Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.60 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 18

(1899)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Westfriesche eigennamen Jouke en Sjouke.

Op een college over Oudwestfriesch deed mij indertijd bij de behandeling van de klankprocessen, die oudwestfries. vormen als blyouwe, (ik) blijf, scryou(we), (ik) schrijf, scriouwen, dryowen, (zij) schreven, dreven, enz. uit *blīvu, *scrīvu, *scrivun, drivun enz. hebben te voorschijn geroepen, een mijner toehoorders, thans Dr. J. Huizinga te Haarlem, de vraag: zou in verband hiermede niet de westfriesche eigennaam Jouke te identificieren zijn met den ohd. Gibicho, ags. Gifica? De juistheid dezer scherpzinnige opmerking staat buiten kijf. Slechts moet men hier niet van een grondvorm Giƀiko uitgaan, maar van een prototypus *Giƀuko, welks bestaan uit het on. Giúki (uit *Giƀuki, vgl. Noreens Altnord. gramm. ­ 231) is op te maken. Ten gevolge van den overgang van ƀ vóór u tot w + daarop volgende ontwikkeling van u tusschen w en de voorafgaande vocaal + daarop volgende verplaatsing van 't accent in de uit i-u voortgekomen diphthong (íu: iū) + daarop volgenden overgang van iū vóór w in iou (vgl. Beitr. v. Paul und Braune 19, 353 vlgg.), alsmede door de bekende ontwikkeling van g vóór een palatale vocaal tot j, de synkope der uit u der onbeklemtoonde lettergreep ontstane ə en de ontwikkeling van -ə uit -a voor -o moest *Giƀuko een nieuwfrieschen vorm Jouke opleveren.

Met het oog op dit Jouke begrijpen we voorts een nieuwwestfr. Sjouke als reflex van een naar het ohd. Sibicho, ags. Sifeca, on. Sifki aan te nemen grondvorm *Siƀuko.

 

w. van helten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Willem Lodewijk van Helten


taalkunde

  • Historische taalkunde

  • Betekenis (semantiek)

  • Etymologie