onder gaat. Krachtig is de figuur geteekend van den dokter, man der strenge wetenschap, die enkel aan de uitspraak harer onveranderlijke wetten gelooft, door geene godheid te beheerschen of te veranderen.
Daar tegenover staat de medelijdende minnaar der langzaam wegkwijnende kranke wien, trots de voortterende ziekte zijner geliefde, steeds de hoop op een hoogere macht staande houdt, tot de dood alle begoochelingen vernietigt.
In nummer twee, Idylle genaamd, worden geschetst al de phases der opkomende zinnelijke driften. Met het scherpziende oog van den zielkundige is het ontstaan der begeerten gevoeld, gevolgd, met het ontleedmes de verwoestingen van den invretenden kanker der wellust blootgelegd. Het is een studie, Zola nabijkomend, de kleur en den gloed van Couperus' ‘Psyche’ ontleenend. Talent, veel talent is hier ontegenzeglijk, doch elken ouder, die zulk een boek inzijn bibliotheek bezit, zou ik ernstig toeroepen: Pas op, dat uwe kinderen het nooit in handen krijgen.
Nummer drie, Drama, teekent ons de ruwe zeebonken, de kloeke, ongeschaafde garnaalvisschers in opstand tegen de schreeuwende ongerechtigheid der maatschappelijke standen. Hun haat tegen de meer bevoorrechten, tegen de zoogenaamde uitbuiters, die zich hebben vermeten in het volk te vuren, openbaren zij na een volksmeting tegen een hunner bekende bezitters van een sloep. Zijn vaartuig wordt moedwillig in den grond geboord bij een storm door een der garnaalvisschers.
Zeker zijn hier de ruwe zeden van 't volk onzer stranden trouw weergegeven, maar ook weeral wat een passies, hoeveel zinnelijkheid.
Nummer vier, de Comedie, of gelijk het ook anders getiteld is de Sirene, schetst ons den echtgenoot, die vermeent zijn ideaal te vinden in de vrouw buiten het huwelijk, welke naar verzadiging zoekt harer vleeschelijke lusten, en hem op alle mogelijke manieren tracht te lokken en te voldoen, tot ze hem