uitvoering in brons werd opgedragen. Dat bronzen beeld nu werd voor enkele dagen den volke getoond.
En als we dit eenvoudige beeld aanzien, dan kunnen we ons zoo goed Frans Hals voorstellen, den man, die, bij wijze van spreken, spelende schilderde, die onder lach en scherts, fluitend en zingend een portret maakte, zóó sprekend, zóó welgelijkend, zóó vol leven en uitdrukking, dat 't model zelf er verbaasd over was.
Als wij slechts denken aan zijn satirieken nar, zijn drinker vol humor. Men is geneigd te gelooven, dat de man met den grooten hoed, die genoten heeft van zijn glaasje malvezij, zoo aanstonds een kostelijken kwinkslag zal ten beste geven; men verwacht van den grijnzenden nar straks den honenden schaterlach, den lach, die ligt in 't gelaat, den lach vol bitterheid en weemoed, den lach van droeve pret.
Het is waarlijk niet te veel wat wij voor dezen schilder doen, een hulde hem brengen, een blijvende hulde, nadat meer dan twee eeuwen over zijn leven zijn heengegaan.
***
Er is hier in Nederland een begin gemaakt met 't doen verschijnen van een werk, dat voor ons van groot belang is op 't gebied èn van kunst èn van industrie, n.l.: ‘De batikkunst in Nederlandsch-Indië en hare geschiedenis’ door de heeren G.P. Rouffaer en Dr. H.H. Juynboll, waarbij gevoegd vele platen. Het werk komt in afleveringen uit en de 1e aflevering is pas verschenen.
En daarom juist is deze uitgave van belang, wijl batikken een speciaal Javaansche kunst is. Ook andere Oostersche volken hebben de gewoonteomde stoffen voor hunnekleeding bestemd te kleuren, maar 't mooie batikken behoort tot de talenten der Javaansche vrouw.
Men heeft dat soort werk eerst niet voor kunst aangezien, eerder voor een primitieve wijze van bedrukken der katoen-