Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 5 (1848)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 5
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.97 MB)

Scans (1170.54 MB)

ebook (6.67 MB)

XML (3.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 5

(1848)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lentemijmering.

Variatie op een thema van F.W. Carové.

Voor Europa, en in Europa voor de menschheid, brak een nieuwe lente aan, toen vóór vier eeuwen de boekdrukkunst werd uitgevonden. Ontdekkingen en uitvindingen volgden weldra elkaêr met snelheid op. De klassieke wereld, Oud en Nieuw Testament, Oost- en West-Indië verhieven het hoofd uit den digten nevel, waarmeê ze waren bedekt; Zwingli en Luther begonnen de hervorming van het kerkelijke, Copernicus van het wetenschappelijke zonnestelsel.

De eeuw van 1435-1535 werd als de lente van een' nieuwen tijd begroet.

Ook deze eeuw eindigde, na menigen harden kamp, innerlijk verscheurd en verdeeld, om ('t was vóór ruim honderd jaren), een pheniks uit zijne asch, als jongste tijd te herrijzen.

Weder verdrongen zich de ontdekkingen en uitvindingen, zoo onderscheiden van aard als groot en gewigtig. Wat drie eeuwen vroeger de boekdrukkunst was, werd nu de openbaarheid, die zich uitbreidde met onweêrstaanbare magt. De oudste letterkunde van het Oosten, de heilige schriften van elken tijd en ieder volk, vooral het boek, voor allen bestemd, het boek der natuur, der kunst, der wetenschap, der wereldgeschiedenis, - werden geopend, gelezen, verklaard; Harvey en Halley ontdekten den omloop des bloeds en der kometen, Mesoner vond eene nieuwe, Washington en Lafayette hervormden de staatkundige wereld.

Nog heeft deze lente geen eind: nog steeds hooren wij het springen van eeuwenoude ijsschorsen, vergruisd door de magt van opborrelende levensstroomen: - nog dagelijks weidt zich onze blik aan 't verrassend losbreken van bloesemknoppen, nooit gezien, en te midden der algemeene opstanding ruischen wonderbare toonen, luide hier, ginds nog overstemd door onweder en voorjaarsstorm.

Algemeenheid is de heerschende geest van de aangebroken lente: niet in een' enkele spreekt hij; niet maar in eene kleine schare van uitverkorenen, niet voor één volk, voor ééne kerk spilt zij hare schatten. Als het zonlicht eene wereld

[pagina 228]
[p. 228]

bestraalt, als de glans van myriaden tintelende starren aller oog tegenblinkt, zoo ontwaakt een geest van algemeene liefde, van alomvattende en alles doordringende waarheid. Geen slavernij wacht den een, opdat de ander boven den gekromden nek van zijn' broeder alleen de stralen der lentezon opvange; niet meer zal 't geloofsbegrip des een' het andere kind van God voor eeuwig in den afgrond slingeren. Ontwaakt is in de menschheid het bewustzijn van haren gemeenschappelijken, goddelijken oorsprong, - ontwaakt het bezielende gevoel van algemeene verbroedering, de zaligende hoop op gemeenschappelijk heil. Humaniteit is het Godswoord, gesproken tot wie smachtten naar vrede en vrijheid, gesproken te midden van de stormen der revolutie. De wegen, gebaand door trotsche veroveringszucht, begeerigen handelsgeest, bekrompen fanatismus, zij zijn geopend voor menschenliefde, waarheid, voor den triumftogt van schoonheid en liefde.

Harmonie, door de poëzy vermoed, door het geloof erkend, door de wetenschap gevonden, zal ordenen en effenen wat nog woelt en bruischt, zal het leven hervormen met bijna onmerkbare, zeker onweêrstaanbare magt. De sterveling had haar nagespoord in de zigtbare schepping, de wegen der sterren ontward, de banen der kometen afgebakend, in den schoot der aarde hare schoonheid bewonderd; de geschiedenis der natiën en de gedenkrollen der eeuwen toonden van harmonische ontwikkeling de onmiskenbare sporen. Maar wat der wetenschap in natuur en geschiedenis levenswet bleek, is tevens de ziel van het streven en pogen: het streven naar harmonie in bestaan en werken, is de hoogste taak, het verheven doel van elke poging in kunst, wetenschap, godsdienst: verzoening, het tooverwoord, dat de baren effent.

Dáárom juist is het hoogste streven van onzen tijd een godsdienstig, gerigt op den waren band van alle bestaan en werken. De wetenschap wil de harmonie kennen als waarheid, de kunst haar als schoonheid aanschouwelijk maken, de zedelijkheid haar als regt in het goede verwezenlijken, de godsdienst zelve in alles, in waarheid, schoonheid, regt, deugd, den alomtegenwoordigen, albesturenden alles verzoenenden Werkmeester der harmonie vereeren en beminnen.

Dat is de geest, die rede, verbeelding en wil moet heiligen, om door 't gewijde verbond der drie de menschheid met volle bewustheid harer bestemming te gemoet te voeren: genoeg is 't voor 't oogenblik, veel reeds gewonnen, dat wij tot bewustheid van dit doel en streven gekomen zijn, - genoeg, om met vast vertrouwen de ligt nog verwijderde, maar eenmaal zeker aanstaande verwezenlijking van dit ideaal te gemoet te zien.

De zon rijst, lentezefirs suizen, onmerkbaar maar gewis gaat de verjonging voort; alles snelt den helderen dag tegen; alles haakt naar mededeeling, naar gemeenschap. Gelijk 't jubelend klokgelui de geheele gemeente ter blijde feestviering roept, gelijk 't zonlicht op de vleugelen der liefde heensnelt naar de arme dwaalsterren, zoo klinkt nu het vrijgemaakte woord in ruime kringen, zoo dringt nu het licht der waarheid en der liefde met steeds versnelde vaart door tot de verst verwijderde volken. En ieder, wiens voorhoofd door de stralen der rijzende zon is aangeroerd, wiens hart door het liefdevuur der nieuwe lente is ontstoken, - hoe brandt hij, om zijne denkbeelden, zijne gevoelens in aller har-

[pagina 229]
[p. 229]

ten uit te storten, omdat in zijn' geest het vermoeden, in de diepte zijns harten het gevoelen leeft, dat dàt alleen het ware, goede, schoone en regte kan zijn, wat allen toestemmen, allen huldigen, omdat allen daardoor bevredigd, verheven, gelukkig gemaakt worden.

De vrijheid des woords, ze is ons waarborg eener heerlijke toekomst; gaat zij niet uit van het heilige vertrouwen op de magt, op de onoverwinnelijkheid der goddelijke waarheid? Het doode kristal alleen schuwt het levende licht: wat leven heeft, in de koesterende stralen der zon alleen kan het tieren. Zelfzucht en logen mogen zich verbergen, de liefde kent geene vrees, de waarheid vreest tegenspraak noch aldoordringend licht.

Waarheid en liefde, waarom zouden ze elkander vreezen of vlieden? Nemen wil de liefde niets, geven alleen, bevredigen, verzoenen! Een' ieder laat, gunt zij 't zijne, wat zij hem ontneemt is de zelfzucht alleen, die van het geluk der gemeenschap hem beroofde. En de waarheid? de waarheid, die alles vereent, is niets anders dan de gedachte der liefde, het goddelijke wereldplan zelf, dat niet goddelijk was, zoo 't op onverwinbare tweespalt kon stooten. En dit juist is de hoogste vreugde van 't aanzijn, dat de mensch zich geroepen weet, om dit wereldplan steeds meer te doorgronden, aan het gekende in vrijheid mede te werken, - dat hij zijner onsterfelijkheid zeker is, omdat zijn verlangen, zijn streven oneindig is als zijne goddelijke roeping.

 

Zoo peinzend, zat ik neder en droomde van een' blijden dag en helderen zonneschijn... dof gerommel als van een naderend onweder wekte mij uit mijne mijmering: 'k hief den blik opwaarts, en ziet, 't was donker geworden om mij heen; onheilzwangere wolken werden voortgezweept door het zwerk, waarachter de dagvorstin zich onheilspellend verborg; stormen gierden en deden eeuwenheugende eiken kraken; kil viel de sneeuwjagt mij op het brandend gelaat; dwaallichten flikkerden dansend om mij heen. Sidderend zonk ik neer en jammerde: o, mijn God, heb ik mij bedrogen in zoo zoet eene hope; was, wat ik lente waande de gunst slechts van een enkelen straal der zwakke winterzon; verkondden zefirs zuchten den naderenden storm alleen; zal ligt nog lang de morgen niet dagen, is uw kind gedoemd ten eeuwigen nacht, ten weerloozen speelbal der woedende elementen?... Daar ruischte eene stem, melodisch als de klank van hemelsche cithersnaren om mij heen, en sprak: Was immer lente zonder storm, ooit Meidag zonder morgennevel? Doet 't kraken van het dorrende loof des vorigen wereldjaars u sidderen, kleingeloovige? Meent gij, de harmonie ware verstoord, het hemellicht gedoofd, omdat één oogenblik het wolkenfloers u 't vooruitzigt benevelt? De storm, moet hij niet het luchtruim zuiveren; de onweêrswolken, zullen ze niet neerdalen als regen, verkwikkende het verjongde aardrijk? Uitgebluscht zullen ze worden, de dwaallichten, die u tegenblinken met bedriegelijken glans; donker zij nog de nacht, te schooner verrijst weldra de zon; eeuwig en onvergankelijk zijn God, deugd, vrijheid, - vooruitgang, door nacht en storm vaak, vooruitgang toch is de leuze des wereldbestuurs. Geloof en strijd!

Gesterkt stond ik op: geloof verlichtte mijn levenspad en kweekte zoete hoop, vast vertrouwen te midden van den strijd om mij heen. Met kinderlijk toevoorzigt trad ik het nieuwe wereldjaar, welks ge-

[pagina 230]
[p. 230]

beurtenissen mij een oogenblik deden sidderen, te gemoet, vast verzekerd, dat de toekomst niets dan heerlijke, ongedachte wonderen van goddelijke wijsheid en liefde kan openbaren.

- S -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken