Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 80 (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 80
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 80Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 80

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 80

(1964)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

Boekbeoordelingen

Eug. de Bock, Verkenningen in de Achttiende Eeuw. Antw., De Sikkel, 1963 (voor Nederl. Mart. Nijhoff, 's-Grav.).

De Nederlandstalige literatuur in België in de 18de eeuw is een, althans in het Noorden, weinig bekend onderwerp, al kan men niet zeggen dat het terra incognita is. Te Winkel heeft er niet minder dan vier uitvoerige hoofdstukken aan gewijd in zijn Ontwikkelingsgang (hfdst. XXXI-XXXIII van het Vierde tijdvak en XXIII van het Vijfde) en vrijwel alle namen die De Bock noemt vindt men ook bij hem. Maar voor de persoonlijke details en vooral voor de achtergronden van het gepresteerde geeft De Bock een schat van inlichtingen waarvoor men hem ten zeerste dankbaar kan zijn. Schr. heeft zijn boek in twee grote hoofdstukken verdeeld, ‘Vlaanderen en Brabant in de 18e Eeuw’ en ‘De eigenlijke Belletrie’, in het eerste waarvan hij de genres, de geestelijke en politieke stromingen en vooral de journalistiek behandelt, de ‘courantiers’ en de spectatoriale geschriften, waaronder vooral Broeckaert zo'n belangrijke plaats inneemt, terwijl ook de almanakken en het volkslied worden besproken. Van Broeckaerts geschriften krijgt vooral, en terecht, ‘De Sysse-panne ofte den Estamine der ouderlingen’ veel aandacht, die ook spreekt uit het vignet, een sauskom, op het omslag van het boek; verder natuurlijk Jellen en Mietje, dat eerst bij gedeelten in almanakken verscheen.

Het tweede hoofdstuk begint met een korte paragraaf over De Swaen, die voor het begin van de 18de eeuw al overleden was, maar wiens werk pas in 1715 gedrukt werd. De tweede paragraaf begint met een bespreking van Livinus de Meyers Gramschap, waarvan gezegd wordt dat ‘De Nederlandse vertaling hiervan...verscheen te Leuven in 1715,...door de zorgen van Prof. Schrant nog eens te Gent in 1817’. In beide jaartallen zal de tweede 1 toch wel een 2 moeten zijn; in mijn exemplaren staat althans respectievelijk dat zij gedrukt zijn ‘Tot Loven, by de Weduwe van Ian Baptist Schellekens

[pagina 210]
[p. 210]

1725’, en ‘Gend, Ter drukkerij van A.B. Stéven...1827, terwijl ook de approbatie, resp. de Voorrede, die jaartallen dragen. In mijn exemplaar van de eerste uitgave heeft een vorige bezitter de candide opmerking geschreven ‘Dat het woord van Cervantes “no hay libro tan malo que no tiene algo bueno” II, 112 juist is, bewijst p. 25’! In de volgende paragrafen worden dan achtereenvolgens alle auteurs besproken die gewerkt hebben in de periode tot 1815, waarbij niet alleen gepubliceerde, maar ook veel werken in handschrift de aandacht krijgen. Een enkele keer vervalt schr. hier wel eens in herhalingen van wat hij al in hfdst. I bij de genres vermeld had, terwijl sommige mededelingen beter daar hadden kunnen worden gedaan, b.v. dat J. de Wolf's Klap-banken ‘niet zonder invloed kan zijn geweest op wat Karel Broeckaert enige jaren later in zijn Sysse-panne heeft bekokstoofd’ (blz. 122).

Al met al is dit boekje een waardevolle bijdrage voor onze kennis van een provincie van onze letterkunde die toen een buitengewest was geworden en waarin schr. met liefdevolle aandacht het tere plantje van de literatuur in de volkstaal gadeslaat, zonder ooit in de overdreven waarderingen te vervallen die bij sommige van zijn landgenoten wel eens irriteren. Het is klaarblijkelijk de vrucht van jarenlange toegewijde studie, waarvan o.a. ook zijn verwijzingen naar veilingscatalogi getuigen. Een enkele maal zou nadere aanduiding van zijn bronnen wel wenselijk geweest zijn.

 

Leiden, Dec. 1963

C. Kruyskamp

J. Landwehr, Fable-Books printed in the Low Countries. A concise bibliography until 1800. Introduction by Prof. H. de la Fontaine Verwey. Nieuwkoop, B. de Graaf, 1963. 43 blz., 12 pl. Prijs ƒ 28. - geb.

In 1941 verscheen de dissertatie van J.F. Heijbroek over de Fabel, een vrij uitvoerige studie waarin veel materiaal is verwerkt, dat echter

[pagina 211]
[p. 211]

weinig toegankelijk gemaakt is: er ontbreekt een register en aan de bibliografie is slechts zijdelings aandacht geschonken, terwijl er ook nogal wat onnauwkeurigheden in staan. In deze leemte wil de beknopte bibliografie van de heer Landwehr althans ten dele voorzien: in de zeer korte verantwoording wordt het werkje aangediend als ‘the beginning of an extensive bibliography on this aspect of literature’. Twee beperkingen worden slechts genoemd, de ene in het Voorwoord: ‘Political fables were not taken up’ (sic), de andere valt slechts op te maken uit de titel, waarin uitdrukkelijk gesproken wordt van ‘Fablebooks’: het is alleen een bibliografie van fabelbundels, niet van de fabel als genre. Dit is wel jammer, daar het de waarde van het boek uit litterair-historisch oogpunt zeer vermindert; het is geheel opgezet als een bibliografie voor de antiquaar, met zeer korte titelbeschrijvingen, net voldoende om het boek te herkennen als men het tegenkomt, maar zuiver bibliografisch en litterair-historisch onvolledig en soms apert onjuist. Zo wordt onder nr. 299 genoemd: ‘Winter, Nicolaas Simon van. De ware geluksbedeling...Gedichten en fabelen’. In feite is dit: ‘De Waare Geluksbedeeling. Brieven en nagelaten gedichten van Lucretia Wilhelmina van Winter, gebooren Van Merken; en Gedichten en Fabelen van Nicolaas Simon van Winter’. Onder nr. 177 staat: ‘Hoogstraten, Jan van. Staat- en zedekundige zinneprenten...The titlepage and 100 copperplate engravings taken from P. de La Court's book’. De volledige titel echter is: ‘Staat- en Zedekundige Zinneprenten of Leerzame Fabelen, die van den heere La Court speelswijze gevolgt door J.v. Hoogstraten’. Niet slechts de platen zijn dus ontleend aan De la Court, maar het hele boek is in feite een bewerking van diens bundel en dit blijkt bij Landwehr in genen dele. Hetzelfde is het geval met de ‘Leerzame Fabelen... verklaart door Kornelis Sweerts’ (nr. 290). Wat de genoemde beperkingen betreft: de schr. heeft zich enerzijds daaraan niet consequent gehouden, terwijl er anderzijds andere beperkingen zijn die hij in 't geheel niet noemt. Wat het eerste betreft: onder nr. 149 zijn opgenomen ‘Staatkundige fabelen en vertellingen’, bevattende ‘35 political fables’; onder nr. 178: ‘(Kleyn, J.P.) Eenige bijdragen voor genie en menschengevoel...the text contains a.o. a translation of

[pagina 212]
[p. 212]

some of Lessing's fables’. Maar zo zijn er dozijnen andere die niet opgenomen zijn (zie Heijbroek)! Weggelaten zijn verder alle kinderfabelboeken (zie het hele hoofdstuk VII bij Heijbroek), een wel zeer willekeurige beperking, daar immers de grens tussen fabels voor ‘grote mensen’ en voor kinderen wel heel moeilijk te trekken is; de talrijke in Nederland verschenen Franse uitgaven van Lafontaine, die wel opgenomen zijn, zijn immers stellig grotendeels voor kinderen gedrukt, vooral om er Frans uit te leren. Van Aesopus - Phaedrus worden alle Latijnse en Griekse uitgaven in Nederland opgesomd, maar Hyginus (b.v. Amst. 1674) zoekt men tevergeefs. Daarentegen zijn onder nr. 156 opgenomen de ‘Fabliaux et contes des poètes françois des XII, XIII, XIV et XV siècles’ van Barbazan! De verwijzingen zijn lang niet volledig en wat nog erger is: er is geen register op de namen van de bewerkers (wel op die van de drukkers). Is er hier dus een evident tekort, een overmaat geeft schr. waar hij ook de ‘Historie van Reynaert die Vos’ heeft opgenomen (nr. 268-287 a), waardoor het begrip fabel toch wel al te zeer wordt uitgerekt; in de Catalogus van de verzameling Boekenoogen vindt men trouwens nog een uitgave Gent ± 1790 die niet is overgenomen. De afsluiting met het jaar 1800 is nogal willekeurig (er worden trouwens bij meerdelige uitgaven die voor 1800 begonnen zijn ook enkele met een later jaartal genoemd); het is jammer dat schr. de grens niet een dozijn jaren later getrokken heeft, waardoor Coninckx nog had kunnen worden opgenomen, de laatste echte Nederlandse fabeldichter, met wie Heijbroek terecht zijn hoofdstuk afsluit.

Al met al kunnen wij het boekje aanvaarden zoals het zich aandient: een voorlopige verkenning die nog veel te wensen overlaat en waarvan wij een grondiger hervatting gaarne tegemoetzien. De uitvoering is zeer fraai, geheel als pendant van de bibliografie der emblemata van dezelfde auteur (zie dit Ts., dl. LXXIX, 214 vg.), maar de prijs is er dan ook naar!

 

Januari 1964

C. Kruyskamp


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Gedenkschriften

  • over Nederlandse dialectkunde


auteurs

  • C. Kruyskamp

  • H. van de Waal

  • P.J. Meertens

  • J.M.J. Sicking

  • A. Sassen

  • over Eugène de Bock

  • over John Landwehr

  • over Wilfried de Pauw

  • over Lodewijk van Deyssel

  • over Albert Verwey

  • over Stefan George

  • over Maria-Augusta Jacobs

  • over Th.J. Beening

  • over Carry van Bruggen

  • over A.A. Weijnen

  • over F. de Tollenaere

  • over R. Van Passen


datums

  • december 1963

  • januari 1964


taalkunde

  • Dialectologie

  • Woorden (lexicografie)

  • Betekenis (semantiek)