Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het fragment van de Limburgse 'Tristant en Ysolt' (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het fragment van de Limburgse 'Tristant en Ysolt'
Afbeelding van Het fragment van de Limburgse 'Tristant en Ysolt'Toon afbeelding van titelpagina van Het fragment van de Limburgse 'Tristant en Ysolt'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.09 MB)

tekstbestand






Editeur

J.H. Winkelman



Genre

proza

Subgenre

epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het fragment van de Limburgse 'Tristant en Ysolt'

(2013)–Anoniem Tristan–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tekst met vertaling en aantekeningen.

We hebben geraadpleegd: MNW, De Smet/Gysseling 1968, Bonath 1985, Kuiper 1993-2013. In de T&Y luiden de namen van de spelers: Tristant, Ysolt, Kardine, in het Frans (F): Tristran, Ysolt, Kaherdin. Uit de gekozen naamvarianten blijkt de context.

1 De naamgenoot

 
Tristant oc hen untvinc Ga naar voetnoot1
 
unde vraged op weleke dinc Ga naar voetnoot2-3
 
hi quam also gerant.
 
‘Here’, sprac gene te hant,
5[regelnummer]
‘ic ben, alse gi wal siet,
 
en redder und anders níet.
 
Tristant ben ic genůmet; Ga naar voetnoot7
 
unhiel heft mí verduomet. Ga naar voetnoot8
 
Ic hadd en wif erkorn, Ga naar voetnoot9-10
10[regelnummer]
al dier werlt bevorn,
 
te werltliker wunne. Ga naar voetnoot11
 
Dars mí unde mínen kunne Ga naar voetnoot12-13
 
grot laster an geschien.
 
Ic mags hir wal begien. Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Si heft untvůrt di Stolte Ga naar voetnoot15-16
 
van dien Verwornen Holte.
 
Di hefts ín sínen kastiele. Ga naar voetnoot17
 
Herr, und ic vare na hiele Ga naar voetnoot18
 
of ic dien iergen vunde,
20[regelnummer]
di mí gehelpen kunde
 
weder míner amien.
 
Dor dien wold ic vertíen Ga naar voetnoot22-23
 
muoder unde vader.
 
Al dat ic hebb al gader
 
leged ic dur dien ín wage. Ga naar voetnoot25

[Vertaling]

 
Tristant groette hem terug
 
en vroeg hem om welke reden
 
hij zo haastig aan kwam rijden.
 
‘Heer’, antwoordde de ander meteen,
5[regelnummer]
‘ik ben, zoals u duidelijk kunt zien,
 
een ridder, en niets anders.
 
Men noemt mij Tristant;
 
ongeluk heeft mij in de ellende gestort.
 
Ik had een vrouw, de mooiste
10[regelnummer]
in de hele wereld, uitgekozen
 
voor wereldse gelukzaligheid.
 
Daaruit is voor mij en mijn geslacht
 
grote schande ontstaan.
 
Ik kan het hier openlijk bekennen.
15[regelnummer]
De Trotse uit het Ondoordringbare
 
Woud heeft haar ontvoerd.
 
Die houdt haar in zijn slot gevangen.
 
Heer, ik ben op goed geluk uitgereden
 
in de hoop degene ergens te vinden,
20[regelnummer]
die mij zou kunnen helpen
 
met betrekking tot mijn vriendin.
 
Voor hem zou ik moeder
 
en vader willen verlaten.
 
Alles wat ik bezit
25[regelnummer]
zou ik voor hem op het spel zetten.

voetnoot1
‘untvinc’. Vorm van ‘untvan’, ‘ontvan’, ontvangen, groeten. De aanstormende ridder groet Tristant en zijn zwager Kardine. Tristant beantwoordt daarop deze groet. Vgl. F, v. 2194: ‘E Tristran sun salu li rent’.
voetnoot2-3
‘op weleke dinc’. De dichter vertaalt hier vrij precies het Frans. Vgl. F, v. 2195-2196: ‘E puis li demande u il vait/ E quel busuing e quel haste ait’. (Vert.: En dan vraagt hij hem waar hij heen gaat en welke nood en welke haast hij heeft).
voetnoot7
De conversatie in het Frans verloopt hierna anders. De vreemde ridder vraagt naar het kasteel van Tristran, de Verliefde (F, v. 2199: ‘Le castel Tristran l’Amerus’). Tristran stelt zich voor: hij wordt Tristran genoemd ( F, v. 2205: […] jo sui Tristran apellez’). Daarna noemt de vreemdeling ook zijn naam. Hij heet Tristran de Dwerg (F, v. 2208: ‘Jo ai a nun Tristran le Naim’). De bijnaam ‘de Dwerg’ is in het Frans ironisch bedoeld. De ridder blijkt een grote kerel te zijn: F, v. 2187: ‘Lungs ert e grant e ben pleners’ (Vert.: Groot was hij en breed en zeer krachtig). Ook in T&Y heet de vreemdeling Tristant: v. 7: ‘Tristant ben ic genůmet’, zonder dat er een bijnaam wordt toegevoegd. De ridder is niet naar het kasteel van Tristant onderweg, maar hij is op zoek naar het hof van koning Artur (v. 31: ‘Artus’). Hij hoopt daar hulp te vinden.
voetnoot8
‘unhiel’. Onheil, ongeluk, tegenspoed.
voetnoot9-10
‘wif’, vrouw, geliefde. In het Frans spreekt de vreemdeling over zijn ‘mooie vriendin’ (F, v. 2211: ‘ bele amie’). Vgl. T&Y, v. 21: ‘amien’. Vgl. F, v. 2211-2212: ‘Castel i oi e bele amie,/ Altretant l’aim cum faz ma vie’. (Vert.: Daar had ik een kasteel en een mooie vriendin, ik houd evenveel van haar als dat ik mijn leven lief heb).
voetnoot11
‘te werltliker wunne’. Het gaat hier om werelds, dus ‘profaan’ genot, om de liefde tussen man en vrouw, dit in tegenstelling tot geestelijke liefde, de liefde van en voor God. Dit transcendente aspect ontbreekt in het Frans.
voetnoot12-13
Dat de schande van de vrouwenroof door de Trotse (v.15) ook de directe bloedverwanten treft, is kenmerkend voor de hechte familieband (de zogeheten ‘Sippenbindung’) in Germania.
voetnoot14
‘begien’. Zeggen, verklaren, bekennen.
voetnoot15-16
De brute ontvoering van de vrouw wordt in het Frans identiek beschreven. Vgl. F, v. 2216: ‘L’en a fait a force mener’. (Vert.: […] heeft haar met geweld van daar laten wegvoeren). De rover heet in het Frans: De Hoogmoedige van het Trotse Kasteel. (F, v. 2215: ‘Estult l’Orgillius Castel Fer’).
De toevoeging ‘Verwornen Holte’ (letterlijk: Verwarde Hout, hier: Ondoordringbaar Woud) wordt door Buschinger (1984, 5) en Pérennec (2010, 21) met de ‘Lanzelet‘-roman van Ulrich von Zatzikhoven in verband gebracht. (Vgl. daar v. 4980-4981: ‘künic Valerîn/ von dem Verworren Tan’).
voetnoot17
Vgl. F, v.2217: ‘Il la retent en sun castel’. (Vert.: hij houdt haar in zijn kasteel gevangen).
voetnoot18
‘na hiele’. Naar heil, in de hoop op genade, op goed geluk.
voetnoot22-23
‘vertien’. Vgl. MNW ‘vertiën’, ‘vertyën’, afstand doen van, zich afwenden van. Dit is tegen de achtergrond van de verzen 12-13 opmerkelijk, omdat daar nu juist de familieband wordt benadrukt. De bereidheid van de vreemdeling van zijn ouders af te willen zien, maakt duidelijk hoe nijpend zijn verzoek om hulp is.
voetnoot25
‘leged […] in wage’. In de waagschaal stellen, op het spel zetten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken