Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 43 (1886)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 43
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 43Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 43

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.02 MB)

Scans (81.70 MB)

ebook (4.28 MB)

XML (4.04 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 43

(1886)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

Levenswoorden.

De mensch is niet in dien zin een gunsteling der natuur, dat de natuur alles voor hem gedaan heeft, maar in dien zin, dat de natuur hem de macht verleend heeft alles voor zichzelf te doen.

Zachariae.

 

Dat is de eenzaamste aller eenzaamheden, welke het menschelijk hart kan pijnigen en doen ineenkrimpen van smart, - het gevoel van verslagenheid van hem, die het hoogste ideaal van zijn leven, zijn diepste wezen heeft prijsgegeven, - de zelfverlatenheid.

Henri Lou.

 

Het ideale streven wordt uit het denken over het leven geboren, sterft echter niet door het denken, maar door het leven.

Henri Lou.

 

De menschen zijn bang in zichzelf te zien; zij beven als kinderen, wanneer zij eindelijk niet langer de vraag kunnen ontwijken, wat zij deden, wat zij geworden zijn, wie zij zijn.

Schleiermacher.

 

De mensch moet en kan niet edeler, grooter en beter zijn dan een mensch en wel hem, die noch meer noch minder wil zijn.

Wieland.

 

Daarvoor ben ik een man, dat ik volhard in hetgeen ik begon, dat ik met lichaam en ziel pal sta, om te volbrengen, wat mijn geest mij ingeeft.

Laube.

 

Het ongeluk van den modernen tijd is het vroegrijpe zelfbewustzijn, de jongeling heeft geen besef, dat na zijn tegenwoordige ideeën nog andere en hoogere zullen volgen, dat over een jaar zijn begrippen een andere wending zullen hebben genomen; hij wacht den tijd niet af, maar begint terstond zijn eerste idee op de bestaande toestanden toe te passen.

Gutzkow.

 

Tegen het einde des levens gaat het als op het laatst van een gemaskerd bal; de maskers worden afgenomen; men ziet, wie zij eigenlijk

[pagina 117]
[p. 117]

waren, met wie men gedurende zijn leven in aanraking kwam; immers, dan zijn de karakters open geworden, de daden hebben vruchten gedragen, het werk heeft het gerechte loon gevonden en alle waanbeelden zijn weggerukt.

Schopenhauer.

 

Het geloof spreidt over het menschenleven een vriendelijken blauwen hemel, die als uitlokt om opwaarts te zien, terwijl de wijsgeer in den harden strijd des levens onder vele smarten zich een blauw plekje aan dien hemel verovert, dat op zijn bestaan een hooger licht werpt en hem vergunt uit de sleur van het dagelijksch leven opwaarts te zien en zich te verheffen boven lucht en wolken. Aan niemand wordt dat hooger licht ontzegd, die met het leven strijdt in eerlijken strijd, met het woord der geestdrift en der vermaning in het hart: Ik zal u niet laten gaan, tenzij dat gij mij zegent.

Henri Lou.

 

De werkzaamheid van het verstandelijk vermogen heeft op den mensch denzelfden weldadigen invloed, dien de zon op de natuur uitoefent; zij verdrijft de wolken van het gemoed, verlicht, verwarmt en verheft den geest langzaam maar zeker tot een krachtvolle rust.

W. von Humboldt.

 

Een mensch zonder verstand is ook een mensch zonder wil. Wie geen verstand heeft, laat zich verleiden, verblinden, door anderen gebruiken als middel. Alleen hij, die denkt, is vrij en zelfstandig.

Feuerbach.

 

Tegenover dommen en dwazen bestaat slechts één middel, om zijn verstand te toonen, en dat is: niet met hen te spreken.

Schopenhauer.

 

Niet wie veel ideeën heeft, maar wie een overtuiging heeft, kan een groot man worden.

Eötvös.

 

Niets maakt zoo snel oud als uitsluitend genieten. Het genot zonder meer raakt spoedig uitgeput, maakt moe zonder inwendige bevrediging, schenkt niet de kracht, welke ons boven het leven verheft. Alleen dat leven kan een gevoel van tevredenheid en geluk schenken, waarbij wij in dat leven een hoogere, een diepere beteekenis zoeken, dan het vluchtig voorbijgaande genot kan geven. Niet hij, die, op de oppervlakte van het leven zich bewegend, door zijn golven zich laat wiegelen en slingeren, omvat en kent het leven in zijn diepten en weet het te beheerschen.

Henri Lou.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken