Algemeen bestuur van het Willems-Fonds.
Aan de bevoegde overheid werd het volgende verzoekschrift gezonden:
Den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs,
Brussel.
Hooggeachte Heer Minister,
Met het oog op de aanstaande tienjaarlijksche volksoptelling is het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds zoo vrij bij U eerbiedig aan te dringen opdat het U gelieve bij de voorschriften door Uw departement te dezer gelegenheid uit te vaardigen, ook de twee volgende te doen voegen:
1. De vragenlijsten moeten door de belanghebbenden zelf ingevuld en onderteekend worden. De beambten die de lijsten afhalen, mogen alleen voor ongeletterden van dien regel afwijken;
2. Ten einde aan de belanghebbenden alle noodige inlichtingen te kunnen verstrekken, moeten de rondgaande beambten in het arrondissement Brussel en in de Vlaamsche gemeenten der provincies Henegouwen en Luik ook de Nederlandsche taal machtig zijn. Om dezelfde reden zullen de vragenlijsten in de volkswijken bij voorkeur des Zondags afgehaald worden.
Wij gelooven, Hooggeachte Heer Minister, dat deze bepalingen een vollediger nauwkeurigheid der in te winnen inlichtingen waarborgen en teekenen met eerbiedige hoogachting,
Namens het Algemeen Bestuur van het
Willems-Fonds:
De Secretaris,
J. Vercoullie.
Gent, den 5 Juni 1900.