De Tweede Ronde. Jaargang 5

[p. 120]

Voerstreekroman

Cyriel P, licentiaat
I

Quirijn, een arbeidnemer, heeft gedaan
Hij leest nu in een bierknijp de gazet
En seffens moet hij op de koer aangaan

Maar zie, wat daar te lezen staat: toilet (!)
En dat, al is 't dat wij in Vlaand'ren zijn...
't Zou moeten niet gedoogd zijn door de wet!

‘Daar is een schoner soortnaam,’ meent Quirijn
‘Een erfgoed onzer vaad'ren, recht en slecht’
Met grote letters schrijft hij fier: pissijn

Een Waalse loebas staat gramstorig recht
Wordt dit een overtuigingsvuistgevecht?

Sjefke Vandersteeghe
II

Een Waalse loebas staat gramstorig recht
En snebbert ‘flamingant’ en ‘Voerens vod’
Wordt dit een overtuigingsvuistgevecht?

Quirijn ontwijkt zijn stamp en zijn klamot
En ziet, Ghislain ontsteekt in razernij:
‘Ieque stoot mijn dolque door'een uw Vlaamse strotte!’

Quirijn roept onversaagd ‘Ons Vlaand'ren vrij!’
Maar door het wapen in Ghislain zijn hand
Ligt hij er ras als Artevelde bij

Hoort, Klokke Roeland doet haar woord gestand
Reeds luidt zij storm in 't oude Vlaanderland!

[p. 121]

Pol Lemmens
III

Hoort, Klokke Roeland doet haar woord gestand
En 't is gekend wat haar geklep beduidt:
Reeds luidt zij storm in 't oude Vlaanderland!

Quirijn ziet er een dode kerel uit
Maar vóór 't kreveren semmelt hij nog traag:
‘Palaber niet! Geef elke Waal een stuit!’

Het volk stroomt toe, onwillens van gezaag
Ze battelen in naam van de Quirijn
En Waal noch Vlaming ondergeeft zich graag

Wie komt daar af, gekweld door zielepijn
Is dat de fiere Koning Boudewijn?

Peerke Wissemans
IV

Wie komt daar af, gekweld door zielepijn
Wie valt in zeven haasten uit de koets
Is dat de fiere Koning Boudewijn?

Wel zeker, hij komt tussen onverhoeds
Hun ommendom gegeerde felle vorst
En stelt de kamp een einde staandevoets

Quirijn gaat ondergronds, de brave borst
De schoeft Ghislain wordt in de muit gezet
En Boudewijn koelt in de tap zijn dorst

Maar als hij daar vandeeg heeft gelampet
Bevraagt hij een kadee naar... het toilet!