikten diverse volkeren (onder wie de Hettieten) zulke tabletten om op te schrijven. De hedendaagse digitale variant daarvan kan wat mij betreft dan ook uitstekend met dat Nederlands uitgesproken tablet aangeduid worden.
| |
Kans op spatiekanaal
Bernard van Kesteren - Leiden
In de juni-aflevering van de rubriek ‘Gesignaleerd’ toont Roland Tomeï zich verbaasd over een Teletekstbericht met een ‘spatiekanaal’ over zestien regels (zie de afbeelding). Hij vroeg zich af wat de kans is dat dit voorkomt.
Het is niet zo moeilijk daar een schatting van te maken. Uit de lijst met woordfrequenties (van www.opentaal.org) blijkt dat in een willekeurige tekst 19,7% van de woorden twee letters heeft. 21,9% heeft er drie, 13,1% heeft vier letters, enzovoort.
Als je vervolgens een computer zinnen laat genereren met woordlengtes in deze verhouding, kun je het aantal ‘Teletekstberichten’ tellen dat een spatiekanaal heeft.
Van de zeven miljoen achtregelige berichten die gegeneerd werden, hadden er 165 een spatiekanaal. Bij de tienregelige berichten bleken dat er zes op de zeven miljoen. Bij honderd Teletekstberichten per dag komt zo'n spatiekanaal dus ongeveer eens per 32 jaar voor. De schatting voor een bericht van zestien regels zou in de buurt moeten liggen van eens per vijfhonderdduizend jaar.
| |
Verliezaar
A.B. Hobbel - Hekelingen
Ruud van Koert ergert zich blijkens de rubriek ‘Taalergernissen’ in het juninummer aan het woord kostwinnaar (als variant van kostwinner). Ik herinner me dat langgeleden de presentator van de Wiekentkwis (Fred Oster) sprak over de ‘verliezaar’ - overigens een term die ik in Rotterdam wel vaker gehoord heb.
| |
Plurale tantum [1]: jatten
G.J. Reussien - Heiloo
Berthold van Maris schrijft in ‘Hersenen, financiën, jeans’ (Onze Taal juni) over pluralia tantum, woorden die alleen in het meervoud bestaan. Een interessant artikel, maar de bewering dat jatten zo'n plurale tantum is, klopt niet. De grote Van Dale vermeldt wel degelijk een enkelvoud jat.
Jat is afkomstig van het Jiddische jad: een fraai versierd stokje met aan het einde een handje met een gestrekte wijsvinger, dat in de Joodse liturgie wordt gebruikt door degene die de schrifttekst leest. Met de jad wijst hij de tekst aan, want om beschadigingen en vetvlekken te voorkomen mag de schriftrol niet met de hand aangeraakt worden.
Een ‘jad’, om tekst mee aan te wijzen.
Foto: Messianicjudaism.me
| |
Plurale tantum [2]: geld
Huub de Bel - Gouda
Berthold van Maris schrijft in zijn artikel over woorden die alleen in het meervoud bestaan (‘Hersenen, financiën, jeans’, (Onze Taal juni) ook over woorden die alleen in het enkelvoud bestaan (singularia tantum). Als een van de voorbeelden noemt hij geld, maar dat heeft wel degelijk een meervoudsvorm, als in liggende gelden.
| |
Naschrift redactie
Verschillende lezers signaleerden voorbeelden van meervouden van woorden die in het artikel van Van Maris als ‘singulare tantum’ (uitsluitend enkelvoud) waren aangemerkt: zo heb je liggende gelden, en je hebt de wateren rond de Antillen.
Dit verschijnsel staat beschreven in de Algemene Nederlandse Spraakkunst. Daar wordt onder andere opgemerkt dat sommige woorden (zoals bier, vrijgevigheid en winst), die eigenlijk niet-telbaar zijn (strikt genomen heb je geen twee bieren, drie vrijgevigheden of vijf winsten), in bijzondere omstandigheden toch met het lidwoord een of in het meervoud gebruikt kunnen worden. Dat kan bijvoorbeeld als het gaat om een soortbetekenis (Belgische bieren), als er een extra bepaling bij staat (een vrijgevigheid die aanstekelijk werkte), of als het over verschillende gevallen van iets abstracts gaat (winsten, opbrengsten). Soms is dit vrij gebruikelijk (zoals bij bieren en wijnen), soms komt het alleen voor als vakterm (alcoholen).
| |
Koninkrijk/koningrijk
Jan Stroop - Zaandam
Waarom is het eigenlijk koninkrijk en niet koningrijk? Die vraag beantwoordt de Taaladviesdienst in de juniaflevering van de rubriek ‘Vraag en antwoord’ als volgt: ‘Die vorm [met k - JS] is ontstaan in de spreektaal: de k-klank vergemakkelijkte de uitspraak een beetje.’ Maar zo zit het niet.
Koning werd in het Middelnederlands uitgesproken als ‘konink’, meestal geschreven als coninc. Die slot-k was de stemloze tegenhanger van de g in het meervoud koningen. Die g werd uitgesproken met de g van het Engelse good en het Franse garçon. Vervolgens ontwikkelde die zich tot de g van gaaf en vervolgens tot de ng-klank van tegenwoordig.onder invloed van de meervouds- | |
| |
uitspraak verloor ook het enkelvoud de slotk, en werd het uiteindelijk koning. Maar in koninkrijk en koninklijk is de oude k bewaard gebleven, net zoals in de verkleiningsvorm koninkje.
Bij de in ‘Vraag en antwoord’ genoemde woorden afhankelijk, jonkvrouw en oorspronkelijk heeft zich iets dergelijks voorgedaan. Maar bij de eveneens genoemde woorden belangrijk en vindingrijk is het anders gegaan. Die woorden hebben nooit die k gehad. Belangrijk is een jong woord dat aan het eind van de achttiende eeuw gevormd is, toen belang zijn k allang had opgegeven. Vinding eindigde in het Middelnederlands op een e, vindinge, waardoor de g nooit op het woordeinde gestaan heeft en dus ook nooit een k geworden is.
| |
Geboorterijmen
Johanna van Boven - Noordwijk
Frank Jansen schrijft in ‘Met gedichten geven wij kennis’ (Onze Taal juni) over de rijmpjes en gedichtjes waarmee jonge ouders hun geboortekaartjes opsieren. Het artikel deed me denken aan een heel mooie tekst die ik een paar jaar terug op een kaartje zag: ‘Negen maanden in een doosje, nou dat duurde wel een poosje.’
| |
Foute Lingo-woorden
Paul Wisse - Zoetermeer
In de juni-aflevering van de rubriek ‘Taalergernissen’ wijst Thijs Laarhoven erop dat er in het tv-programma Lingo een spelfout doorheen was geglipt. Hij is erdoor teleurgesteld, want ‘Lingo-jurylid JP laat nooit een fout passeren’.
Het is niet mijn bedoeling Lingo of de jury belachelijk te maken of aan de schandpaal te nagelen, maar er gaat wel vaker iets mis. Zo werden nog niet zo lang geleden de woorden paraven (i.p.v. parafen), strategiën (i.p.v. strategieën) en hersen (niet bestaand enkelvoud van hersenen) goedgekeurd, en werden de woorden nijging, unjers en lotje afgekeurd omdat ze niet zouden bestaan.
| |
Mogen wij uw e-mailadres?
Als Onze Taal beschikt over uw e-mailadres kunnen wij gemakkelijker contact met u opnemen en u, als u wilt, voortaan een digitale factuur toesturen. Hebt u uw e-mailadres nog niet doorgegeven, wilt u dit dan alsnog doen, via www.onzetaal.nl/ mail (of via 070 - 356 12 20)? Bij voorbaat veel dank.
|
|