Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 28 (2006)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 28
Afbeelding van Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.29 MB)

ebook (4.17 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 28

(2006)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Taalbeheersing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

Uit de tijdschriften

Levende Talen Tijdschrift, jrg. 6, nrs. 3 en 4.

Nummer 3 wordt geopend door Sieneke Goorhuis-Brouwer en Kees de Bot, die verslag doen van een onderzoek naar de invloed van vroeg vreemde-taalonderwijs (Engels in groep 1 of 2) op de Nederlandse taalontwikkelingen van leerlingen. Deze invloed blijft nagenoeg achterwege. Lies Sercu en Jane van der Elst rapporteren vervolgens over een onderzoek dat de systematiek van interferentiefouten bij meertalige leerlingen van de bovenbouw in het voorgezet onderwijs in kaart brengt. De moedertaal treedt bij 50% van de gevallen als brontaal op bij interferenties. Marjolein Simons schrijft over een onderzoek naar taalbeleid van de Lerarenopleiding Spaans aan de Hogeschool van Utrecht. Zij maakt zich sterk voor de invoering van coördinatoren taalbeleid aan de Hogeschool van Utrecht. Eva M. Tol- Verkuyl bespreekt ten slotte een benadering van het grammaticaonderwijs waarin de vormgeving van zinnen wordt gezien als het resultaat van de samenwerking van talige kennis en niet-talige factoren. Aan deze benadering ligt de opvatting ten grondslag dat het taalgebruik uitgangspunt moet zijn van het grammaticaonderwijs. In nummer 4 doen Judith Kamalski, Ted Sanders, Leo Lenz en Huub van den Bergh verslag van een onderzoek naar de kwaliteiten van vier begripstoetsen, toegespitst op de kenmerken ‘betrouwbaarheid’ en ‘validiteit’. De resultaten suggereren dat de sorteertaak (het plaatsen van concepten in groepjes, op basis van de verbanden die in de tekst zijn gelegd) een betere methode is om tekstbegrip te meten dan meerkeuzevragen en open vragen. Gert Rijlaarsdam betoogt in twee opeenvolgende artikelen dat observeren een belangrijke leeractiviteit is in het talenonderwijs gericht op het verbeteren van de taalvaardigheid van min of meer gevorderde taalgebruikers. Peter Broeders en Rian Aarts geven de resultaten weer van een onderzoek naar de ervaringen van leerlingen en docenten in het basisonderwijs met het taalportfolio. Zowel leerlingen als docenten blijken enthousiast te zijn over het portfolio.

Onze Taal jrg. 75, nrs. 1 en 2/3

Marc van Oostendorp signaleert een toenemend aantal websites over taal. Er zijn websites over taal- en communicatie, over taalfouten, maar ook over voornamen. De sites worden door particulieren gedreven, die hier gemiddeld zo'n uur per dag aan besteden, meestal naast een drukke baan. Hoofdredacteur grote Van Dale, Ton den Boon, doet melding van de opvallendste nieuwe woorden die hij het afgelopen jaar heeft verzameld, waaronder ‘heksenaftrek’ (wordt door de belastingdienst verleend aan praktiserende heksen) en ‘plaknacht’ (door weervrouw Marjon de Hond gebruikte aanduiding voor een warme, zwoele nacht). De redactie van Onze Taal laat vervolgens de inzendingen zien naar aanleiding van de eerder gedane oproep zogenoemde

[pagina 65]
[p. 65]

‘goed fout’ gespelde woorden in te sturen. Kinderen maken woorden vaak ‘logischer’ (sloom motion, lamptaarn), maar ook volwassenen blijken creatief te spellen (sluipreclame, stampcafé). Hans van Maanen stelt een aantal kritische vragen over de nieuwe spelling en de Taalunie geeft antwoord. In de serie taal in het werk bespreekt Matthijs de Winter de taal van de arts. Een arts moet zorgen dat patiënten hem begrijpen en hij moet in de gesprekken de patiënten de gelegenheid geven hun klachten te uiten. Mede door het internet raken patiënten steeds meer thuis in het potjeslatijn. Een arts vertelt over een patiënte die naar de ‘after-eightpil’ vroeg. Marc Leijendekker bespreekt het onlangs verschenen Vaticaans woordenboek Latijn. Het Lexicon recentis Latinitatis bevat duizenden Latijnse woorden voor nieuwe zaken. In het dubbelnummer 2/3 zijn de bewerkte teksten opgenomen van de voordrachten gehouden bij het 25ste congres van Onze Taal met als thema ‘taal in beweging: verval of verrijking?’ Het standpunt van Herbert Blankesteijn is duidelijk: het is goed om regels te hebben en het moet afgelopen zijn met de tolerantie die taalkundigen aan de dag leggen bij het bespreken van taalveranderingen. Historisch taalkundige Joop van der Horst schetst de ontwikkeling van het ABN. Hij betoogt dat onze taal niet zozeer is veranderd, maar dat we in het openbare leven (radio en televisie) steeds meer mensen horen die geen ABN spreken. Margreet Dorleijn en Jacomine Nortier vragen zich af of het Nederlands zal veranderen doordat Turkse en zelfs Nederlandse jongeren voor een Marokkaans getinte uitspraak kiezen. Zij concluderen dat het wel zal meevallen met die invloed. Ruud Hendrickx bespreekt de in Vlaanderen in opkomst zijnde tussentaal: een informele omgangstaal tussen dialecten en de standaardtaal in. Wim Daniëls laat zien dat jongerentaal een relatief nieuw verschijnsel is. Ook hij is niet bang voor een directe bedreiging van het Nederlands. René Appel en Marc van Oostendrop debatteerden tijdens het congres over de stelling ‘taalverandering is vaak taalverloedering’. Voorstander Appel meent dat je wel degelijk kan spreken van mooie of lelijke taalverschillen en dat bijvoorbeeld de overmatige invloed van het Engels op het ABN een vorm van taalverloedering is. Tegenstander Van Oostendorp benadrukt dat er tegenwoordig verschillende mogelijkheden naast elkaar bestaan en dat het Nederlands de ‘malle fratsen’ van taalgebruikers als managers en voetbalverslaggevers wel zal overleven. Frank Jansen bespreekt de resultaten van een enquête over taalkwesties die bij congresbezoekers is afgenomen. De congresgangers reageerden genuanceerder dan verwacht. Elk taalverschijnsel werd afzonderlijk beoordeeld en niet alles werd zonder meer afgekeurd. Over één fout was men het echter eens: hun hebben, dat kan echt niet. Jan Erik Grezel ten slotte, interviewde Prinses Laurentien, de nieuwe beschermvrouwe van het Genootschap onze Taal. De prinses vertelt over de analfabetismebestrijding en haar werkzaamheden als communicatieadviseur.

Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, jrg 34, nr. 1

In dit themanummer met bijdragen over de receptie van het derde deel van de filmtrilogie The lord of the Rings staat de mondiale beeldcultuur centraal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken