Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 30 (1873)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 30
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 30Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 30

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.18 MB)

Scans (72.36 MB)

ebook (4.23 MB)

XML (3.52 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 30

(1873)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Brievenbus.

I. Hoogere burgerschool en katechisatie-kamer.

Geachte Redacteur!

 

Onlangs een vriend bezoekende, moest ik een oogenblik wachten, sloeg een daar liggend vlugschrift op, en las een paar plaatsen, die mijn aandacht trokken. Het vlugschrift was: ‘Ons Middelbaar Onderwijs. Wenken en wenschen, door Dr. A.W. Bronsveld’. En de plaatsen, daar mijn oog op viel, p. 3: ‘Wie is opgegroeid in een atmosfeer van koele onverschilligheid voor- of besliste vijandschap tegen het Evangelie, biedt meer kansen aan, dat hij van het Evangelie zich afwenden, dan het geloovig aannemen zal’, en p. 5: ‘De catechisatie-kamer staat niet zeer hoog aangeschreven bij hen, die onder den invloed verkeeren van de middelbare Scholen. Welk een ongelukkig man is reeds in hun oog “een dominé.”

Die Doctor Bronsveld is voor mij bijna een vreemdeling. Wel weet ik, dat hij als tijdschriftredacteur optrad, maar ik gevoelde nooit opgewektheid om een tijdschrift ter hand te nemen, dat zich de verdediging eener versletene richting ten doel stelt, te minder, nadat Busken Huet in zijne geestige recensie der would be Leekengedichtjes van dien heer, ons hem in zijn ware gedaante had doen kennen. Ik herinner mij ook, dat ik later, toen dezelfde Dr. B. zich tegen zijn algemeen geachten Haarlemschen ambtgenoot op zijn achterste beenen stelde, menigeen te vergeefs vroeg: is de vroomheid van dien jeugdigen geestdrijver zoo boven allen twijfel verheven, dat hij recht heeft zoo te spreken? En zie, daar komt hij nu onverwachts tegenover mij te staan, en roept mij in de regelen, die ik uitschreef uit zijn vlugschrift, luide toe: “hier ben ik, nu kunt gij mij leeren kennen”. Hoort. Hij spreekt van, “jongelieden, opgegroeid in een atmosfeer van koele onverschilligheid voor- of besliste vijandschap tegen het Evangelie”.

Eerlijk moet ik bekennen, dat zulke jongelieden mij vreemd zijn; maar ik heb geen reden, om te denken, dat het niet zoo treurig in Haarlem zou gesteld zijn, en dat, niettegenstaande de nieuwe richting er zoo slecht, de oude door mannen als Dr. B. en dergelijken zoo goed vertegenwoordigd is, wanneer het mij wordt verzekerd door iemand, die zoo met hand en tand de zuivere leer voorstaat, en dus nooit afwijkt van de waarheid. Dàt dus aangenomen zijnde, komt men tot de vraag: hoe is het mogelijk, dat jongelieden, wier gemoed op dien leeftijd open staat voor al wat schoon en goed is, “onverschillig voor, ja beslist vijandig tegen het Evangelie” zijn? En mij dunkt, van alle kanten wordt mij toegeroepen: “bepaald onmogelijk, want het Evangelie, eenvoudig en verheven, als wij het uit den mond van den leeraar van Nazaret opvangen, trekt iedereen aan, wekt de belangstelling van allen, en openbaart zijn bezielenden invloed op ieder onbedorven hart.” Maar hoe dan dat raadsel op te lossen, daar men toch moet onderstellen, dat Dr. B. met kennis van zaken spreekt? Mag ik het met een gemeenzaam spreekwoord beproeven? Het is, omdat men die jongelieden knollen voor citroenen heeft verkocht, en dat zij, nu zij ze proeven, niet uilskuikerig genoeg zijn, om geen knollen van citroenen te onderscheiden. Wilt gij, Mijnheer de

[pagina 80]
[p. 80]

Redacteur, mijn meening nader kennen? Die jongelieden zijn door hunne ouders naar de katechisatie gezonden. Dáár heeft men hun, met eenige nieuwerwetsche termen in hoofdzaak gezegd: “zoo wie wil zalig worden, moet zich aan het algemeen geloof houden, zooals het door den H. Geest is nedergelegd in het onfeilbaar Woord van God, en is weergegeven in de belijdenis van Dordrecht.” En onze jongelieden hebben elkander met steelschen blik aangezien, zijn beginnen te lachen, en hebben - N.B. de brutaliteit gehad, van te zeggen: “wij gelooven dat niet.” En - men heeft die jongelieden zoeken te bekeeren van de dwaling hunnes wegs? Vraagt gij in ernst zóó, Mijnheer de Redacteur, dan hebt gij zeker uwe ooren nog nooit te luisteren gelegd aan de deur van een orthodoxe katechiseerkamer - men heeft hen de deur uitgezet, en men heeft hunne goedgeloovige makkers verklaard, “dat de weggezondenen opgroeiden voor de hel.”

Waar zulke dingen gebeurd zijn, en, naar hetgeen men van meer dan 1000 predikanten van den kansel hoort verkondigen, dagelijks gebeuren kunnen, is het immers niet vreemd, dat zulke jongelieden, die reeds op de bewaar-, en later op de openbare school zijn opgewekt om hun verstand te gebruiken, den onzin niet aannemen, dien de N.B. leeraars van den godsdienst hun als Evangelie voorstellen. Maar ik vraag verder aan ieder, die zijn verstand niet aan banden legt, of Dr. Bronsveld reden heeft zich te beklagen, wanneer zulke jongelieden “een dominé” een ongelukkig man noemen, en of zij niet hetzelfde recht hebben om zulk een man, die niet meer in deze eeuw te huis behoort, uit te lachen, als ik, menigmalen een orthodox dandy-dominé om een groefbidder in middeneeuwsche kleedij zag lachen. En, dat die Bronsveldsche “onverschilligheid voor- of vijandschap tegen het Evangelie” alleen daarin haar grond heeft, dat men die jongelieden voor Evangelie heeft zoeken te verkoopen, wat geen Evangelie is, en zij die dominé's - (en immers te recht) als valsche munters beschouwen, ik zou het kunnen bewijzen door de namen van enkele mijner kennissen, moderne predikanten, op te geven, die mij dikwerf zeiden: “het is ons een lust thans met die jongelieden van de hoogere burgerschool te katechiseren. De jongens hebben leeren denken, en men ziet het, het doet hun goed, dat zij ook op godsdienstig gebied hun verstand gebruiken mogen.”

Maar daar het noemen der namen van die predikanten door velen als ijdele zelfverheffing zou uitgekreten kunnen worden, wil ik liever, tot staving mijner meening mij beroepen op iemand, die reeds tot zijne vaderen vergaderd is, Fr. Rauwenhoff. Heb ik hem, even als vele orthodoxen in Santpoort, Zalt-Bommel en Rotterdam, innig liefgehad, den nederigen vromen man, het was, omdat hij door woord en voorbeeld, ons de hooge waarde van het Evangelie leerde kennen. En niet alleen ons, die de diepte en den ernst van het leven hadden ervaren, maar ook zijne jeugdige katechisanten. Getuigt hier tegen mij, gij zijne leerlingen! Maar neen, die enkelen uwer, die ik over hem en zijne katechisatiën hoorde, en die mij verklaarden, “hij heeft ons voor het materialisme”, waarheen het onderwijs van vroegere leeraars der orthodoxe richting ons voerde, bewaard’, geven mij vrijmoedigheid te zeggen: waar men klaagt over ‘onverschilligheid voor- of vijandschap tegen het Evangelie’, daar is het hoofdzakelijk daarin te zoeken, dat men zelf, ijverende voor overlevering en kerkleer, niet doorgedrongen is in de diepte van het onderwijs van den leeraar van Nazaret, en dientengevolge de jongelingschap wil doen gelooven, dat steenen brood zijn. Zijt gij dit met mij eens, dan plaatst gij licht dit mijn schrijven, in de hoop dat het niet zij een stem des roependen in de woestijn.

t.t.

plank.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken