Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7
(1902)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 191]
| |
Hooggeachte Heer Minister,Den 26 Augustus 1901 wendden wij ons tot U met het verzoek om voor het toezicht over het onderwijs in de muziek in de middelbare gestichten, dat het voorloopig toevertrouwd is aan iemand die het Nederlandsch niet kent, iemand te willen aanstellen die het met volle bevoegdheid kan uitoefenen. Daar het te voorzien is dat de voorloopige toestand weldra een einde zal nemen, zijn wij zoo vrij ons verzoek te vernieuwen. Immers in de voorbereidende afdeelingen der middelbare scholen wordt de muziek door het Nederlandsch aangeleerd. Daarbij heeft de Vlaamsche muziek thans in de kunst een plaats veroverd die niet meer toelaat ze over het hoofd te zien. De opziener voor dit vak in het Vlaamsche land mag dus niet als vreemdeling staan tegenover de Nederlandsche taal en de Vlaamsche kunst. Wij verblijven met eerbiedige hoogachting
Uw nederige dienaren Namens het algemeen Bestuur van het Willems-Fonds G.D. Minnaert, voorzitter, J. Vercoullie, secretaris-schatmeester.
Gent, den 20 Juni 1902.Ga naar voetnoot(1) | |
[pagina 192]
| |
Hooggeachte Heer Minister,In onze brieven van 28 Maart 1900 en 22 Mei 1901 hadden wij de eer U o.a. de volgende verzoeken te doen: 1. De Jury's (voorzitters en leden) der examens voor regenten en regentessen zoo samen te stellen, dat de candidaten niet gedwongen zijn - zooals nu dikwijls, niettegenstaande uitdrukkelijke voorschriften, het geval is - examen af te leggen in het Fransch over vakken, die zij in het Nederlandsch hebben aangeleerd en later in het Nederlandsch moeten onderwijzen. 2. De in de examens van aspirant-regentes en regentes bestaande ongelijkheid te doen ophouden, die de Vlaamsche candidaten verplicht examen te doen over drie talen in denzelfden tijd en voor hetzelfde getal punten als hare Waalsche gezellinnen over twee. De omstandigheden nopen ons, nog eens met deze verzoeken bij U aan te dringen, in de vaste hoop dat het U gelieve er een welwillend gevolg aan te geven. Wij verblijven met hoogachting.
Uwe nederige dienaren Namens het Algemeen Bestuur van het Willems-Fonds G.D. Minnaert, voorzitter, J. Vercoullie, secretaris-schatmeester.
Gent, den 20 Juni 1902. |
|