Dames en Heeren,
Wanneer eene instelling als het Willems-Fonds zijn jubelfeest viert van vijftigjarig bestaan, mag de burgemeester der stad Gent niet zwijgen, want Gent is de wieg van het Willems-Fonds en onze liberale bevolking is er trotsch over.
Wij hebben allen uit den mond van uwen algemeenen voorzitter de lotgevallen van het Willems-Fonds gedurende eene halve eeuw vernomen. Dat historisch overzicht heeft ons geleerd hoe klein het Willems-Fonds begonnen is, hoe groot het geworden was in het begin der jaren tachtig, en hoe het sindsdien eene pijnlijke crisis van achteruitgang beleeft.
Maar die crisis van het Willems-Fonds is de crisis van het liberalisme in België. Wij hebben sombere jaren van vernedering en verval beleefd in onze liberale partij, maar een tijdvak van herleving breekt aan, dat ook het Willems-Fonds aan zijn tijdelijk kwijnen zal komen onttrekken.
Eene instelling die honderden nuttige boeken over geschiedenis, sociale wetenschap, natuur en kunst onder het Vlaamsche volk heeft verspreid; - die in stad en dorp openbare volksvoordrachten en kostelooze volksbibliotheken heeft ingericht; - die zooveel gedaan heeft voor de verspreiding van het volksgezang en de nationale muziek; eene instelling, die al de anderen vooruit is op het gebied der volksverlichting, mag noch kan bedreigd worden in haren bloei. Want haar bloei is de vooruitgang van ons Vlaamsche volk.
Daarom breng ik u mijne overtuiging, dat van dezen dag af, waarop gij uw halfeeuwfeest viert, een nieuw tijdperk van ontwikkeling en uitbreiding begint voor het Willems-Fonds.
Het heeft in de slechte jaren het heilig vuur in Vlaanderen