Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7 (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7
Afbeelding van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.20 MB)

Scans (430.05 MB)

ebook (5.43 MB)

XML (1.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7

(1902)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 186]
[p. 186]

Sterfgevallen.

B. Steyaert.

Op Zondag 15 Juni was plotseling Eekloo in rouw: Meester Steyaert was dood!

Meester Steyaert was sedert drie en dertig jaar hulponderwijzer aan de openbare school en aan de muziekschool te Eekloo, maar hij was een man!

Hij had het nooit verder kunnen brengen, juist omdat hij een man was.

Allen zijn het eens om zijn uitstekende gaven als onderwijzer en zijn buitengewoon talent als toonkundige te roemen.

Onder het liberaal bestuur stond hij aangeschreven als de verdienstelijkste onderwijzer van het kanton Eekloo; maar in 1879 is hij aan zijn eed getrouw gebleven; hij heeft in den schooloorlog zijn post niet verlaten: de plaatsen van directeur of inspecteur zijn niet voor die trouwe dienaars.

Wat hij als toonkundige was, zal men beseffen, als men zich herinnert dat hij de Ledeganck-cantate van Benoit aan 1200 uitvoerders heeft aangeleerd en van de uitvoering onder zijn bestuur een puikjuweel gemaakt heeft. Ook heeft het volk van Eekloo hem gewroken. Nog nooit heeft men zoo een begrafenis in Eekloo gezien.

Al de maatschappijen met hun vaandels en een talrijke schare vrienden en bekenden, ook uit den vreemde, uit Gent vooral, waren den Woensdag namiddag daar. En van het sterfhuis naar de kerk, en van de kerk naar het kerkhof ging de stoet tusschen een ontelbare, opeengedrongen menigte, die ingetogen den stoet gadesloeg, en waar velen een traan van smart en deelneming wegpinkten.

Want Meester Steyaert was een man, maar een man doordrongen van de waarheid van het spreekwoord: la façon dont on donne, vaut mieux que ce qu'on donne. Hij was, mededeelzaam, hij was medesleepend, hij kon inrichten. Wanneer hij naar een doel wees, dan was iedereen bereid om hem te volgen.

Hij was de ziel van de maatschappijen en van het kunstleven en van het letterkundig leven te Eekloo.

[pagina 187]
[p. 187]


illustratie
B. Steyaert.


[pagina 189]
[p. 189]

Ook is het aan hem te danken, dat er te Eekloo in Februari laatst een Afdeeling van het Willems-Fonds gesticht werd.

Want de lotsverbetering van de mindere klasse lag hem steeds nauw ter hart, en evenals hij door het Werkmanswelzijn voor hare stoffelijke verbetering wilde zorgen, hoopte hij door de volksbibliotheek en de volksvoordrachten van het Willems-Fonds hare geestelijke ontwikkeling te bevorderen.

Men zegt gewoonlijk: zulke mannen vervangt men niet. Maar hij heeft er op gerekend, dat hij eens zou moeten vervangen worden, en de mannen, die tot nog toe met hem gewerkt hebben, zullen in zijn geest zijn werk voortzetten.

Bij het graf werden lijkredenen uitgesproken door: den heer De Muyninck, hoofdonderwijzer, in naam van de collega's; den heer Janssens van Assenede, in naam van de onderwijzers van het kanton; den heer Rayffranck, in naam van de muziekschool; den heer Vercoullie, in naam van het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds; den heer Van Doorne, in naam van de vrienden van den overledene; den heer Van Acker, in naam van de Harmonie en van het Eekloosche Willems-Fonds.

Wij laten hier de rede volgen van den heer J. Vercoullie, secretaris van het Algemeen Bestuur:

‘Daar de heer G. Minnaert, voorzitter van het Algemeen Bestuur van het Willemsfonds, verhinderd is, werd aan mij, den secretaris, de droevige taak opgedragen om in naam van dit Bestuur den heer B. Steyaert een laatste vaarwel toe te roepen.

Anderen voor mij hebben gezegd wat hij was als onderwijzer en als toonkundige.

Maar toch mag ik herinneren dat hij, na voltrokken studiën in de normaalschool te Lier, en na de aanvaarding van een betrekking als onderwijzer te Gent, hier naar Eekloo geroepen werd aan de openbare school.

Onder het liberaal bestuur stond hij aangeschreven als de verdienstelijkste onderwijzer van het kanton. Ook zou hij het veel verder gebracht hebben, had hij in 1879 niet gemeend te moeten getrouw blijven aan den

[pagina 190]
[p. 190]

afgelegden eed en te midden van den schoolstrijd onwankelbaar te moeten staan op zijn post. Hij kon niet anders: want hij was een karakter, een ware Vlaming met overtuiging, moed en plichtbesef.

Maar het is vooral den Willemsfondser, dien ik hier wil beschouwen.

Lang reeds was het zijn wensch geweest in zijn geboorstad een afdeeling van het Willemsfonds tot stand te brengen. Want hij begreep dat het Willemsfonds met zijn volksbibliotheken, zijn volksvoordrachten, zijn uitgaven van boeken en zangstukken in de moedertaal de machtigste hefboom is voor de ontslaving en de ontvoogding van het Vlaamsche volk.

Hij had rondom zich geschaard een kleine schare van werkzame, verlichte mannen, die met hem het Ledeganck-gezelschap uitmaakten, dat de kern geworden is van het Eekloosche Willemsfonds.

Wie kon voorzien toen we hier in Februari het Willemsfonds kwamen instellen, dat we nog geen vijf maanden later zouden moeten terugkomen om den eersten voorzitter te helpen begraven.

Waarde heer Steyaert, nu zijt Gij heengegaan naar het onbekende land, van waar nooit iemand is teruggekeerd. Gij hebt de vruchten niet mogen zien van Uw onverpoosden arbeid. Maar - en dit zij een troost voor Uw diepbedroefde familie - wij hebben U niet verloren.

Uw voorbeeld hebt Gij ons nagelaten, en wanneer we met in Uw geest te werken, eens de zegepraal van den vooruitgang zullen verwezenlijkt hebben, die het gestadige voorwerp was Uwer droomen, dan zal Uw schim jubelen met ons, want dan zal het blijken dat Uw arbeid en Uw voorbeeld niet vruchteloos geweest zijn.’

H. Macqué.

Het bestuur van de afdeeling Brugge verloor een zijner oudste en verkleefste leden in den persoon van H.J. Macqué. De begrafenis had den 14 Juli plaats te midden van een treurende schare van vrienden en bekenden, die den overledene om zijn goed hart beminden en om zijn Vlaamsch karakter hoogachtten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken