Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20

(1901)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Handugs.

Het Gotische handugs, dat tot vertaling dient van σοφός, d.i. knap, heeft Osthoff trachten te verklaren als samengesteld uit een verondersteld han = Lat. cum, en een nomen agentis van Got. daug, dugum. Deze verklaring is vermoedelijk een gevolg van gebrekkige kennis van de beteekenis van σοφός. Wat beteekent σοφός? Voor degenen die geen Grieksch kennen, halen wij hier aan wat in Pape's Grieksch Wdb. te lezen staat: ‘ursprünglich geschickt, geübt in mechanischer Kunst, in einem Handwerk, erfahren, kundig’, enz. Van σοφία, dus Gotisch handugei, heet het in hetzelfde Wdb.: ‘ursprünglich das Wissen, Verstehen, zuerst von körperlicher, mechanischer Fertigkeit in Handwerken und Künsten.’

Dit is eigenlijk reeds voldoende om ons de overtuiging te schenken dat handugs afgeleid is van handus, en eigenlijk ‘handig’ beteekent, zooals nog heden ten dage in onze taal. Om nu echter een verder bewijs te leveren dat zich uit het begrip ‘handig’ dat van knapheid, σοφία, kan ontwikkelen, zij hier medegedeeld dat in 't Gruzisch cheli ‘hand’ beteekent, en dat hiervan af-

[pagina 246]
[p. 246]

geleid is cheloba, handwerk, kunst, kennis; en 't adjectief chelowani, kunstvaardig, listig, knapGa naar voetnoot1).

Het is bekend dat het Gotische handugs in 't Oudbulgaarsch is overgegaan in den vorm van chillustratiendogillustratie, peritus; Russisch chudogij, klug, geschicktGa naar voetnoot2); een afleiding hiervan is chudožnik, kunstenaar.

h. kern.

voetnoot1)
Čubinof, Gruzino-Russkij Slovarj i.v.
voetnoot2)
Zie verder Miklosich Et. Wtb. onder chondogŭ.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • H. Kern


taalkunde

  • Woorden (lexicografie)

  • Historische taalkunde

  • Betekenis (semantiek)

  • Etymologie