De Tijdspiegel. Jaargang 69

[p. 93]

Tijdschriften.

Onze Eeuw. Maandschrift voor Staatkunde, Letteren, Wetenschap en Kunst, onder redactie van P.J. Blok, P.D. Chantepie de la Saussaye, G.F. Haspels, E.B. Kielstra, K. Kuiper, Jhr. H. Smissaert en W. van der Vlugt. Haarlem, de Erven F. Bohn.

De Augustus-aflevering wordt geöpend met eene novelle ‘Poldergeluk’ door J. Rietema. De heer J.P.B. de Josselin de Jong geeft een uitvoerige beschrijving van de dansen der Paigans. Volgt een studie over Zuid-Londen en eene van Henri Borel over het moderne onderwijs in China. Verzen zijn opgenomen van Geerten Gossaert en Herman Middendorp.

De Gids. Onder redactie van H.T. Colenbrander, C.Th. van Deventer, J.N. van Hall, A.A.W. Hubrecht, E.J. De Meester, W.L.P.A. Molengraaff en R.P.J. Tutein Nolthenius. Amsterdam, P.N. van Kampen & Zoon.

In de Augustus-aflevering zet de heer Joh. de Meester zijne novelle, ‘de zonde in het deftige dorp’ voort. De heer Th. van Ameide plaatst een gedicht ‘Medusa’. Henri Borel wijdt een essay aan Prof. De Groot's boek ‘The religious system of China’, Mr. J.R.B. de Roos een bespreking aan Mr. H.L.A. Visser's geschrift over de psyche der menigte, Dr. Julius de Boer schrijft over François Hemsterhuis en de heeren H.J.C.C. Eilbracht en Dr. H. Onnen Sr. over eene rekenwijze voor de praktijk van evenredige vertegenwoordiging, Dr. J. Vürtheim bespreekt Prof. Kuiper's Atheensch jongensleven en Dr. H.T. Colenbrander een boek ‘China under the Empress Dowager’ van J.O.P. Bland en E. Backhouse.

De Nieuwe Gids, [mede nieuwe serie van de Twintigste Eeuw en het Tweemaandelijksch Tijdschrift], maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en wijsbegeerte, onder redactie van: Dr. A. Aletrino, Dr. H.J. Boeken, Lodewijk van Deyssel, Mr. Frans Erens, Willem Kloos, Jac. van Looy, Frans Netscher. Uitgegeven te 's Gravenhage door de N.V. Electr. Drukkerij ‘Luctor et Emergo’.

In de Augustus-aflevering vervolgt de heer Herman Heyermans zijn Berlijnschen roman. De heer André de Ridder herdenkt Hendrik Conscience. Dr. A.G. van Hamel kondigt eene nieuwe richting aan in de poëzie van Wales. Twee schetsen van Felix Timmermans dragen de titels: ‘Een fijne morgend in de Mei’ en ‘Een Meiavond’. Gedichten volgen van Johan Borgman, G.H. Pannekoek Jr., Reimond Kimpe en Willem Kloos, waartusschen aanteekeningen van Hein Boeken over Rousseau.

De Beweging, algemeen maandschrift voor letteren, kunst, wetenschap en staatkunde, onder redactie van H.P. Berlage Nz., T.J. de Boer, Albert Verwey, Is.P. de Vooys. Amsterdamsche Boekhandel, Amsterdam.

In het nummer van Augustus vervolgt de heer H.P. Berlage N. zn. zijn Amerikaansche reisherinneringen. A. Verwey geeft een vertaling van de novelle ‘Mogens’ van den Deenschen schrijver Jacobsen. P.N. van Eyck bezingt David in de spelonk van Engédi en Prof. Is.P. de Vooys betreurt het getob met de sociale verzekering. Een gedicht ‘Sancta Mater’ van François Pauwels wordt gevolgd door een beschouwing van P.N. van Eyck over Emile Verhaeren.

[p. 94]

Stemmen des Tijds, Maandschrift voor Christendom en Cultuur. Onder redactie van Dr. W.J. Aalders, Mr. A. Anema, Mr. P.A. Diepenhorst, Dr. P.J. Kromsigt, Dr. J.C. De Moor, P.J. Molenaar, Dr. E.H. Renkema, Mr. V.H. Rutgers, Dr. J.R. Slotemaker de Bruine, Dr. J.Th. De Visser, Dr. B. Wielinga. Utrecht, G.J.A. Ruys.

In de Augustus-aflevering verhaalt Dr. E.C. Godée Molsbergen een en ander uit het leven van Adam Tas aan de Kaap. Mr. H. Verkouteren zingt den roem van het huis Oranje als grootste onder alle vorstenhuizen. Lic. Dr. F.M.Th. Böhl geeft relaas van nieuwe opgravingen in het land der Hittieten. De heer K. Brants bakent het standpunt der christelijke opvoeding uit ten opzichte van de moderne reform-paedagogische gedachten. Mr. D. de Gaay Fortman behandelt het Nederlandsche rijkstoezicht op zeeschepen.

Ons Tijdschrift. Christelijk letterkundig maandblad onder redactie van L. Bückmann, C. Gerretson, J. Lens, G. Schrijver, Dr. J. van der Valk. 's Gravenhage, D.A. Daamen.

In de aflevering van 15 Augustus bespreekt Prof. Dr. C. van Gelderen Dr. H.Th. Obbink's geschrift ‘de godsdienst van Israël’. Dr. H. Wagenvoort Jr. beschrijft de katakomben van Rome. G. Schrijver vervolgt zijn intermezzo of novelle ‘Vage Figuren’.

De Ploeg, geïllustreerd maandblad van de Wereld-bibliotheek. Redactie: L. Simons, directeur; Louis Landry, secretaris. Uitgaaf der Maatsch. voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam.

In het Augustusnummer zet de heer Edward B. Koster zijn beschouwingen over Milton voort. De heer J. Reddingius zingt in den tuin. Reimond Kimpe geeft in spannend verhaal de belijdenis van een schuldelooze. Na gedichten van Jules Schürmann, fantaseert mevrouw Van Gogh-Kaulbach over mensch en natuur.

De Witte Mier, Redacteur: J. Greshoff, Uitgever: C.M.B. Dixon, Apeldoorn, gedrukt bij Van der Wiel te Arnhem.

De Augustusaflevering wordt geopend door den heer Toussaint van Boelaere met de aanbeveling tot stichting eener vereeniging van vrienden van het moderne boek; de heer J. Greshoff pleit voor typografische studieclubs en verheffing van het typografenvak. Naar aanleiding van een gedichtje ‘Leise Sagen’ van Else Lasker-Schüler wordt de verhouding van couranten en rechters tot de literatuur besproken. De heer Nico Oosterbeek handelt over den Prix Goncourt 1912. Volgen aankondigingen, beoordeelingen en aanteekeningen over de uitvoering van buiten- en binnenlandsche boeken.

Onze Kunst, geïllustr. maandschrift voor beeldende kunst; hoofdredacteur Dr. P. Buschmann Jr.; rubriek Ambachts- en Nijverheidskunst onder redactie van de ‘Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst’, redactie-commissie S.H. de Roos, Jac. Ph. Wormser, H. Fels, Jac. van den Bosch, Marg. Verwey, secretaresse. Uitgave der naamlooze vennootschap ‘Onze Kunst’ Antwerpen, voor Nederland: L.J. Veen, Amsterdam.

De Juli-aflevering wordt geöpend met een studie van Aty Brunt over de etsen van W.B. Tholen, van welke er een groot aantal worden gereproduceerd in een weergave, die, vooral op de groote platen, aan hun karakter alle recht doet wedervaren. Pierre Bantier bespreekt drie in den tekst afgebeelde prachtige Vlaamsche Madonna's, door hem in Italië aangetroffen.

De heer Jos. Destrée geeft in het Augustusnummer een studie over den meester der Vlaamsche school Justus van Gent, vergeleken o.a. met Hubrecht en Jan van Eyck, geïllustreerd met een serie voortreffelijke reproducties. De beschrijving eener interessante periode uit het leven van Matthys Maris danken wij aan Dr. P. Haverkorn van Rijsewijk, nl. diens verblijf te Wolfheze en te Lausanne. Met warme bewondering zien wij uit de reproducties, hoe het genie van den schilder op ideëele wijze het romantische in landschap en stad heeft gezien en uitgedrukt.

[p. 95]

Het Huis, Oud en Nieuw, maandelijksch prentenboek, gewijd aan huisinrichting, bouw- en sierkunst. Uitgave van Ed. Cuypers, arch., Amsterdam.

In de Augustusaflevering zet de heer F.H. Hoefer zijn wandeling door Oud-Zwolle voort met de bezichtiging van nog eenige balkdragers in de trouwzaal. De heer J.C. Kerkmeyer beschrijft het met groote zorg gerestaureerde West-Friesche museum te Hoorn. De heer J.G. Sinia geeft een schets en beschrijving van het klooster St. Catharinadal bij Oosterhout. De redactie deelt een paar teekeningen van door haar te Weltevreden (Batavia) gestichte gebouwen mede.

De Natuur, populair geïllustreerd maandblad, gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassing, onder redactie van Dr. Z.P. Bouman. Utrecht, J.G. Broese.

Over de keuze van het type van het Panamakanaal als sluizenkanaal of open kanaal geeft in de aflevering van 15 Augustus de heer J.H.E. Rückert, ing. G.W. Leiden, een overzicht. De heer G.A. Evers delft uit het Rijksarchief bijzonderheden op over de menagerie van Lodewijk Napoleon. D.S.S. geeft een denkbeeld van de op het voetspoor der pianola gebouwde violina of zelfspelende viool. De heer T.E. Bouma beschrijft met schrijf- en teekenpen het zwarte roodstaartje. Over de a-deeltjes der radioactive stoffen schrijft de heer G.L. de H.L., over het watergas de heer D. Stavorinus. De theorie der panspermie wordt door den heer D.L. Daalder in het licht der moderne wetenschap beschouwd; de heer M. van Sloten bespreekt de vanille.

De Levende Natuur, onder redactie van E. Heimans en Jac. P. Thijsse, uitgave van W. Versluys te Amsterdam.

In het nummer van 1 Augustus vervolgt de heer E. Heimans de beschrijving van zijn botaniseertocht bij Gerolstein. De heer De Koning besluit het verhaal van zijn wedervaren om en bij Enkhuizen. Een excursie op Terschelling wordt door den heer D.L. Deelstra beschreven. De heer Ch. de Rooy vervolgt de reeks zijner microscopische tafreelen. Met de camera zijn tusschen Frieslands riet de heeren O.S. en J.K. getrokken en hebben er mooie kiekjes van vogelnesten gehaald. De heer J.J. Luyten beschrijft de bloeiende yucca in zijn tuin te Semarang.

In het nummer van 15 Augustus besluit de heer Heimans zijn botaniseertocht naar de Dietzenley bij Gerolstein. De heer Jac. P. Thijsse doet naar aanleiding van het Regeeringsrapport belangwekkende mededeelingen over de vogelwereld, aangetrokken door den Brandaris-vuurtoren op Terschelling. De heer H.A. van Dam verhaalt van den moerasvogel ‘Woudaapje’, bij Rotterdam voorkomend. Over de Vlaamsche gaai volgen dan mededeelingen. Mr. D. Frees beschrijft de biologische tentoonstelling met excursie te Brunssum in Limburg. De heer H.A. Kuyper vervolgt zijn nachtelijke excursies.

De Hollandsche Revue, geredigeerd door Frans Netscher en uitgegeven door Vincent Loosjes te Haarlem.

Tegenover de eerste bladzijde staat een opname van het Nederlandsche gezantschap te Berlijn. Behandeld worden o.a. het ontstaan en de ontwikkeling van het telegraafnet in Nederland benevens het Panamakanaal. Besloten wordt de karakterschets van den heer J. van Hasselt. Nog wordt besproken een boek van den heer D. de Vries over het leven en de werken van James Watt.