Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 5
(1900)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ministers en ministeriën in België van 1831 tot 1900.Het is niet ons inzicht de parlementaire geschiedenis op te maken van de eerste zeventig jaren van ons bestaan als onafhankelijk volk; wie dergelijke geschiedenis lezen wil, raadplege Hymans' Histoire parlementaire de la Belgique of het zeer interessant artikel van E. Banning in Patria Belgica, deel II. Wij willen alleen de lijst opmaken van de ministeries die elkander gedurende die zeventig jaren opgevolgd hebben, met hier en daar een woordje over de crisis zelve en over de voorvallen die de crisis veroorzaakten. In 1831 waren er in België alleen vijf ministeries; doch in 1837, wanneer de verschilllende administraties en openbare diensten geheel ingericht waren, telde men er reeds zes: Binnenlandsche Zaken, Buitenlandsche Zaken, Geldwezen of Financiën, Rechtswezen of Justitie, Openbare Werken en Oorlog. Het bestuur van Openbaar Onderwijs werd meestal bij de Binnenlandsche Zaken gevoegd, evenals dit van Schoone Kunsten, terwijl het bestuur van Eerediensten bij de Justitie viel en de Spoorwegen, Posterijen-, Telegrafen en Zeewezen met de Openbare Werken samengingen. In 1879 werd het Openbaar Onderwijs als een afzonderlijk ministerie ingericht; doch in 1884 werd het weer bij de Binnenlandsche Zaken gevoegd, terwijl de Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen van de Openbare werken gescheiden werden, om op die wijze twee nieuwe ministeries te vormen, het ministerie van Spoorwegen enz., en het ministerie van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken. In de laatste vijftien jaren geschiedden nog verschillende verwisselingen in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de attributies van de departementen van Binnenlandsche Zaken en Openbare Werken; met de besturen van die beide departementen werden nog de ministeries van Nijverheid en van Arbeid gevormd, zoodat wij nu eindelijk acht ministeries hebben met de volgende benamingen: Binnenlandsche Zaken en Openbaar OnderwijsGa naar voetnoot(1), Buitenlandsche Zaken, Financiën en Openbare Werken, Justitie, Spoorwegen Posterijen en Telegrafen, Nijverheid en Arbeid, Landbouw, Oorlog. Voor het gemak van den lezer zullen wij de zeventig jaren die wij willen in overzicht nemen in periodes indeelen, zooals voor de parlementaire geschiedenis: wij bekomen alzoo acht periodes die eindigen met de jaren 1840, 1846, 1853, 1870, 1878, 1884, 1893 en 1900.
***
1e periode: 1831-1840. - De eerste periode bevat tien jaren; zooals licht te begrijpen is, zijn die eerste tien jaren grootendeels toegewijd geweest aan het inrichten der openbare besturen, aan het voorbereiden en in zwang brengen van de organieke wetten; maar tevens speelt de buitenlandsche politiek een groote rol. In 1832 werd het tractaat der XVIII artikels geteekend, doch eerst in 1839 werd bepaaldelijk vrede met Holland gesloten door het traktaat der XXIV artikels. Gedurende al dien tijd hield de Belgische quaestie de kanselarijen der Mogendheden bezig en onze ministers en wetgevers mochten dus niet een enkel oogenblik hunne aandacht van de diplomatische verwikkelingen afwenden. Daarbij blijft de Unie die in 1828 gesloten werd, voortbestaan, en zij zal haar werking en invloed doen gevoelen, zoolang onze toestand tegenover Europa niet ten volle geregeld is. Dat verklaart de mogelijkheid van het bestaan van gemengde ministeries, waar tevens katholieken en liberalen zetelen; in de Kamer, ten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
andere, waren de leden niet bepaaldelijk onderscheiden in liberalen en katholieken, maar veel meer in gematigden en vooruitstrevers (eigenlijk republikeinen). Het verdient opmerking dat gedurende die periode de veranderingen en verwisselingen in de ministeries bijzonder talrijk waren: zoo tellen wij er niet minder dan vier van 22 Juli 1831 tot 12 September van hetzelfde jaar en weer vijf van 17 September 1832 tot 4 Oogst 1834. Het was zelfs niet gemakkelijk om met het Bulletin officiel van die jaren de gedurige veranderingen te volgen. Nu en dan gelastte de koning een van zijn staatsministers, de Mérode, de Theux, de Meulenaere, de Brouckere, met de zorg van een der departementen ad interim of zelfs bij vaste benoeming; eens zelfs, terwijl Felix de Mérode, staatsminister, titelvoerende minister van oorlog was, werd generaal Evain benoemd tot ministerdirecteur. Wij hebben al deze veranderingen niet aangeteekend; de voornaamste verwisselingen, die van de titelvoerende ministers, zal men terugvinden in het tafeltje dat op dit artikel volgt. 24 Juli 1831. Ministerie de Meulenaere. - Drie dagen na zijne eedaflegging stelde Koning Leopold zijn eerste ministerie samen met den heer de Meulenaere als kabinetshoofd. Op 3 Oogst reeds werd een der leden, de heer De Sauvaghe, vervangen door den heer De Brouckere, die echter reeds op 16 Oogst naar het ministerie van Oorlog overging, en zelf vervangen werd door den heer Techmann; op zijne beurt gaf deze op 31 November 1831 zijn portefeuille over aan den heer Falon. De bespreking van het tractaat der XVIII artikelen verplichtte den heer de Meulenaere af te treden. 17 Sept. 1832. Ministerie Goblet. - Hij werd vervangen door den heer Goblet, die echter gedurende meer dan eene maand zonder collega's bleef; alsdan voegden zich de heeren Rogier en Lebeau bij hem. De buitenlandsche politiek had het ministerie de Meulenaere omvergeworpen en baarde ook aan het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ministerie Goblet veel moeielijkheden. Tweemaal werd in de Kamer eene motie van blaam gestemd en tweemaal diende het ministerie bij den koning zijn portefeuilles in. Maar er was tegenover de buitenlandsche politiek geen andere houding aan te nemen en de koning nam, na het tweede ontslag, zijne toevlucht tot de ontbinding van de Kamer. In de nieuwe Kamer vond het ministerie eene voldoende meerderheid, zoodat nu eenige belangrijke wetten konden gestemd worden: de wet op de munten-typen, op de Leopoldsorde, op de spoorwegen, enz. Andere wetsontwerpen werden nog neergelegd, als de gemeentewet, de provinciewet, en eene wet op de inrichting van het openbaar onderwijs. Deze drie wetten kwamen echter niet ter stemming: er was in de Kamer een meerderheid om het ministerie te steunen in de quaesties van algemeen belang en van buitenlandsche politiek, maar zoohaast er principes in 't spel waren, verdween de meerderheid, en bij eene onderwijswet kwamen natuurlijk de principes met bijzondere kracht op den voorgrond. Het waren echter weer de moeielijkheden van de buitenlandsche politiek die het ministerie Goblet uit den zadel lichtten. Het viel in 1834, en ruimde de plaats voor een ministerie De Theux. 4 Oogst 1834. Ministerie De Theux. - Dit ministerie was samengesteld uit de heeren De Theux, de Meulenaere, Ernst en d'Huart (met een Staatsminister voor den Oorlog), dus uit katholieken en liberalen; in 1837 werd een ministerie van Openbare Werken en Onderwijs ingericht voor den heer J.B. Nothomb. Nu werden de gemeentewet, de provinciewet en de wet op het hooger onderwijs voorgedragen en gestemd; maar als het tractaat der XXIV artikels moest aan de Kamer voorgelegd worden, trokken de heeren Ernst en d'Huart zich terug, terwijl de drie overblijvenden het, spijts alle impopulariteit, op zich namen dit tractaat te doen aanvaarden. Daarna werden de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
openliggende plaatsen ingenomen door de heeren Desmaisière en Raikem, maar reeds het volgend jaar viel het ministerie op eene quaestie van ondergeschikt belang: het opnieuw aanvaarden van generaal Vander Smissen in de rangen van het leger. De ware oorzaak moet weeral gezocht worden in de buitenlandsche politiek. Edoch, er was ook een groote ommekeer geschied in de gemoederen: de eindelijke bekrachtiging van het tractaat der XXIV artikelen bracht mede dat, ten minste voorloopig, de buitenlandsche politiek voor ons veel van haar belang verloor. Op hare beurt kwam nu de studie der binnenlandsche toestanden meer op den voorgrond en al spoedig bleek het dat, op dat terrein, van de Unie niet langer kon gesproken worden. In 1833, na de beruchte encyclique waarin de paus tegen de moderne vrijheden te velde trekt, had men in de Kamer voor de eerste maal de benamingen van katholieken en liberalen hooren gebruiken; er ontstond evenwel nog geen scheiding, maar in 1840 was het duidelijk dat nieuwe groepeeringen zich voorbereidden, en dat binnen kort twee groote partijen tegenover elkaar zouden staan. IIe periode: 1840-1846. - De tweede periode van ons parlementair leven is een overgangs-periode, gedurende welke de koning beproeft om met gemengde ministeries voort te regeeren, of ten minste tracht dat zijn ministeries geen partij-ministeries zijn. 18 April 1840. Ministerie Lebeau. - Het ministerie Lebeau-Rogier dat nu aan het bewind kwam, was uitsluitend uit liberalen samengesteld, maar 't noemde zich zelf toch een conservatief, een behoudend ministerie; het was zoo weinig een partij-ministerie dat het in den beginne bestuurde met een katholieke meerderheid. Dat was echter niet lang mogelijk; er moest eene wet op het lager onderwijs voorgesteld worden, en hoe zeer ook het ministerie conservatief zijn mocht, de katholieken wilden op geen manieren dat de heer | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lebeau met het opmaken dier wet zou gelast zijn. De heer Dechamps, een der katholieke leiders, verklaarde ronduit dat het ministerie het vertrouwen der meerderheid niet genoot en stelde een motie van blaam voor.... maar de meerderheid volgde hem niet. Toen kwam de Senaat, waar de meerderheid ook katholiek was, in het strijdperk: hij diende bij den koning een adres in, waarin de verwijdering der ministers gevraagd werd, en de koning die kiezen moest tusschen een ontbinding van den Senaat en het ontslag der ministers, koos de tweede oplossing. Het optreden van den Senaat in deze omstandigheden was verre van de algemeene goedkeuring der katholieken weg te dragen: de heer Dechamps noemde 't later ‘une erreur’ en de heer B. Dumortier zei dat het ‘une faute grave’ was. Het onmiddellijk gevolg was inderdaad een veel scherper afteekenen der partijen: de Unie lag waarlijk in doodstrijd! 13 April 1841. Ministerie Nothomb. - De heer Nothomb, die het nieuw kabinet samenstelde, behoorde in den grond tot de liberale denk wijze, en zijn ministerie bevatte katholieken en liberalen: hij was het die de bekende wet van 23 September 1842 op het lager onderwijs deed aanvaarden als een billijke overeenkomst, ‘une transaction équitable’; deze wet, die den godsdienst op het programma bracht en de parochiale geestelijkheid als overheid in de school erkende, bevredigde op dat oogenblik de beide partijen; maar 't duurde niet lang of de liberale partij verklaarde er zich openlijk tegen en, zooals wij verder zien zullen, zou deze wet nog dikwijls tot ministerieele crisissen medewerken. De heer Nothomb deed ook nog twee andere wetten stemmen, die als ‘reactionnaire wetten’ werden uitgekreten: de eene verdeelde de steden in secties voor de verkiezingen der gemeenteraden; de andere gaf aan den koning het recht om de burgemeesters buiten den gemeenteraad te benoemen. Op 16 April 1843 traden vijf ministers af na eene motie van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
blaam in de Kamer; maar het nieuw ministerie bleef toch zijn karakter van gemengd ministerie behouden. Het kon intusschen het vertrouwen der meerderheid niet terugwinnen en trad af op 19 Juni 1845. 19 Juni 1845. Ministerie Vande Weyer. - Na al hetgene voorgevallen was tijdens de bespreking van de onderwijswet en van de ‘réactionnaire wetten’ hadde men mogen verwachten dat het nu met de gemengde ministeries zou gedaan zijn. De koning wilde nog een laatste proef wagen. Hij riep den heer Vande Weyer terug, die als gezant in Londen verbleef, en legde hem de taak op een gemengd ministerie samen te stellen. De heer Vande Weyer behield drie leden van 't oude kabinet en voegde daarbij de heeren Malou en d'Hoffschmidt. Dat ministerie was niet eens leefbaar: het was in meerderheid liberaal en moest regeeren met een katholieke meerderheid in de Kamer. Wat meer is, wanneer de wet op 't middelbaar onderwijs in bespreking kwam, verliet een der ministers, de heer Dechamps, zijne bank om de wet te bevechten, waarna hij weer zijne plaats op de ministerbank innam. Na eene proef van acht maanden oordeelde de heer Vande Weyer dat de toestand onuithoudhaar was en hij ging weer zijn gezantschap te Londen waarnemen, evenals de heer J.B. Nothomb met het gezantschap te Berlijn gelast was. IIIe periode: 1846-1857. - Dat was het laatste gemengd ministerie: met de IIIe periode beginnen de eensgezinde ministeries, die dan ook alleen in volledige overeenstemming konden zijn met de organisatie van onze Wetgeving. De meerderheid behoorde aan de katholieken; toch wendde de koning zich eerst tot den heer Rogier. Deze verklaarde zich bereid om een uitsluitend liberaal ministerie samen te stellen, dat de ‘reactionnaire wetten’ zou intrekken en in liberalen zin regeeren, dat bijgevolg de toelating moest hebben om de Kamers te ontbinden indien de meerderheid zich tegen dat programma verklaarde. De koning wilde die voor- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
waarden niet aanvaarden en vertrouwde het bewind toe aan den heer De Theux. 31 Maart 1846. Ministerie De Theux. - De heer De Theux verving de liberalen van het ministerie Vande Weyer door katholieken en alzoo ontstond het eerste uitsluitend katholiek ministerie. De heer De Decker noemde 't ‘un anachronisme pour ne pas dire un défi’. 't Was inderdaad algemeen bekend dat de katholieken wel de meerderheid in het parlement hadden, maar dat de openbare meening liberaal gezind was. Dat bleek zooveel te duidelijker wanneer op 14 Juni 1846 te Brussel het liberaal congres bijeen kwam. In dit congres zetelden afgevaardigden van alle arrondissementen en, onder de leiding van den heer Defacqz en den invloed van den heer Devaux, werd het volgende programma vastgesteld: 1. Kieshervorming; vermindering van den kiescijns tot op het constitutioneele minimum; toevoeging bij den cijns van zekere vereischten van bekwaamheid. 2. Onafhankelijkheid van de burgerlijke macht. 3. Inrichting van het openbaar onderwijs onder het uitsluitend toezicht van den Staat. 4. Intrekking van de ‘reactionnaire wetten’. 5. Vermeerdering van het getal der senatoren en der volksvertegenwoordigers in verhouding met de bevolking. 6. Verbetering van den toestand der werkende klasse en der hulpbehoevenden. Men vertelt dat Louis-Philippe voor zijn schoonzoon erg bevreesd was, als hij vernam dat er te Brussel benevens het nationaal parlement nog een liberaal parlement zou bijeenkomen. Koning Leopold kon hem echter gemakkelijk gerust stellen: op dit oogenblik was de Belgische natie nog maar zestien jaar oud, maar ‘wij waren rijp voor vrijheid en zelfbestuur’; alles liep in de beste orde af. Althans het liberaal congres oefende grooten invloed uit op de verkiezing van 1847 en wierp het ministerie ter aarde. De | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
crisis duurde twee maanden, van 8 Juni tot 12 Oogst. Men heeft beweerd dat de heer Malou de oorzaak van die langdurige crisis was; te dien tijde had een minister, na twee jaren dienst als minister, recht op een pensioen van 6000 frank en de heer Malou, zeide men, deed de zaken tot in Oogst aansleepen omdat hij eerst alsdan de vereischte twee jaren dienst had. Het schijnt echter dat dit verwijt geheel ongegrond is; wanneer dit later aan den heer Malou verweten werd, vond hij een verdediger in een liberaal, August Orts. 12 Oogst 1847. Ministerie Rogier. - Het ministerie Rogier, dat het ministerie De Theux verving, was eigenlijk het eerste dat als zuiver liberaal optrad; het vorige ministerie Lebeau was ook wel uitsluitend uit liberalen samengesteld geweest, maar nu waren niet alleen de ministers liberaal, ook de geest en het programma waren liberaal. Tot dit kabinet behoorde ook Frère-Orban; zooals wij hooger zagen was den heer Malou, die ongeveer een halve eeuw lang als zijn tegenstrever optreden moest, reeds in 1845 een portefeuille vereerd geweest. Het ministerie Rogier droeg eene reeks wetten voor, die in volledige overeenstemming waren met de principes van het liberaal congres: de ‘reactionnaire wetten’ werden ingetrokken, de kiescijns werd tot op het minimum teruggebracht, het middelbaar onderwijs kreeg zijn organieke wet (1 Juni 1850). Deze laatste wet was niet in denzelfden geest opgesteld als de wet van 1842: zij schreef wel den godsdienst op het programma, maar bepaalde dat de geestelijkheid zou uitgenoodigd worden om zich met dat onderwijs te gelasten: andere voorrechten of invloed kreeg de geestelijkheid niet. Het ministerie Rogier viel in 1852; een eerste maal had het zijn ontslag ingediend in 1851 na een afkeurend stemmen van den Senaat over de wet op het erfenisrecht; maar na de ontbinding van den Senaat was de wet toch doorgegaan en was 't ministerie gebleven. Nu kwamen echter nieuwe financieele moeielijkheden gepaard met den tegenstand dien 't budget van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Oorlog ontmoette. De heer Frère-Orban verliet het ministerie op 17 September 1852; kort daarop viel het heele ministerie, grootendeels ten gevolge van de onderwijswet, aan dewelke de geestelijkheid een hevigen oorlog verklaarde, deels ook wegens de buitenlandsche verwikkelingen na den staatsaanslag van Louis-Napoleon. Wij stippen hier aan, ter herinnering, dat in 1845 de aardappelplaag uitbrak, die in Vlaanderen zooveel ellende veroorzaakte, en dat in 1848 de groote commotie plaats greep, die zooveel tronen in Europa waggelen deed, maar hier in Belgie alles in rust liet. 1 November 1852. Ministerie de Brouckere. - De meerderheid in de Kamer bleef liberaal en in vervanging van den heer Rogier werd een ander liberaal, de heer H. de Brouckere, met de samenstelling van het nieuw kabinet gelast. Het was eerder een ‘replâtrage’, wijl drie ministers behouden bleven; de nieuwe leden waren, behalve de heer de Brouckere, de heeren Faider en Piercot. ‘C'est un ministère de transaction et de transition’, zegde het kabinetshoofd en inderdaad hij besteedde al zijne zorgen om de moeielijkheden met Frankrijk te vereffenen; hij sloot ook met de bisschoppen de beruchte Conventie van Antwerpen aangaande de onderwijswet van 1850 en bracht de getalsterkte van het leger op 100,000 man. De heer Faider hechtte zijn naam aan een wetsontwerp over de openbare weldadigheid, waarvan wij een woordje zeggen moeten, omdat die zaak later nog in de ministerieele crisissen te pas komt. Vroeger reeds had de heer de Haussy (ministerie Rogier) doen vaststellen dat in zake van stichtingen ten voordeele der openbare weldadigheid geen andere bestuurders voor de goederen der fondatie konden aangewezen worden dan de armenkamers. Met die schikking had de katholieke partij geen vrede: zij wenschte dat de begiftiger, d.i. hij die de fondatie stichtte, tevens zou het recht hebben voor die fondatie bijzondere beheerders aan te stellen, en dat die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
functies zouden overgeërfd worden. Het wetsontwerp Faider wees een middelweg aan: het stelde voor dat er ja bijzondere beheerders konden aangewezen worden, maar voor iedere beslissing zou eene wet vereischt worden, dat is, tusschenkomst van de Kamer; op die wijze zouden er geen misbruiken te vreezen zijn. De rechterzijde aanvaardde het voorstel op voorwaarde dat voor ieder geval niet eene wet, maar een koninklijk besluit zou volstaan. Het ministerie trad af! 3 Maart 1855. Ministerie P. De Decker en Vilain XIIII. - Het ministerie P. De Decker en Vilain XIIII werd gelast met de oplossing van de quaestie der stichtingen in katholieken zin..... en zou over dezelfde quaestie vallen; maar 't ontmoette eerst nog een ander belangrijk voorval op zijn loopbaan, namelijk de zaak Brasseur. De heer Brasseur, hoogleeraar te Gent, werd door vier van zijn leerlingen beschuldigd dat hij in zijn leergang de godheid van Christus had geloochend, en de bisschoppen hadden daarop een uiterst hevig mandement uitgevaardigd tegen de Staatshoogeschool te Gent. De minister trachtte de onafhankelijkheid van den hoogleeraar te verdedigen en schreef in een omzendbrief, dat ‘die onafhankelijkheid geen ander grens had dan de vrijheid van geweten van den leerling.’ Dat antwoord kon niemand bevredigen en het incident gaf aanleiding tot eene bespreking in de Kamer. De katholieken weigerden volstrekt de zienswijze van den minister bij te treden: ‘Het onderwijs, zeide de heer Dechamps, mag overeenkomstig zijn met de leering der kerk, maar nooit tegenstrijdig.’Ga naar voetnoot(1) De minister gaf niet toe en liet zich zelf den bekenden volzin ontvallen met de ‘génération de crétins.’ Het einde van 't incident was dat de vrijheid van den hoogleeraar niet als volstrekt en onbepaald aanvaard werd. Wat den heer Brasseur betreft, hij werd later een volbloed klerikaal en een der kopstukken van de Societeit Langrand-Dumonceau. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze houding van minister De Decker zal niet verwonderen als men hoort wat E. Banning van hem zegt: ‘Het kabinet van den heer De Decker was nog liberaal; het was tevens katholiek, maar katholiek zooals men het verstond in 1830 in het Congres.’ De zaak Brasseur beroofde den heer De Decker van het vertrouwen der meerderheid, maar hij won dit vertrouwen terug door de zoogenoemde ‘kloosterwet.’ Het was de heer Alf. Nothomb, de broeder van onzen gezant te Berlijn, die deze wet voorbereidde en voorlegde. Zij betrof de quaestie van de stichtingen van weldadigheid en het nieuwe wetsontwerp was alleen de verwezenlijking van den wensch der katholieken: aanstelling der speciale beheerders bij koninklijk besluit, erfelijkheid dier functies, burgerlijke personificatie voor die stichtingen. Ik heb ergens gelezen dat het gouvernement, vóor het neerleggen van het voorstel, den raad inriep van den heer d'Elhougne, een der liberale leiders te Gent, en dat deze tegen het voorstel niets in te brengen had. Maar zoo oordeelden niet allen: men verzekerde dat het geen ander doel had dan de doode hand herin te richten, dat natuurlijk geen ander beheerders zouden aangewezen worden dan de kloosters en dat het voor de liberalen plicht was ten alle koste de stemming te beletten. De bespreking was inderdaad buitengewoon hevig; er ontstond beweging op [str]aat, zelfs een soort van oproer en wie weet wat er zou gevolgd zijn, indien niet de minister, op voorstel van den koning, de voornaamste bepalingen der wet had ingetrokken. Als nu de kort daarop volgende gemeenteverkiezingen in alle groote steden een liberale meerderheid gegeven hadden, diende het ministerie zijn ontslag in. IVe periode. 1857-1870. Ministerie Rogier: 9 November 1857. - Met het ministerie Rogier dat nu weer volgde, sluit de derde periode, die als eene periode van overgang, van zoeken en beproeven was, en gedurende welke de twee partijen hunne stellingen innamen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Kamers werden ontbonden en er ontstond eene belangrijke liberale meerderheid, die aan het nieuw ministerie een vasten grondslag bezorgde. De vorige liberale ministeries hadden wel de principes van het liberalismus vooruitgezet en zijn programma aangenomen, maar allerhande omstandigheden hadden belet dat de uitvoering van dat programma met kracht werd doorgedreven. De periode van 1857 tot 1870 is misschien de best gevulde van geheel onze parlementaire geschiedenis; als voorname wetten die alsdan gestemd werden noemen wij alleen: de wet over de versterkingen van Antwerpen, de wet inhoudende afschaffing van de octrooien, de wet inhoudende afschaffing van de barrieren op de staatswegen, de wet die de rechten op het zout afschaft, de wet die den brieftaks op 10 centimes stelt, het handelstractaat met Frankrijk, de wet op de studiebeurzen, het nieuwe Wetboek van Strafrecht, enz. enz. In deze periode valt ook de dood van onzen eersten koning en de troonsbeklimming van Koning Leopold II. Een oogenblik vreesde men, ten minste in het buitenland, dat de troonsverwisseling mocht aanleiding geven tot diplomatische verwikkelingen; maar zoowel de plechtige teraardebestelling van den betreurden vorst als de eedaflegging van den opvolger geschiedden in de grootste orde tot groote verwondering en bewondering van geheel Europa. Het ministerie van 1857 was samengesteld uit de heeren Rogier, Frère-Orban, Tesch, De Vrière, Partoes en Berten, doch gedurende zijn dertienjarig bestaan grepen verschillende persoonsverwisselingen plaats. Men zie de kleine tafel hier achter. Eenige van die veranderingen in het kabinet geschiedden zonder de minste stoornis, maar twee daarvan vormden ware ministerieele crisissen, namelijk in 1864 en in 1868. De eerste is de voornaamste, want zij staat in nauwe betrekking met een belangrijken ommekeer in de gemoederen. Een deel van de liberale partij oordeelde dat het ministerie niet ijverig genoeg voortwerkte aan 't verwezenlijken van het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
liberaal ideaal en vormde de partij van het Jonge liberalismus, dat de onmiddellijke herziening van de wet van 1842 met invoering van het verplichtend onderwijs eischte en merkelijke vermindering der militaire lasten. Tevens was de Vlaamsche Beweging in het politieke strijdperk getreden en te Antwerpen ontstond de Meeting, die zich, zooals men weet, en vóor de Vlaamsche Beweging en tegen de militaire lasten verklaarde, maar niettemin op zuiver politiek gebied onvoorwaardelijk een katholiek ministerie steunen zou. Althans in de verkiezing van 1863 moest de liberale partij het onderspit delven: Antwerpen zond de kandidaten van de Meeting naar de Kamer en te Brugge viel Devaux. Wel werd de kiezing van Brugge verbroken, na een hevige bespreking waar de heer Soenen van Brugge zich beroemd maakte met zijn subjonctief: ‘Malgré tout ce que nous sussions de Monsieur Bara...’; maar de nieuwe verkiezingen schonken weer de zegepraal aan de katholieken. Misschien wel had de heer Devaux een anderen uitslag kunnen bewerken indien hij een enkel woordje had uitgesproken ten voordeele van de Vlaamsche Beweging; maar hij weigerde volstrekt dat woordje uit te spreken: ‘Je devrais cracher sur tout mon passé,’ zeide hij.... en viel, om nooit meer op te staan. Het ministerie beschikte nu nog over eene meerderheid van éene stem en diende zijn ontslag in; de koning bood de leiders der katholieke partij aan om het bewind over te nemen, zonder eenige voorwaarde; maar dia leiders weigerden omdat zij geen middel zagen eene katholieke meerderheid te bekomen. Doch ook de liberalen konden niet langer besturen, vooral niet als nu nog een liberaal kamerlid gestorven was, zoodat de partijen dezelfde getalsterkte hadden: ‘Le ministère est imperturbablement démissionnaire’, zeide Frère-Orban. Eindelijk stelde de heer Dechamps, een der katholieke leiders voor om een ministerie te vormen met het volgend programma: Verlaging van den kiescijns voor de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gemeente en voor de provincie, benoeming van de schepenen doorden gemeenteraad, vermindering der belastingen, enkwest over de werken te Antwerpen, enz. Dat was eenvoudig het liberale programma en de koning weigerde een katholiek ministerie met het liberaal programma te laten optreden. Toen stelde de heer Orts voor, het getal der kamerleden met zes te vermeerderen in overeenstemming met de laatste optelling der bevolking, om alzoo eene meerderheid te bekomen, maar de rechterzijde verliet de Kamer liever dan deze wet te stemmen. Er bleef dus geen ander middel over dan de ontbinding, die de koning eindelijk uitsprak en die inderdaad eene liberale meerderheid van twaalf stemmen schonk. ‘Deze crisis’ zegt Tardieu in een interessant artikel in de Indépendance belge, ‘is wel eene volledige crisis; het was tevens eene kiescrisis, eene politieke crisis en eene ministerieele crisis. Voor de eerste maal sedert 1848 komt het vraagstuk van de uitbreiding van het kiezerskorps op het tapijt en dit in gansch bijzondere omstandigheden, wijl het de katholieken zelf zijn, die er het initiatief van nemen...... En dat moest hoogst belangrijke gevolgen hebben; in het programma van Dechamps ligt de kiem van de gemeente-kieswet van Malou (1872), van de wet over de bekwaamheidskiezers van Frère-Orban (1883), van de grondwetsherziening van 1893 en van de heele beweging der christene democraten’. De crisis van 1868 was veel minder belangrijk, maar toch kenmerkend: wat ook het Jonge liberalismus eischte en aandrong, het ministerie wilde tot de herziening van de wet van 1842 niet besluiten, maar het richtte de klassen voor volwassenen in. Nu echter wilde de heer Rogier die nieuwe inrichting onder het regime brengen van de wet van 1842, terwijl een deel van de liberale partij zulks halsstarrig weigerde en heftig bestreed. De heer A. Vanden Peereboom, die het meest de wet van 1842 verdedigde en voorstond, moest aftreden en de heer Rogier volgde hem, het bestuur van het kabinet overlatend aan den heer Frère-Orban. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 Januari 1868. Ministerie Frère-Orban. - Het nieuw ministerie bleef in de groote lijnen getrouw aan het programma van het voorgaande en viel in 1870, zonder dat men met volle zekerheid de ware oorzaken van de crisis aanduiden kan. E. Banning meent dat die te zoeken zijn in de verdeeldheid die langzamerhand in de liberale rangen was binnengedrongen. Ve periode: 1870-1878. - Ministerie d'Anethan. 2 Juni 1870. - Het ministerie d'Anethan, dat nu aan het bewind kwam, ontbond de Kamers en kreeg alzoo een belangrijke meerderheid, zoodat iedereen aan dit kabinet een langdurige loopbaan meende te mogen voorspellen. Het duurde echter alleen elf maanden, gedurende welke het met veel beleid de noodige voorzorgen en maatregelen nam om tijdens den Fransch-Duitschen oorlog ons klein landeken voor alle onheil te bewaren. Het werd omvergeworpen door een straatoproer, veroorzaakt door de benoeming van een Langrandist, den heer De Decker, als gouverneur van Limburg. De koning vroeg de portefeuilles terug - het was de eerste maal sedert 1830 dat zulks gebeurde - en gelastte den heer Malou met de samenstelling van een ander katholiek ministerie. 7 December 1871. Ministerie Malou. - De oplossing van de crisis was nochtans niet zeer gemakkelijk geweest, want vóor den heer Malou hadden eerst de heeren J.B. Dumortier en Thonissen te vergeefs beproefd een kabinet te vormen. De heer Malou bleef aan het bestuur tot in 1878; hij deed de wet van 1872 uitvaardigen die den kiescijns voor de provincie en de gemeente merkelijk verlaagde en de wet van 1878 die het geheim der verkiezing moest vrijwaren, ‘la loi du couloir électoral’; 't was die laatste wet die hem ten val bracht. De zeven jaren van heer Malou's bewind waren, zooals Tardieu doet opmerken geen ‘zeven vette jaren’; om de werkzaamheden van dit ministerie te kenmerken haalt men vaak de woorden aan die de heer Malou zelf uitsprak: ‘Nous avons vécu!’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VIe periode. 1878-1884. - Ministerie Frère-Orban. 20 Juni 1878. - De heer Frère-Orban trad weer op als kabinetshoofd en de strekking van het nieuwe ministerie bleek al spoedig uit het feit dat een zevende ministerie geschapen werd, het ministerie van Openbaar Onderwijs. Inderdaad een der eerste zorgen van het liberale kabinet was de herziening voor te stellen van de wet van 1842; de nieuwe onderwijswet van 1879 bepaalde dat de priester niet langer als overheid in de school zou aanvaard worden en dat de leergang van godsdienst niet op het programma zou figureeren; die leergang zou door de parochiale geestelijkheid gegeven worden,'t zij in de kerk, 't zij in de school, vóor of na de klasuren: het principe was dat het lager onderwijs geheel neutraal zijn zou. De stemming over deze wet geschiedde niet zonder moeielijkheden: in den Senaat ging ze door met éene stem meerderheid, die van den heer Boyaval van Brugge, die kort daarop stierf. De Voorzitter van den Senaat, de Prins de Ligne, die nochtans tot de liberale partij behoorde, stemde tegen de wet. Onmiddellijk na de afkondiging der wet brak de schooloorlog los: de katholieke partij, gesteund door de bisschoppen en de geestelijkheid, verkreeg een banvloek voor de ‘scholen zonder God en de meesters zonder geloof’ en op korten tijd waren de gemeentescholen schier geheel ontvolkt, ten voordeele van de vrije scholen die in alle dorpen en steden opgericht werden. Die schooloorlog en de nieuwe belastingen die het ministerie stemmen deed, waren oorzaak dat reeds in 1884 de liberale partij het bewind verloor, niettegenstaande de wet op de bekwaamheidskiezers. Nochtans zonder den schooloorlog ware het ministerie ook wel gevallen, wegens de verdeelheid der liberale partij: in Brussel was eene partij der progressisten ontstaan, die gedurig het ministerie opjagen wilde en die verschillende republikeinschgezinde leden naar de Kamer zond. Deze progressisten, met de heeren Janson en Féron aan het hoofd, scheidden zich op een gegeven oogenblik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
af van de liberale partij, zoodat het ministerie niet langer op eene meerderheid in de Kamer rekenen kon. VIIe periode 1884-1893. - Ministerie Malou. 17 Juni 1884. - De eerste zorg van de aankomende katholieke ministers was het afschaffen van het ministerie van Openbaar Onderwijs; daardoor wilden zij bewijzen dat de leus der vooruitstrevende katholieken ‘de staat buiten de school’ ook de hunne zijn zou; in de plaats van het ministerie van Openbaar Onderwijs werd een afzonderlijk ministerie van Landbouw en Openbare Werken ingericht, terwijl de diensten van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen ook een afzonderlijk ministerie vormden. De Kamers werden tevens in buitengewone zitting bijeengeroepen om eene nieuwe onderwijswet te stemmen, die de zorg voor 't samenstellen van 't programma aan de gemeenteoverheid overliet. De belangrijkste bepaling van de nieuwe wet was echter dat de gemeenteoverheld het recht bekwam om vrije scholen aan te nemen en de onderwijzers der gemeentescholen in beschikbaarheid te stellen. Deze wet bracht nu in het liberale gedeelte der bevolking een even groote opschudding teweeg als vroeger de wet van 1879 in het katholieke gedeelte. De burgemeesters der groote steden sloegen de handen ineen en legden den grondslag voor het ‘Compromis der burgemeesters,’ dat in een adres aan den koning het verwerpen der onderwijswet vroeg. Een groote liberale manifestatie greep plaats te Brussel, gevolgd door een andere, ditmaal in katholieken zin, die door de bevolking van Brussel zeer slecht onthaald werd (7 September 1884). De koning kon echter niet weigeren de wet te doen afkondigen; hij had ook de wet van 1879 bekrachtigd, alhoewel de geestelijkheid en de heele katholieke partij sterk bij hem hadden aangedrongen dat hij de bekrachting weigeren zou. Doch in October van 't zelfde jaar hadden overal verkiezingen voor de gemeente plaats; deze gaven in schier alle groote | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
steden een sterke meerderheid aan de liberalen en de koning, die in dat resultaat een wettige betooging van de openbare meening zag, ontnam aan de heeren Woeste en Jacobs hun portefeuilles, evenals hij dat vroeger gedaan had met het ministerie d'Anethan. Immers 't waren juist de heeren Woeste en Jacobs die in het ministerie de partij der onverdraagzaamheid vertegenwoordigden en op wie de openbare meening het meest gebeten was; men kon niet vergeten dat zij bij 't aankomen aan het bewind gezegd hadden dat er onder de onderwijzers die trouw op hun post gebleven waren ‘tandenknarsingen’ zouden gehoord worden, dat de heer Woestenamelijk alle officieele onderwijzers met een beleedigend ‘qu'ils s'en aillent’ wegzenden wilde. Met de heeren Jacobs en Woeste trad ook het kabinetshoofd, de heer Malou, af en de heer Beernaert die reeds in het ministerie zetelde, werd met de samenstelling van een nieuw katholiek ministerie gelast; hij koos, in vervanging van de aftredenden, de heeren Thonissen, De Volder en Prins de Caraman-Chimay. ‘Het ministerie zal u allen verwonderen door zijn gematigdheid’, zeide de heer Thonissen, en hij droeg inderdaad aanstonds eenige belangrijke wijzigingen aan de schoolwet voor, waarin hij onder andere vaste regels voorschreef voor het wachtgeld der onderwijzers; maar deze wijzigingen veranderden het ware karakter der wet in geenen deêle. Het ministerie Beernaert duurde tot in 1894, echter niet zonder talrijke verwisselingen van personen; in 1892 bleven nog alleen de heeren Beernaert en J. Vanden Peereboom van het eerste ministerie over; achtereenvolgens waren de heeren Le Jeune, De Bruyn, J. De Burlet en de Merode in het ministerie getreden, terwijl de heeren Thonissen, De Volder, De Moreau en Prins de Caraman-Chimay hun portefeuilles neerlegden. Aan crisissen heeft het dus niet ontbroken, en het mag gezegd worden dat gedurende zijn tienjarige ministerieele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
loopbaan de heer Beernaert precies niet op een rozenbed zat. In 1886 brak in het Walenland een groote werkstaking uit, die dreigde tot oproer over te slaan, maar die gelukkiglijk op het politiek terrein geen gevolgen had. In Gent, in Brussel, in Luik en in Charleroi had een nieuwe partij, die der socialisten, talrijke aanhangers verkregen en het was onloochenbaar dat, onder den drang der omstandigheden, tot eene herziening der constitutie zou moeten besloten worden. ‘Pas de suffrage universel,’ had Frère-Orban gezegd; ‘ni en un acte, ni en trois actes.’ Maar de manifestaties die de socialisten inrichtten ten voordeele van het algemeen stemrecht, de dreigende woorden die hun aanleiders uitspraken en de macht waarover die aanleiders beschikten, zouden wel de verklaring van den heer Frère-Orban tot ijdele woorden maken en den tegenstand der katholieken breken. Benevens die zeer ingewikkelde en onrustwekkende quaestie van de herziening, verrezen er nog verscheidene andere die het ministerie ook veel onrust baren moesten; de Congoquaestie eischte eene dringende oplossing; de legerquaestie kwam op den voorgrond. Wat echter den heer Beernaert het meest verzwakte, dat was de onderduimsche tegenkanting van een deel der rechterzijde, de partij der onverzoenlijken, aangeleid door den heer Woeste, dien de heer De Smet-de Naeyer later ‘le pape laïque’ noemen zou. De herziening van de grondwet werd eindelijk door de radikalen voorgesteld, en wat de conservatieven van de beide zijden der Kamer er ook tegen beproefden en poogden, ze werd gestemd en de ontbinding bracht eene constituante voort, waar, zooals het ook voorzien was, de katholieken over eene groote meerderheid beschikten: die meerderheid bedroeg echter de twee derden niet, zoodat alleen een ontwerp, dat de bijtreding van een deel der oppositie verkrijgen zou, kans had om aangenomen te worden. Intusschen was de heer Frère-Orban te Luik gevallen, liever | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dan de medewerking te vragen der katholieken tegen de socialisten of der socialisten tegen de katholieken; zijn val beantwoordde aan zijn heele loopbaan; hij was en bleef bij de gedachte die hij eens als de goede, de juiste en de rechtvaardige geoordeeld had, even vijandig aan de katholieken die de onafhankelijkheid der burgerlijke macht willen sloopen ten voordeele van de macht der geestelijkheid, als aan de socialisten, die de vrijheid en de onafhankelijkheid van het individu willen prijsgeven voor het verwezenlijken van hun ideaal van collectivismus. In de Kamer was de katholieke meerderheid nog al eensgezind; maar de liberale minderheid telde twee groepen: de conservatieven met den heer Bara als aanleider en de radicosocialisten die luisterden naar het ordewoord van de heeren Janson en Féron. De bespreking duurde zeer lang omdat de meerderheid niet het middel vond om het met een van de twee groepen eens te worden. De socialisten riepen op dit oogenblik de algemeene werkstaking uit en de Kamer beraadslaagde in wezenlijkheid onder den invloed van het straatoproer. Eindelijk ontstond een vergelijk tusschen de meerderheid en de radicalen en het algemeen stemrecht werd aangenomen met de verzachting der meervoudige stemmen; dat is, de bepaling dat een zeker getal stemmen zouden beantwoorden aan zekere voorwaarden van bekwaamheid of eigendom. Die zelfde principes werden later ook ingevoerd in de kieswet voor de gemeente en voor de provincie. Doch dat principe was niet het ideaal dat de heer Beernaert beoogde: in de laatste jaren was een comiteit geboren dat de Evenredige Vertegenwoordiging wilde in onze kieswetten invoeren en de heer Beernaert deelde de overtuiging van dit comiteit dat alleen mits de Evenredige Vertegenwoordiging de Wetgeving de ware uitdrukking kon zijn van de openbare meening. Hij wilde nu dat principe in een wets- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ontwerp brengen, maar de heer Woeste deed die poging mislukken door zijn vijandig optreden in de secties; het kabinetshoofd, waarschijnlijk ontmoedigd door de sluiksche handelwijze van een deel der meerderheid, legde het bewind neer. VIIIe periode. 1893-1900. - Het einde der zevende periode valt eigenlijk niet samen met den val van den heer Beernaert, maar wel met de grondwetsherziening. Die val was ook geen oplossing voor de quaestie der Evenredige Vertegenwoordiging: de heer Woeste was er in geslaagd de zaak voorloopig te verschuiven, maar ze was niet uit den weg geruimd. 26 Maart 1894. Ministerie J. de Burlet. - De heer Beernaert werd als kabinetshoofd vervangen door zijn gewezen minister van Binnenlandsche Zaken, den heer J. de Burlet. Deze moest zich eerst bezig houden met de Congo-quaestie: de koning had in 1890 besloten dat België, mits een jaarlijksch voorschot van 2 millioenen, na tien jaren het recht zou hebben om Congo-Vrijstaat als kolonie over te nemen; nu echter was hij bereid om aanstonds zijn suzereiniteit neer te leggen; maar de heer Lorand, hoofdredacteur van het progressistisch blad La Réforme, verwekte het land door eene machtige beweging tegen het overnemen van Congo-Vrijstaat en het wetsontwerp moest ingetrokken worden: de heer de Mérode, minister van Buitenlandsche Zaken, had met dat intrekken geen vrede en diende zijn ontslag in. Op de Congo-quaestie volgde de militaire quaestie. Ten allen kante waren stemmen opgegaan om al het hatelijke van de plaatsvervanging bij de militieloting te doen uitschijnen en de heer Beernaert had zelf herkend dat dit systeem niet langer duren kon. De heer Brassine had, zoo vertelde men, alleen zijn portefeuille als minister van Oorlog aanvaard, na de stellige belofte dat een wetsontwerp over den persoonlijken dienstplicht zou neergelegd worden. Maar het kabinet had gerekend zonder den heer Woeste, den waren leider der rechterzijde, dien een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zeer hooggeplaatst persoon juist wegens zijn tegenstand in zake van persoonlijken dienstplicht, ‘l'homme funeste’ genoemd had. Op een gegeven oogenblik legde de heer Woeste eene anti-militarische verklaring af die het kabinet in een zoo valsche positie bracht, dat de heer de Burlet verplicht was af te treden: hij vertrok als ambassadeur naar Lissabon, en stierf kort daarop. 26 Februari 1896. Ministerie De Smet-De Naeyer. - Hij werd als kabinetshoofd vervangen door den heer De Smet-De Naeyer, minister van Financiën, en als minister van Buitenlandsche Zaken door den heer de Favereau. Evenals zijn voorgangers kreeg de heer De Smet-De Naeyer al spoedig moeielijkheden aangaande de militaire quaestie: de heer Brassine moest ondervinden dat het kabinet niet bij machte was om de gegeven beloften te houden en trad met veel waardigheid af als minister van Oorlog. Naar het schijnt was niet een generaal op dat oogenblik bereid om de nalatenschap van generaal Brassine over te nemen en de heer J. Vanden Peereboom, minister van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen, werd ad interim ook met het ministerie van Oorlog gelast. De heer Beernaert was afgetreden omdat zijne meerderheid de Evenredige Vertegenwoordiging niet aanvaarden wilde; dit negatief besluit van de meerderheid bracht geen oplossing van het kiesvraagstuk mede: het bleef bewezen dat de verhouding der partijen in de Kamer niet in overeenstemming was met de verhouding van de partijen in het land; de liberalen namelijk beschikten alleen over eenige zetels - 't waren dan nog radicalen en progressisten - en iedereen oordeelde dat het hoogst wenschelijk was de liberale partij weer hare plaats te zien innemen. Ook de katholieken, minister Schollaert onder meer, verklaarden dat zij veel liever eene liberale dan eene socialistische oppositie gezien hadden en dat de katholieke partij gaarne een deel van haar meerderheid slachtofferen zou om dat doel te bereiken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar het middel daartoe? De eenen, waaronder het kabinetshoofd, waren voor Evenredige Vertegenwoordiging; ook de socialisten waren daarvoor, maar eischten bijvoeging van het zuiver Algemeen Stemrecht, d.i. afschaffing van de meervoudige stemmen; de progressisten deelden de meening van de socialisten, maar eischten niet onvoorwaardelijk het samengaan der beide hervormingen, te meer daar de invoering van zuiver Algemeen Stemrecht een nieuwe grondwetsherziening veronderstelt. De heer Bara was voor den Uninominal, dat is, ieder kiesdictrict kiest éen enkel vertegenwoordiger. Men verzekert dat het Hof die zienswijze deelde, benevens een zeer groot getal katholieken met den heer Vanden Peereboom aan het hoofd. In die omstandigheden verliet de heer De Smet het ministerie, gevolgd van den heer Nyssens, die ook een overtuigd proportionalist was. 1898. Ministerie J. Vanden Peereboom. - De heer Vanden Peereboom nam de leiding van het ministerie op zich met het inzicht om een hybridisch systeem te doen doorgaan, waarbij alleen in de groote arrondissementen de Evenredige Vertegenwoordiging zou ingevoerd worden. Dat ontwerp werd door de liberalen en de socialisten als oneerlijk uitgekreten en tegenover eene dreigende houding van de Brusselsche bevolking moest de heer Vanden Peereboom zijn ontwerp intrekken en zelf aftreden; hij trok ook de heeren De Bruyn, Schollaert (die nochtans de Evenredige Vertegenwoordiging ten minste gedeeltelijk in de gemeenteverkiezingen had ingevoerd) en Begerem mede in zijn val en de heer De Smet-De Naeyer hernam de teugels van het bewind om de Evenredige Vertegenwoordigheid in de wetgevende verkiezing te doen zegepralen. 1899. Ministerie De Smet-De Naeyer. - Gedurende de jaren 1899 en 1900 heeft dit ministerie dus de Evenredige Vertegenwoordiging doen stemmen, spijts den heer Woeste en zijn aanhang en dank zij de medewerking van de progres- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sisten. Het heeft tevens de wet op de werkmanspensioenen - of liever het principe voor dergelijke wet - ingevoerd. Met de laatste hervorming in ons kiesstelsel eindigt de achtste periode van onze parlementaire geschiedenis.... en de stof van ons artikel.
***
In de verkiezing van 27 Mei II. is dus de Evenredige Vertegenwoordiging voor de eerste maal toegepast geworden. Nopens die toepassing waren allerhande vooruitzichten gevormd geweest: de gematigde katholieken hadden de heropbeuring der liberale partij verwacht, die aan de katholieken eenige en aan de socialisten vele zetels zou ontnemen. Voor die personen was de vrees voor het socialismus het begin van de wijsheid geweest! De heer Woeste en zijn aanhangers voorspelden den val van het katholiek ministerie. De liberalen rekenden op belangrijke aanwinsten en sommigen hoopten zelfs het optreden van een liberaal ministerie steunend op eene meerderheid van liberalen en welwillende socialisten. Iets is zeker, dat is dat de wet vooral tegen de socialisten gericht was: dezen echter schenen in het geheel niet ongerust. De uitslag is het bestudeeren waard. Het is onbetwistbaar dat de katholieken, die nu nog achttien stemmen meerderheid bezitten, uit de Evenredige Vertegen woordigheid het maximum der voordeelen trokken; dit om vele redenen die wij hier niet bespreken kunnen. Het is ook duidelijk dat de liberalen uit het nieuw systeem het minimum der voordeelen trokken. Maar het is even onloochenbaar dat het socialismus uit den strijd sterker dan ooit terug komt; niet alleen omdat de getalsterkte der socialistische vertegenwoordigers met drie leden is aangegroeid, maar vooral omdat nu het socialismus langzamerhand in alle arrondissementen een centrum van propaganda zal kunnen vormen, en voor wie de jonge, krachtige partij heeft aan het werk gezien, lijdt het geen twijfel dat reeds in de eerstkomende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkiezingen belangrijke vorderingen zouden kunnen aangestipt worden. Eindelijk heeft de verkiezing van 27 Mei bewezen dat er voor tusschenpartijen geene plaats is: de progressisten, die het stelsel de Smet- de Naeyer gered hebben, komen deerlijk gehavend uit den slag.... en zijn veroordeeld om te verdwijnen, evenals de onafhankelijken van Brussel. Als partij zullen de christene democraten nooit krachtig zijn: hun optreden kan alleen belang hebben als scheuring in de katholieke partij. Wat meer is, sommige dagbladen vragen zich af of ook niet de liberale partij als tusschenpartij veroordeeld is, zoo niet om te verdwijnen dan toch om nooit meer aan het bewind te komen. Vooralsnog heeft de Evenredige Vertegenwoordiging niet beantwoord aan het doel dat beoogd was: de socialisten zijn niet verslagen! Wij begrijpen zeer goed de onrust die deze uitslag in sommige hoogere sferen heeft veroorzaakt: immers, indien waarlijk de liberale partij verdwijnen of machteloos worden moet, dan zouden in het land en in de Wetgeving twee partijen tegenover elkander staan, waarvan de eene zich als anti-dynastisch en republikeinsch aanstelt: Waar zou dat naartoe leiden? Wij zijn dan ook overtuigd dat de periode der kieshervormingen nog niet gesloten is. ‘Ni en un acte, ni en trois’, zeide Frère-Orban; er zijn reeds verschillende acten afgespeeld.... en de laatste zal wel volgen! De heer Féron had voorspeld dat hij zich met geen grondwetsherziening meer zou inlaten.... en hij heeft reeds dat onvoorzichtig woord moeten intrekken! Wij gaan dus naar het zuiver Algemeen Stemrecht met Evenredige Vertegenwoordiging; voor het oogenblik wordt nog wel gesproken van de provinciale kiesomschrijvingen en van verschillende andere hervormingen van ondergeschikt belang; maar als men dat beproeft, zal 't wel weer een tusschenact zijn. Wij gaan onweerstaanbaar, onvermij- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
delijk naar het algemeen stemrecht en God weet wat dat ons voorbereidt: Of wel een krachtig optreden van het liberalismus dat als gouvernementeele partij eene constitutioneele oppositie vormt met gegronde hoop om op zijne beurt ook aan het bewind te komen, - of wel eene nieuwezegepraal der socialisten, misschien wel ten nadeele der liberalen, en het ontstaan van een sterke anti-constitutioneele oppositie die allicht met de propaganda voor de republiek aanvangen zou. Laat ons het beste hopen! A.V. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156-157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ministers en Ministeriën in België van 1831 tot 1900.N.B. De naam van het Kabinetshoofd is in vette letter gedrukt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158-159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|