Algemeen bestuur van het Willems-Fonds.
Door het Alg. Bestuur werd aan de bevoegde overheid het volgende verzoekschrift gezonden:
Gent, den 15 November 1899.
Hooggeachte Heer Minister,
Er is een gerucht in omloop volgens hetwelk er gevaar bestaat voor den leergang in Nederlandsche voordracht aan het kon. Conservatorium te Brussel, die door den dood van den leeraar, den betreurden E. Hiel, opengevallen is, om afgeschaft te worden.
Daarom heeft de Algemeene Vergadering van het Willemsfonds van 29 October 1.1. besloten, bij U eerbiedig aan te dringen opdat door U spoedig worde overgegaan tot het aanstellen van een bekwaam leeraar voor dit zoo gewichtig onderwijs.
Met dien leerlang niet langer open te laten zal voldoening gegeven worden aan de rechten en de belangen, niet alleen van de Vlamingen van Brussel en omstreken, maar van het geheele Vlaamsche volk. Gevestigd in de hoofdstad van een tweetalig land, mag niet het Brusselsche conservatorium een der twee landstalen uitsluiten.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de uitdrukking onzer eerbiedige gevoelens.
Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds:
Uwe nederige Dienaren,
G.D. Minnaert, voorzitter.
J. Vercoullie, secretaris-schatmeester.