Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 27 (1870)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 27
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 27Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 27

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.15 MB)

Scans (74.37 MB)

ebook (4.09 MB)

XML (3.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 27

(1870)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

Suum cuique.

Een behoefte, die geen boekverkoopers-frase is.

De opvoeding der vrouw is een vraagstuk, dat eindelijk ook in Nederland aan de orde gesteld is. Het wordt behandeld en mishandeld op velerlei wijzen.

Mishandeld, wanneer men het verwart met andere vraagstukken, als de zoogenaamde emancipatie der vrouw, die men zich dan nog voorstelt in de meest fantastische vormen en met de schrilste kleuren; mishandeld, wanneer men holle frases en ijdele declamatie stelt tegenover onbetwistbare feiten en klemmend betoog. Zoo heeft de gemeenteraad van Delft met zijn voorzitter, den volksvertegenwoordiger van Kuyk, zich een treurige vermaardheid verworven door de ongerijmdheid der bezwaren, die tegen de verbetering van het onderwijs der vrouw werden ingebragt, zoowel in de bekrompen raadzaal van Delft als in de ruimere Tweede Kamer.

De heer van Kuyk bovenal schijnt maar te vreezen, dat de vrouw geen vrouw zou blijven, wat bij bijzonder betreuren zou.

Omtrent de vrouw, haar aanleg en bestemming, haar regt en haar roeping bestaat in Nederland nog velerlei misverstand en wanbegrip, ook bij meer ontwikkelde mannen dan Delftsche gemeenteraadsleden, en zelfs in den Amsterdamschen raad zijn beschouwingen voorgedragen, welke een droevig licht werpen op de hoofdstad des lands.

Onbekendheid met den werkelijken toestand van het onderwijs der vrouwelijke jeugd in ons vaderland, volslagen onwetendheid van hetgeen elders bestaat, blindheid voor den staat van achterlijkheid, waarin de Nederlandsche vrouw verkeert, behooren tot de meest verschoonbare oorzaken van den tegenstand, waarop de pogingen om dat onderwijs te verbeteren, nog afstuiten.

Deze oorzaken kunnen bestreden en zullen bij gepaste bestrijding overwonnen worden. Het volk moet worden voorgelicht: het regt der vrouw op volle ontwikkeling van haren aanleg worde betoogd, de treurige toestand van het onderwijs op de meeste meisjesscholen worde, zonder oogluiking of verschooning, blootgelegd; aangewezen de weg, die tot verbetering behoort ingeslagen te worden. Welk onderwijs het meisje behoort te genieten, van welke beginselen het moet uitgaan, welk doel beoogen, hoe het moet ingerigt en door wie gegeven te worden - ziedaar vragen, welke eene ernstige overweging, eene veelzijdige behandeling vereischen.

Het onderwijs der vrouwelijke jeugd in Nederland is hoogst gebrekkig - dat is de overtuiging, die moet gewekt worden.

Het onderwijs der vrouwelijke jeugd in Nederland moet goed worden - dat is het doel, hetwelk men zich behoort voor te stellen.

De behandeling dezer belangrijke volkszaak vereischt een eigen orgaan.

Dat orgaan wordt aangekondigd: ‘Ons streven. Weekblad gewijd aan de ontwikkeling der vrouw.’

Het is een vrouw, die den moed heeft om de leiding van dit blad voor hare verantwoording te nemen.

Waarop is ‘Ons streven’ gerigt?

‘Dat de vrouw in staat moet gesteld worden, om naar openbare ambten te dingen; dat zij, is zij gehuwd, niet langer tevreden de levensgezellin des mans te zijn; is zij ongehuwd, in stede van als zijne ijverige hulpe op het onafzienbaar

[pagina 126]
[p. 126]

veld der beschaving te werken, zich zijne plaats, zich zijne betrekkingen moet zien te veroveren, en alzoo niet naast hem, maar als mededingster tegenover hem behoort op te treden’?!

‘Dat zij verre!’ verklaart de redactie uit volle overtuiging.

De Delftsche burgervader zij gerust: de redactrice wil zich niet in de plaats dringen zijner slaperige gemeenteraadsleden, en zijn kuische oogen zullen niet geërgerd worden door wandelende Bloomers-costumen langs 't Oud-delft.

Wat wil de redactie dan wel?

‘Ontwikkel verstand en gemoed zoo veelzijdig, dat de vrouw zich in elken levenstoestand volkomen te huis gevoelt. Ontwikkel haar zoo harmonisch, dat zij een sieraad wordt van den stand waartoe zij behoort, van den kring waarin zij verkeert, en naar de mate harer kracht, naar gelang van de meerdere of mindere talenten, haar geschonken, hetzij gehuwd of ongehuwd, moeder of kinderloos, een nuttig lid der maatschappij zal zijn; ja, dat zij, ingeval neiging of inwendige roeping haar dringt, de omstandigheden of redenen van stoffelijken aard haar nopen, uit de eigenaardige behoeften des tijds zich een werkkring weet te scheppen en dien waardig te vervullen.’

Inderdaad, die eisch is ‘gematigd.’

Maar die eisch is ook ‘stellig.’

Die eisch móet bevredigd worden; en dat zál hij.

Of het spoedig zal geschieden, hangt af van het onthaal, dat het nieuwe weekblad bij het Nederlandsche volk zal vinden.

Onze vrouwen en jonkvrouwen zullen het zeker krachtig ondersteunen: het is haar eigen zaak, die hier wordt bepleit, haar eigen belang, dat hier wordt gehandhaafd.

Maar ook ontwikkelde en nadenkende mannen zullen begrijpen, dat de belangen van hun huisgezin, de toekomst hunner kinderen, het lot van het vaderland hier voorname onverschilligheid verbieden, oppervlakkig veroordeelen wraken, ernstige belangstelling eischen.

Op menig gebrek zal gewezen, harde waarheden zullen moeten uitgesproken, veler eigenbelang gekrenkt worden - aan deze zware pligten zal men zich niet mogen onttrekken. Maar ook zal met wijsheid en kalm overleg de weg tot verbetering eerst gevonden, dan aangewezen, vervolgens gebaand moeten worden: geen rust voordat het doel van dien weg is bereikt.

Volharding en geduld moge de moedige Redactie paren aan warme liefde en welwikkend overleg.

K.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken