Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 6 (1849)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 6
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.64 MB)

Scans (1189.22 MB)

ebook (7.40 MB)

XML (3.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 6

(1849)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Geschiedenis van den jongsten tijd, sedert den val van Napoleon tot op onze dagen.

In eene algemeene beschouwing voorgesteld door Dr. K. Hagen, Hoogl. in de Gesch. en Staatk. te Heidelberg, vrij bewerkt naar het Hoogduitsch door Mr. P. Bosscha, Hoogleeraar in de Gesch. en Letterk. te Deventer. Eerste Aflevering, te Sneek, bij van Druten en Bleeker 1849.

Wij ontvangen hier eene lettervrucht van Duitschen bodem in een vak, waarin de heldere, geleerde hoofden aldaar meer en meer den palm wegdragen, hoe die hun ook elders wordt betwist. De wijze van behandeling door den hoogleeraar Hagen gekozen mag pragmatisch heeten, overal op het verband der dingen opmerkzaam makend, de gevolgen tot hunne oorzaken terugleidend, in de gevolgen de oorzaken herkennend, en dat met een juisten, diepen blik. Wij vernemen overal de taal van een vrijen geest, zonder dat die, als bij zoo vele hyperliberalen, tot uitersten overslaat, waar de verlangens chimères worden, en die vrijheid in toomeloosheid ontaardt. Integendeel hier en daar ademt ons een vrome geest, een geest des geloofs en der geregtigheid te gemoet. En zoo mag Hagen met goed regt het zoo vaak beschouwde nog eens beschouwen, het meermalen verhaalde nog eens verhalen. Waardiglijk neemt hij eene plaats in naast von Rotteck, Schlosser en anderen.

Hoe gaarne wij daarom het werk in het Nederduitsch vertaald zagen, het deed ons leed dat wij die vertaling moesten ontvangen op de wijze waarop zij ons werd gegeven. - Een professor in de geschiedenis eene geschiedenis vertalen, en dat in ons Nederland, dat vroeger zijn Hooft, later zijn Stijl had, om te zwijgen van andere geschiedkundigen. Moeten we 't dan waarachtig doen met mannen als de hoogleeraren Bosscha en Lauts, bij wiens onlangs uitgegeven prul over het leven van onzen tegenwoordigen koning wij herhaalde reizen, klagend en verontwaardigd, moesten vragen: ‘Is dat geschiedenis, professor?’

Doch de heer Bosscha heeft vertaald, of, wil hij, vrij bewerkt, door hier en daar iets weg te laten, elders iets bij te voegen.

Mogen wij over die toevoegselen oordeelen naar de staaltjes, welke de hoogleeraar zelf aan wijst, dan heeft Hagen's werk daardoor niet veel gewonnen. De

[pagina 356]
[p. 356]

noot toch op blz. 28 over de centralisatie is tamelijk oppervlakkig en eenzijdig. Het misbruik, de overdrijving der centralisatie moge haar tot eene georganiseerde tirannij maken, zij mogt dat worden in de hand van een' Napoleon, zij is toch ook de Thrasybulus geweest, die de dertig dwingelandjes van provincialismus, nepotismus en oligarchie hier en daar uit de wereld hielp. Zij is ook niet zoo jong, althans niet in de praktijk, als de professor haar voorstelt. En hoe wij den stelregel van een vermaard staatsman ‘maar vooral, mijne heeren, geen drift!’ daarop moeten toepassen, verklaren wij gaarne niet te doorzien. - Verder vonden wij op blz. 59 eene noot, die ons leert, dat de hoogleeraar de bijzonderheid, dat men in Hessen Kassel de krijgslieden weder in de uniform van de vorige eeuw stak en hen weder lange staarten liet dragen, belangrijk genoeg keurde om die in den tekst te lasschen. Dat is razend pruikerig en mag een klein staartje heeten, dat hij Hagen's werk aandraaide. Wij hebben onder de toegevoegde opmerkingen geene enkele gevonden, die wezenlijk iets beteekende.

Als een proefje van vloeijende, van Germanismen vrije vertaling, diene de eerste zin: ‘Het Europesche statensysteem leed door de Fransche omwenteling, op het einde der achttiende eeuw, de geweldigste verstoringen, zoowel ten aanzien der inwendige, als der uitwendige politiek.’

‘Deze (oude dynastiën) toch waren eenen tegenstander niet opgewassen, gelijk de Fransche omwenteling, welke door een groot denkbeeld gedragen, ook voor de grootste opofferingen vatbaar was.’ enz. (blz. 2).

Jammer, inderdaad, dat een zoo goed werk op die wijze werd ontsierd. Wij vernemen ook dat het Weener congres, dat zelfs door vrouwen, minder uit (?) politieke inzigten, dan wel uit vermaak, werd bijgewoond, 30,000 millioenen gulden kostte. - Die sind verflucht theuer! zouden wij met Murzuflus in zijne noten op Danischmend zeggen. - Een paar honderd flaters in de vertaling levert deze eerste aflevering wel op. Op het laatst wordt zij beter. Zij zal mogelijk goed wezen als het werk ten einde is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken