Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Terras. Jaargang 2017 (12-13) (2017)

Informatie terzijde

Titelpagina van Terras. Jaargang 2017 (12-13)
Afbeelding van Terras. Jaargang 2017 (12-13)Toon afbeelding van titelpagina van Terras. Jaargang 2017 (12-13)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.73 MB)

ebook (5.24 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Terras. Jaargang 2017 (12-13)

(2017)– [tijdschrift] Terras–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

Liu Xia
Gedichten
Vertaling: Daan Bronkhorst

Hongerig kind

 
Jij bent dat kind dat nooit genoeg te eten had
 
in een vieze korte broek scharrelend op straat
 
 
 
In een fabel
 
was je hart van goud waren je ogen zwarte toermalijn
 
was je stem een bos zonder vruchten
 
dicht begroeid met hopeloze bloemen
 
 
 
Heel lange sigaretten en vette broodjes
 
en deze dikke hardgekafte leugen
 
die in het raam naar je staat te lachen
 
 
 
Je linkeroog wijd open je rechteroog gesloten
 
je handpalmen omhoog
 
een zilveren munt viel in je hand
 
 
 
Verleidelijke geluiden ketsen door de straat
 
en het zonlicht lijkt een mier die geschrokken
 
van je vingers wegsluipt

juli 1986

[pagina 110]
[p. 110]

Eén woord

 
Op zekere ochtend
 
staart een woord me aan
 
als uit een samenzwering
 
in andermans droom
 
zodra ik mijn ogen open
 
bezet het me
 
met elegant gebaar
 
 
 
Het enkele woord
 
is als een terminale ziekte
 
pijnlijk en scherp
 
misschien brengt het de mens zijn dood
 
maar ik benijd dit woord
 
dat na mij te hebben bezet
 
bruist van leven

28 juni 1995

[pagina 111]
[p. 111]

Niemand ziet me

 
Niemand die me zo ziet
 
hulpeloos
 
gekwetst ben ik niet
 
alleen aangetrokken door dingen die niet gemakkelijk te krijgen zijn
 
dingen die me afwijzen
 
dingen die buiten de werkelijkheid staan
 
 
 
Mijn leven steelt van me
 
ik geloof in dat
 
absurde illusoire krankzinnige werkelijke leven dat
 
zich verbergt achter een dodenmasker
 
zich verbergt achter een slagschaduw
 
ik kan huilen om mijn eigen gedachten
 
die in de kamer
 
tollen op de vloer
 
 
 
Ik zie een schim die op het pad des doods loopt
 
met langzame ritmische passen
 
doodgemoedereerd
 
niemand spreekt een woord
 
ik wuif een keer
 
niemand die me ziet

mei 1998

[pagina 112]
[p. 112]

Lege stoelen

 
Lege lege stoelen
 
zo veel lege stoelen
 
overal. Ze zijn zo
 
charmant in Van Goghs schilderijen.
 
 
 
Ik ga rustig op ze zitten
 
en probeer te schommelen
 
maar ze bewegen niet -
 
ze zijn bevroren
 
door wat in hen ademt.
 
 
 
Van Gogh zwaait met zijn kwast -
 
blad blad blad
 
er is geen begrafenis vannacht.
 
 
 
Hij kijkt me recht aan
 
en ik zit stil
 
in de vlammen van zijn zonnebloem
 
als klei die gebakken gaat worden.

augustus 1998

[pagina 113]
[p. 113]

Ingesloten - voor Xiaobo

 
Zodra je op de trein stapte
 
ging ik zitten wachten bij de telefoon,
 
vol angst. Er zijn dingen
 
waaraan ik niet ontkom
 
je verdween plotseling
 
en liet me je schaduw die
 
bleef hangen.
 
Elke keer maakte
 
je vertrek me nerveus
 
als ik sliep zag ik je
 
op plaatsen
 
die ik niet herkende
 
dan verdwaalde je op weg naar huis
 
en ik was bang.
 
Elke nacht moest ik
 
je stem horen
 
vóór aankomst van die vreselijke trein
 
ik kauwde en slikte elk woord dat je zei.
 
Dit is een ziekte.

29 augustus 20001

 

Liu Xiaobo, mensenrechtenactivist die in 2017 in hechtenis is omgekomen, was echtgenoot van de dichter

[pagina 114]
[p. 114]

Zonder titel - voor Xiaobo

 
Je spreekt je spreekt je spreekt de waarheid
 
je spreekt dag en nacht zo lang als je wakker bent
 
je spreekt en spreekt
 
je bent in een dichte kamer waar je stem zich een weg uit baant
 
de doden van twintig jaar geleden zijn terug
 
gekomen en gegaan als met de tijd
 
je mist veel dingen maar bij je zijn de zielen van de doden
 
je verloor je dagelijkse leven en voegde je bij de roep van de doden
 
er is geen antwoord dat is er niet
 
 
 
Je spreekt je spreekt je spreekt de waarheid
 
je spreekt dag en nacht zo lang als je wakker bent
 
je spreekt en spreekt
 
je bent in een dichte kamer waar je stem zich een weg uit baant
 
de wonden van twintig jaar geleden zijn blijven bloeden
 
vers en rood vers en rood als het leven
 
je verlangt naar veel dingen maar het meest naar het gezelschap van de zielen van de
 
doden
 
je hebt hun beloofd samen de waarheid te zoeken
 
op de weg is er geen licht dat is er niet
 
 
 
Je spreekt je spreekt je spreekt de waarheid
 
je spreekt dag en nacht zo lang als je wakker bent
 
je spreekt en spreekt
 
je bent in een dichte kamer waar je stem zich een weg uit baant
 
het geweervuur van twintig jaar geleden bepaalde je leven
 
altijd leef je in de dood
 
je houdt van je vrouw maar bent trotser op de donkere tijd die jullie deelden
 
je laat haar maar vooral laat je haar na de dood voor jou gedichten schrijven
 
in de versregels is geen geluid dat is er niet

4 september 2009 [twintig jaar na het bloedbad van het Plein van de Hemelse Vrede]

[pagina 115]
[p. 115]

Hoe hij staat

 
Is dit een boom?
 
Dit ben ik, een mens.
 
Is het een boom in de winter?
 
Zo is hij altijd, elk seizoen.
 
Waar zijn de bladeren?
 
De bladeren zijn onzichtbaar.
 
Waarom tekende je een boom?
 
Ik hou van hoe hij staat.
 
Vermoeiend, niet, levenslang boom te zijn?
 
Hoewel ik moe ben, sta ik liever.
 
Is er niemand die je gezelschap houdt?
 
O, er zijn vogels.
 
Er zijn er geen te zien.
 
Luister naar hun gefladder.
 
Zou je geen vogels tekenen in de boom?
 
Ik ben te oud en blind om er een te zien.
 
Je kunt helemaal geen vogel tekenen hè?
 
Nee, dat kan ik niet.
 
Je bent een stomme oude boom.
 
Dat ben ik.

12 december 2013


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Xiaobo Liu


vertalers

  • Daan Bronkhorst


datums

  • juli 1986

  • 28 juni 1995

  • mei 1998

  • augustus 1998

  • 29 augustus 2000

  • 4 september 2009

  • 12 december 2013