Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 32
Toon afbeeldingen van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,50 MB)

XML (0,72 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 32

(1913)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 88]
[p. 88]

Van Velthem's Spieghel Historiael. Tondalusfragment vs 223 en 254-6.

In de eerste afl. van deel XXXI gaf Dr. C.G.N. de Vooys twee nieuwe fragmenten uit van Lodewijk van Velthem's vertaling van de Spieghel Historiael. Bij vers 254-256 van het tweede fragment teekent hij aan: ‘Deze zonderlinge regels kunnen we moeielik beschouwen als de oorspronkelike vertaling van het duidelike Latijn. Tot aannemelike verbetering zie ik geen kans. Prof. Verdam gist dat er een paar regels uitgevallen zijn, en zoekt de hiaat tusschen de woorden vrindinnen en demsterheit’.

De duivelen zingen ‘den lof van onsalicheden’ der ziel van den goddeloozen Tondalus. De drie bedoelde verzen van Velthem, die correspondeeren met de latijnsche woorden amica tenebrarum: et lucis inimica luiden:

 
Singen wi onser vrindinnen demsterheit
 
Ende des licts der euwelicheit
 
Onvriendinne heeft gewesen.

Bij het tweede vers teekent Dr. de Vooys aan: licts lees lichts.

Ik waag de gissing dat in het tweede vers tusschen Ende en des is uitgevallen het betrekkelijk voornw. die:

 
Ende [die] des lichts der euwelicheit
 
Onvriendinne heeft gewesen.

De duivelen bezingen de duisterheid, de zwartheid, boosheid der hun bevriende ziel (amica), en die een vijandin is geweest van het licht (inimica lucis).

Er blijkt alleen uit deze vertaling van Velthem, dat hij niet woordelijk vertaalde. Dat kan trouwens bij een omzetting in rijmende versregels niet bevreemden.

 

Rotterdam.

j. van der valk.


Vorige Volgende

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Spiegel historiael. Voortzetting vierde partie [alleen brontekst]


auteurs

  • Jacob van der Valk