Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De Tweede Ronde. Jaargang 15
Toon afbeeldingen van De Tweede Ronde. Jaargang 15zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,79 MB)

Scans (36,29 MB)

ebook (8,08 MB)

XML (1,44 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tweede Ronde. Jaargang 15

(1994)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 138]
[p. 138]

Uit: Brieven aan een vriend
Brieven van Dmitri Sjostakovitsj aan Isaak Glikman
Dmitri Sjostakovitsj
(Vertaling Anne Stoffel)

Isaak Glikman (geb. 1912), sinds 1939 docent theatergeschiedenis aan het Petersburgse conservatorium, maakte in 1931 kennis met de componist Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975), raakte met hem bevriend en was een aantal jaren zijn secretaris. ‘Brieven aan een vriend’ (Pis'ma k drugu) is vorig jaar in Rusland gepubliceerd en bevat 303 brieven van Sjostakovitsj aan Glikman, geschreven tussen 1941 en 1974, door Glikman geannoteerd en aangevuld met verslagen van de telefoongesprekken die de vrienden hebben gevoerd na de laatste brief, toen Sjostakovitsj niet meer kon schrijven. De Nederlandse vertaling, waaruit hier een fragment is afgedrukt, verschijnt in 1995 bij uitgeverij De Arbeiderspers. De genummerde aantekeningen zijn samengevat uit die van Glikman; noten van de vertaalster zijn aangegeven met **.

156 Moskou, 31 mei 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

Dank voor je brief, voor je reactie op ‘Babi Jar’Ga naar voetnoot*. Ben lichtelijk in paniek. Ik weet niet wie het moet zingen. Vedernikov heeft in Italië belcanto geleerd en G. Visjnevskaja zegt dat hij al zijn kwaliteiten is kwijtgeraakt. Gmyrja heeft een hoge stem. I.I. Petrov is erg dom. Intussen is het idee bij me opgekomen, meer van dit soort dingen te schrijven op teksten van Jevtoesjenko. Zijn dichtbundeltje brengt me op het idee een symfonie te schrijven, waarvan ‘Babi Jar’ het eerste of het tweede deel moet worden. Als we elkaar zien, zal ik je de gedichten laten lezen die ik voor twee andere delen heb gekozen, en ik hoop dat Jevtoesjenko binnenkort het gedicht zal schrijven waarom ik hem heb gevraagd. Zo tekent zich dus een 13e symfonie af. Zal het iets worden? De tijd zal het leren.

Het kan zijn dat ik over 2-3 dagen naar het ziekenhuis moet. De dienaren der wetenschap, in consult bijeen, achtten dat beslist noodzakelijk voor mijn gezondheid en welbevinden.

Doe de hartelijke groeten aan Vera VasiljevnaGa naar voetnoot** en al de jouwen.

Je D. Sjostakovitsj

[pagina 139]
[p. 139]

157 Moskou, 24 juni 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

Dank voor je brief. Ik bevind mij in het ziekenhuis. Ze doen weer eens een poging mijn hand te genezen. Het verblijven in het ziekenhuis maakt me niet vrolijk. Vooral niet tijdens de wittebroodswekenGa naar voetnoot1. Mijn vrouw heet Irina Antonovna. Ik ken haar ruim twee jaar. Ze heeft maar één negatieve eigenschap: ze is 27. In alle andere opzichten is ze heel goed. Ze is intelligent, vrolijk, eenvoudig en sympathiek. Ze komt iedere dag op bezoek en dat doet me plezier. Mij behandelt ze zeer goed. Het lijkt erop dat we het samen goed zullen hebben. De vrije tijd hier gebruik ik om te werken. Op het moment schrijf ik nog een stuk op een tekst van Jevtoesjenko. Het heet ‘Humor’. Of dat het 2de deel van een symfonie wordt of een symfonisch gedicht, is moeilijk te zeggen. Ben ook begonnen aan het 3de deel (of een 3de symfonisch gedicht), ‘In de winkel’. Jevtoesjenko heeft beloofd dat hij een 4de deel zou schrijven, maar hij is verdwenen. Ik bel hem iedere dag, maar krijg geen gehoor. In elk geval komen er vier delen. Of die een symfonie zullen vormen of een ‘vocaal-symfonische suite’, dat zal de toekomst uitwijzen.

Heb B.R. Gmyrja per brief gevraagd zich in mijn nieuwe opus te verdiepen. Wacht met spanning het antwoord af. Hij is misschien wel de enige bas die dit opus kan zingen. Als ik uit het ziekenhuis kom, wil ik met Irina Antonovna voor een dag of drie naar Leningrad. Tegen die tijd hoor je nog van me. Ik wil Vera Vasiljevna en jou heel graag samen met Irina Antonovna een bezoek brengen. Dat wordt waarschijnlijk in de tweede helft van juli.

Ik ben erg blij dat je naar SestroretskGa naar voetnoot* bent gegaan. Rust maar goed uit. Kom op krachten.

Doe de hartelijke groeten aan Vera Vasiljevna.

Je D. Sjostakovitsj

[pagina 140]
[p. 140]

158 Moskou, 2 juli 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

Ben nog steeds in het ziekenhuis. Was erg blij met je berichtje. En wil je erg graag zien. Als Irina en ik naar Leningrad komen, zal ik je van te voren de data laten weten. Onze plannen zijn als volgt. Na mijn ontslag uit het ziekenhuis voor een dag of drie naar Leningrad. Dan terug naar Moskou en naar Irina's familie bij Rjazan. Zij beweert dat het daar heerlijk is en dat haar tante ons graag zal ontvangen, onthalen enz. Die reis duurt een week of 2-3. Daarna - dat zal de toekomst uitwijzen. Waarschijnlijk ga ik naar het festival in Edinburgh. Eigenlijk is mijn humeur op het moment maar matig. Ik verveel me in het ziekenhuis. Maar het kan zijn dat die verveling het scheppingsproces activeert. Ik heb de delen 2 en 3 van mijn 13de symfonie af. Deel 2: ‘Humor’, deel 3: ‘In de winkel’. Ik reken er niet op dat dit werk veel erkenning zal vinden, maar ik moet het schrijven, ik kan niet anders. Als je de bundel van Jevtoesjenko tegenkomt die ‘Armzwaai’ heet, moet je die gedichten eens lezen. ‘Humor’ staat op bladzijde 121. ‘In de winkel’ op bladzijde 109. ‘Carrière’ op bladzijde 52.

En Jevtoesjenko heeft beloofd nog een gedicht voor me te zullen schrijven. Hij is niet te bereiken. Neemt de telefoon niet op. Gmyrja neemt ook niet op.

Ik ben het met je eens: Burns is natuurlijk een genie, en Jevtoesjenko is een talent. Maar Jevtoesjenko is nog heel jong, en toch... als ik je zie, zal ik mijn gedachten over Jevtoesjenko uitspreken. In elk geval heeft hij duidelijk een ingewikkelder leven dan Burns had. Wat mij aantrekt in zijn werk, is het feit dat hij nadenkt en ontegenzeggelijk humaan is. De praatjes dat hij een ‘nozem’ en een ‘boudoirpoëet’ zou zijn, berusten in niet geringe mate op afgunst. Hij heeft beduidend meer talent dan veel van zijn collega's die de juiste standpunten innemen.

Irina is erg verlegen als ze vrienden van mij ontmoet. Ze is heel jong en bescheiden. Ze is tekstredacteur bij uitgeverij De Sovjetcomponist. Werkt van 9 tot 5. Is bijziend. Kan de R en de L niet uitspreken. Haar vader was een Pool, haar moeder een jodin. Zij leven niet meer. Haar vader is een slachtoffer van de persoonlijkheidscultus en de verstoring van de revolutionaire wetmatigheidGa naar voetnoot1. Haar moeder is gestorven. Zij is opgevoed door een tante van moeders kant, dezelfde die in de buurt van Rjazan woont en

[pagina 141]
[p. 141]

ons heeft uitgenodigd. Hoe die plaats bij Rjazan heet, ben ik vergeten. Ze is geboren in Leningrad. Dat zijn zo wat korte gegevens over haar. Ze heeft zowel in een kindertehuis als in een speciaal kindertehuisGa naar voetnoot2 gezeten. Kortom, een meisje met een verleden.

Ik word hier nauwlettend onderzocht. Er is een capillaroseopie gedaan. Wat dat is, doet er niet toe. De capillaroscopie is gedaan door dokter L.F. TimosjoekGa naar voetnoot3. Die naam zul je je wel herinneren. Ik ook, en daarom was ik geïnteresseerd in die procedure. Mevrouw Timosjoek lijkt op de toneelschrijfster Moerasjkina uit het verhaal ‘Het toneelstuk’ van TsjechovGa naar voetnoot4. Ik heb haar met grote nieuwsgierigheid bekeken. Wilde haar interviewen, maar heb mijn mond gehouden. Er kwamen veel gedachten in mijn hoofd op na de capillaroscopie.

Nou, dat was het voorlopig.

Rust goed uit, vergaar kracht en gezondheid.

Doe de groeten aan Vera Vasiljevna.

Je D. Sjostakovitsj

159 Moskou, 7 juli 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

De tijd verstrijkt, en ik ben nog steeds in het ziekenhuis. Gisteren is per consult vastgesteld dat ik hier nog tot 21 juli moet blijven. Het gebod van Dostojevski ‘Verootmoedig u, trotse mens’ is zeer van toepassing op mij. Ik had meteen moeten luisteren toen mijn rechterhand slecht begon te werken. Dan had ik me nu niet hoeven verootmoedigen (d.w.z. ootmoedig de 21ste juli afwachten). Na 21 juli ga ik, als mijn 13de symfonie af is, naar Kiev, naar Gmyrja, van wie ik een vriendelijke, vrijblijvende brief heb gekregen. Daarna beslist naar Leningrad. Ik wil je erg graag zien en daarom

[pagina 142]
[p. 142]

moeten we van te voren iets afspreken. Als je er niets op tegen hebt, als het niet lastig voor je is, dan zouden Irina en ik je in Sestroretsk een bezoek willen brengen. Teneinde zo'n bezoek te verwezenlijken, verzoek ik je me als volgt te helpen. Wil je naar de bushalte gaan en de bussen van Leningrad naar Sestroretsk voor me overschrijven. Stuur me dat werk dan samen met je aanwijzingen op welke halte we moeten uitstappen en hoe we de Middenstraat vinden. Een dag of twee van te voren zal ik je per telegram van onze aankomst verwittigen. We logeren bij MaroesjaGa naar voetnoot1. Als er bij aankomst in Leningrad bij Maroesja geen brief van je ligt dat je ons niet in Sestroretsk kunt ontvangen, dan komen we direct naar je toe. We zullen een uurtje of twee van je tijd in beslag nemen en teruggaan naar Leningrad en dan naar Moskou. Daarna gaan we voor een weekje of 2-3 naar Solottsja (provincie Rjazan). Daar neemt Irina me mee naartoe om bij haar tante te logeren. Ik zal eens kijken. Wat dat Solottsja voorstelt en wat voor een tante dat is.

Als je ons niet in Sestroretsk kunt ontvangen, dan moet je beslist naar Leningrad komen om ons te ontmoeten. Dus ik verwacht een busdienstregeling van je. Of als je beter per trein te bereiken bent, stuur dan een treindienstregeling. Ik zadel je wel met heel wat beslommeringen op.

Doe de hartelijke groeten aan Vera Vasiljevna en al de jouwen.

Je D. Sjostakovitsj

 

Natuurlijk wil ik je erg graag mijn 13de symfonie laten horen (is het wel een symfonie?). Drie delen zijn echt klaar. Ik werk aan de delen 4 en 5. Misschien is dat te danken aan mijn verblijf in het ziekenhuis en de volslagen ledigheid.

D.S.

 

Irina zendt jullie haar beste wensen.

D.S.

[pagina 143]
[p. 143]

160 Moskou, 9 juli 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

In je laatste brief spreek je je ongenoegen uit over het gedrag van Jevtoesjenko. Dat is niet terecht gebleken. De dichter heeft me 5 gedichten gestuurd om uit te kiezen. Ik geloof dat niet één ervan in zijn geheel bruikbaar is. Maar hij is naar Batoem vertrokken. Ik zit in het ziekenhuis en mijn ‘scheppend potentieel’ functioneert nog. En ik heb een gedicht uitgekozen dat ‘Angsten’ heet. Een lang, tamelijk woordenrijk gedicht. Maar het heeft een eerste helft die bijna geheel bruikbaar is. Ook in de tweede helft staat veel goeds. Trouwens, al dit gepraat van mij heeft weinig zin. We zien elkaar al rond 20 juli, en dan laat ik je het hele opus horen. Waarschijnlijk ga ik dit opus ‘13de symfonie’ noemen. Het zou bijzonder wenselijk voor mij zijn je achter een piano te ontmoeten. Misschien zou je daarvoor een uurtje of twee naar de stad kunnen komen?

In elk geval stuur ik je twee dagen voor onze aankomst in Leningrad een telegram. En dan spreken we nader af. Misschien brengen wij jou een bezoek in Sestroretsk en doe jij ons hetzelfde in Leningrad bij Maroesja. Die reis naar Leningrad is me uitsluitend ingegeven door het brandende verlangen jou te zien en je tot op zekere hoogte te laten kennismaken met mijn 13de symfonie.

Een stevige handdruk. Je D. Sjostakovitsj

 

Doe de hartelijke groeten aan Fanja BorisovnaGa naar voetnoot*. Heel jammer dat ik Vera Vasiljevna niet zal treffenGa naar voetnoot1.

D.S.

161 Moskou, 14 juli 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

Dank voor je brief. Ik bevind me nog steeds in het ziekenhuis. 20 juli kom ik eruit. De 21ste nemen Irina Antonovna en ik de trein naar Kiev, waar ik een afspraak heb met Gmyrja. De 23ste vliegen we naar Leningrad. Als we niet erg laat in Leningrad zijn, zeg tussen 12 en 2, dan komen we op dezelfde dag naar Sestroretsk. In

[pagina 144]
[p. 144]

Kiev zal ik je een telegram sturen, omdat ik pas daar de vertrektijden van de vliegtuigen weet. Ik heb erg veel zin je te zien in deze zo serieuze periode van mijn leven (huwelijk en voltooiing van 13de symfonie), maar heb erg weinig zin jou en Fanja Borisovna last te bezorgen. Irina en ik brengen een halve liter Stolitsjnaja en een pond of drie gekookte worst mee, we komen bij jou, drinken en eten daar wat van en gaan weer terug naar Maroesja in LeningradGa naar voetnoot1.

Wat de symfonie betreft heb ik overdreven. Hij is nog niet af, maar zal zeker de 20ste of zelfs eerder af zijn. ‘In de winkel’ is geloof ik sterker dan de andere delen. Ik ben uitermate verrukt van dat gedichtGa naar voetnoot2.

Zou heel graag in Leningrad MravinskiGa naar voetnoot* ontmoeten. Maar dat zal wel niet lukken. Hij is in Oest-Narva.

Lang in Leningrad blijven trekt me niet aan. Wil alles in twee dagen afhandelen (jou bezoeken, jou en Mravinski mijn symfonie laten horen en terug naar Moskou).

Ik wil zo gauw mogelijk naar Solottsja (provincie Rjazan) en een beetje uitrusten. Ben erg moe van het componeren in het ziekenhuis. Ik word oud.

Stevig omhelsd. Je D. Sjostakovitsj

Dank voor de vertrektijden van de bussen. Het kan zijn dat ik je uit Kiev telegrafeer met welke bus we komen. Als je kunt, haal ons dan van de halte. Zo niet, dan vinden we het zelf wel.

Doe de hartelijke groeten aan Fanja Borisovna en Vera Vasiljevna (per post).

D.S.

[pagina 145]
[p. 145]

Irina is heel aardig. Maar tegenover mijn vrienden gedraagt ze zich uit verlegenheid als een schoolmeisje dat in volwassen gezelschap verzeild is geraakt. Nou ja, dat zal wel gauw overgaan. Dus trek het je niet aan als ze zwijgzaam en timide is.

D.S.

162 Moskou, 16 juli 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

Gisteren kwam er een telegram van Gmyrja, waarin hij me vraagt op 21 juli in Kiev aan te komen. Terwijl ik de 22ste naar hem toe wilde. Daarom wordt alles één dag verschoven. De 21ste ben ik in Kiev en de 22ste vlieg ik naar Leningrad. Uit Kiev zal ik je telegraferen hoe laat ik in Leningrad ben. Is dat vroeg, dan komen we de 22ste naar je toe, is het laat, dan de 23ste. Als je kunt, bel me dan de avond van de 22ste bij Maroesja.Ga naar voetnoot1

Je D. Sjostakovitsj

163 Solottsja, 3 augustus 1962

Beste Isaak Davydovitsj,

Irina en ik denken nog steeds met vreugde terug aan ons bezoek aan jullie in Sestroretsk. Voor haar, en te meer nog voor mij, was dat het prettigste bezoek van ons verblijf in Leningrad en Oest-NarvaGa naar voetnoot1.

Nu logeren we in Solottsja, waar we tot 12-8 blijven. Op 16-8 vertrek ik met MaksimGa naar voetnoot* naar Engeland. Ben waarschijnlijk pas tussen 15 en 20 september terug.

We hebben het goed hier. De natuur is prachtig. We wandelen.

[pagina 146]
[p. 146]

Ik werk vrij veel. Heb de ‘Liederen en dansen van de dood’ van Moesorgski georkestreerd. Correcties aangebracht in mijn 4e symfonie en de ‘Chovansjtsjina’Ga naar voetnoot**, die in druk moeten verschijnen. Op dit moment zet ik mijn 13de symfonie om voor quatre mains.

Zo staan de zaken.

Groeten aan Fanja Borisovna en hartelijke dank voor haar gastvrijheid. Irina stuurt ook haar beste wensen.

Je D. Sjostakovitsj

Tot 12 augustus is ons adres:

Huis der Economische Raad. Solottsja. Provincie Rjazan.

[pagina 147]
[p. 147]

164 Moskou, 6 januari 1963

Beste Isaak Davydovitsj,

Hierbij de ‘Nieuwe redactie van “Babi Jar”’. Tussen haken de regels die de dichter heeft gemaakt in antwoord op de inspirerende kritiekGa naar voetnoot1

Omhelsd,

D. Sjostakovitsj

[pagina 148]
[p. 148]

165 Zjoekovka, 7 januari 1963

Beste Isaak Davydovitsj,

Ik overstelp je met poëzie. Hierbij nog een opus van Jevtoesjenko. Het gedicht is geschreven naar aanleiding van de première van ‘Katerina Izmajlova’Ga naar voetnoot1 en opgedragen aan mij.

Toen Nicolaas I destijds kennismaakte met Glinka's opera ‘Ivan Soesanin’, verklaarde Zijne Genade genadiglijk: ‘Muziek heeft geen betekenis. Het gaat om het onderwerp.’

In verband met ‘Tweede geboorte’ zou ik die keizerlijke gedachte willen herhalen, met dit verschil, dat de versvorm in dit opus van Jevtoesjenko heel goed is, evenals het onderwerp.Ga naar voetnoot2

De titel ‘Tweede geboorte’ bevalt me niet. Mijn muziek is nooit gestorven en hoefde daarom geen tweede keer geboren te worden. Deze opmerking heb ik niet tegen de dichter kunnen maken, aangezien hij voor twee maanden is afgereisd naar West-Duitsland, Frankrijk en andere landen. Om dezelfde reden heb ik niet met hem van gedachten kunnen wisselen over de nieuwe redactie van ‘Babi Jar’.

Je D. Sjostakovitsj

166 Zjoekovka, 28 januari 1963

Beste Isaak Davydovitsj,

Voor 10 en 11 februari staat mijn 13e symfonie weer op het programma. Ik heb twee correcties aangebracht.

[pagina 149]
[p. 149]

In plaats van

 
Vandaag voel ik mij jodenman. Ik ga
 
Door oud Egypte zwervend op de thuisweg.
 
Dan zal ik sterven, op het hout gekruisigd.
 
Sindsdien staan op mijn lijf de stigmata.Ga naar voetnoot*

wordt het

 
Hier sta ik dan, als bij een bron, waarin ik
 
't Geloof in onze broederschap hervond.
 
Hier liggen Russen en ook Oekraïners,
 
Eén met de joden in dezelfde grond.

Tweede correctie.

In plaats van

 
Ik ben een schreeuw in duizendvoud - geen kik.
 
Schreeuw maar eens om hoeveel duizend doden?
 
Elke oude man, hier neergeknald, ben ik.
 
Ik ben ieder kind, hier neergeschoten.Ga naar voetnoot*

wordt het

 
Ik denk aan Rusland: tegen het fascisme
 
Wierp het een dam op, hield heldhaftig stand.
 
Het lot van Rusland, heel zijn wezen, is me
 
Tot in de kleinste dauwdruppel verwant.

De muziek blijft hetzelfde. Alleen de woorden zijn veranderd. Zoals Nicolaas I eens zei: Muziek heeft geen betekenis. Het gaat om het onderwerp.

Ik heb een verzoek aan je. Mijn grafomane bezigheden lopen ten einde. Ik fatsoeneer de partituur van ‘Lady Macbeth’. Moet ik de adjudant niet omdopen in een veldwachter? Adjudant is een rang bij de stedelijke politie. Op het platteland had je geloof ik veldwachters. Als jij in dezen enige eruditie hebt, wil je me dan je mening schrijven.

Doe de hartelijke groeten aan Vera Vasiljevna en al de jouwen.

Je D. Sjostakovitsj

voetnoot*
de compositie voor bas en orkest op het gedicht ‘Babi Jar’ van Jevgeni Jevtoesjenko. Babi Jar is een ravijn bij Kiev waar de nazi's in de Tweede Wereldoorlog een massale slachting onder de joden hebben gehouden.
voetnoot**
De vrouw van Glikman.
voetnoot1
Op 16 juni 1962 had Sjostakovitsj me telefonisch het sensationele nieuws van zijn huwelijk meegedeeld. Sensationeel, omdat hij me nog in mei had verzekerd dat hij nooit meer zou trouwen - maar snelle, onverwachte beslissingen waren zijn levensstijl.
Dmitri Dmitriëvitsj zie (letterlijk) het volgende: ‘Ik ben getrouwd! Ik heb zin om naar Leningrad te komen en je mijn uitverkorene te laten zien. Dat had ik natuurlijk moeten doen voordat ik trouwde, maar alles is in orde. Ik geloof wel dat ik gelukkig ben.’
voetnoot*
Een plaatsje op 35 km van Leningrad, waar Glikman een datsja had gehuurd.
voetnoot1
Sjostakovitsj gebruikt hier met opzet het cliché dat na de dood van Stalin in zwang was en de begrippen ‘willekeur’ en ‘terreur’ moest vervangen.
voetnoot2
Een kindertehuis waarin kinderen van zogeheten ‘vijanden van het volk’ werden geplaatst.
voetnoot3
Lidia Timosjoek, een arts in het Kremlinziekenhuis, had in 1952 een brief aan Stalin geschreven die aanleiding werd tot de beruchte artsenprocessen van 1953. De onderscheiding die zij hiervoor ontving, werd haar na de dood van Stalin (5 maart 1953, vert.) afgenomen, maar zij werd niet ontslagen uit het Kremlinziekenhuis.
voetnoot4
Een weerzinwekkend personage ‘met een rood, vlezig gezicht en een mannentenor’.

voetnoot1
Maria Dmitriëvna Sjostakovitsj (1903-1973), oudste zuster van Dmitri Dmitriëvitsj, pianolerares.
voetnoot*
De moeder van Glikman, met wie hij in Sestroretsk verbleef.
voetnoot1
Mijn vrouw was in die tijd in het Zuiden.

voetnoot1
Sjostakovitsj bracht inderdaad, met de overdreven doch ontroerende consideratie die hem eigen was, de beloofde wodka en worst mee naar Sestroretsk. Mijn moeder had natuurlijk niet gerekend op deze curieuze, ‘studentikoze’ (zoals zij het uitdrukte) bijdrage in natura en had een voortreffelijk diner bereid, waar de worst niet bij paste. Dmitri Dmitriëvitsj moest hier wel om lachen.
voetnoot2
In tegenstelling tot sommige musicologen, die de dichter en in zekere mate ook de componist kapittelden om de uitbeelding van de ‘lage’ kanten des levens. De puristen onder de critici waren vreselijk gechoqueerd door regels als ‘de geur van uien en komkommer en van sauce Kaboul’.
voetnoot*
De dirigent van het Leningraads Filharmonisch orkest, die al veel orkestwerken van Sjostakovitsj had gedirigeerd.

voetnoot1
Het bezoek aan B.R. Gmyrja had een teleurstellende afloop. Gmyrja had zich tegenover mij altijd enthousiast over Sjostakovitsj uitgelaten, en zijn ‘Vijf romances’ op teksten van J. Dolmatovski had hij vaak en met plezier gezongen, maar toen de Dertiende Symfonie ter sprake kwam, zonk hem zogezegd de moed in de schoenen. Hij ging overleg plegen met de Oekraïense autoriteiten, die hem dringend aanrieden af te zien van deelname aan de symfonie vanwege het hun onwelgevallige ‘Babi Jar’. De zanger onderwierp zich nederig aan de wil van de machthebbers.
Op 20 september 1962 liet Dmitri Dmitriévitsj mij een brief van Gmyrja zien, waarin deze tekst en uitleg gaf over zijn weigering, die hij voorstelde als noodgedwongen.

voetnoot1
In Oest-Narva had Sjostakovitsj Mravinski opgezocht om hem de Dertiende Symfonie te laten horen. Te oordelen naar het verdere verloop van de gebeurtenissen bracht het nieuwe werk bij de dirigent niet het gebruikelijke vurige enthousiasme teweeg. Hij liet lange tijd niets van zich horen. Op 7 oktober 1962 belde Sjostakovitsj me uit Moskou op en vroeg mij bij Mravinski te informeren of hij de partituur van de Dertiende wilde hebben. Mravinski deed ontwijkend. Hij bracht het gesprek op zijn komende tournee door Amerika en op van alles en nog wat, maar zei niets duidelijks over de partituur. Ik was verbijsterd door deze gang van zaken.
Dmitri Dmitriëvitsj gedroeg zich in deze pijnlijke situatie nobel en met grote waardigheid, sprak geen kwaad woord over Mravinski, maar besloot de symfonie aan K.P. Kondrasjin te geven, die haar enthousiast in ontvangst nam.
voetnoot*
De zoon van Sjostakovitsj.
voetnoot**
Een werk van Moesorgski, georkestreerd door Sjostakovitsj.
voetnoot1
Kort voor de première van de Dertiende Symfonie, die op 18 december 1962 zou plaatsvinden, sprak Chroesjtsjov op een bijeenkomst van kunstenaars en intellectuelen, waar zowel Dmitri Dmitriëvitsj als Jevtoesjenko aanwezig waren, zijn ongenoegen uit over het feit dat de componist Sjostakovitsj ‘een of andere Babi-Jar-symfonie’ had geschreven, waarmee hij het volstrekt niet ter zake doende ‘joodse vraagstuk’ aan de orde had gesteld, hoewel de fascisten niet alleen joden hadden vermoord.
Zoals bekend had Chroesjstjov in die tijd onbeperkte macht, en de uitvoering van de symfonie, waar heel Moskou in spanning naar uitzag, dreigde verboden te worden.
Ik ging naar Moskou voor de première, en de ochtend van de 18de december was buitengewoon enerverend. De generale repetitie was opgeschort, maar niet afgelast. Dmitri Dmitriëvitsj was ontzettend opgewonden.
Rond het middaguur kwam er een telefoontje uit hoge partijregionen: de repetitie, en dus ook de première, mocht doorgang vinden. Kennelijk was men bang dat het verbieden van de Dertiende tot negatieve reacties uit het Westen zou leiden. (Het concert zou worden bijgewoond door buitenlandse diplomaten en journalisten.)
Hoe het concert was, is moeilijk onder woorden te brengen. De muziek deed, niettegenstaande de sprankelende humor, denken aan een verheven liturgie. Na de finale stond het hele publiek op en begon er een stormachtige ovatie waar geen eind aan kwam. De Moskouse pers wijdde niet één woord aan het concert. Zij had opdracht gekregen de in ongenade gevallen symfonie dood te zwijgen. De Humanité echter, die bekend stond om haar exclusieve loyaliteit aan de sovjetstandpunten, plaatste desondanks op 20 december een kort artikel onder de kop ‘Succès triomphale de la 13-e Symphonie de Shostakovitch’.
Op 20 december werd de Dertiende opnieuw uitgevoerd, met hetzelfde overdonderende succes. Op beide concerten werd Jevtoesjenko, die na Sjostakovitsj op het podium verscheen, door het publiek enthousiast begroet. De dichter was zeer geliefd, en met reden.
Maar na de première van de Dertiende heeft hij, zonder de moeite te nemen met Sjostakovitsj te overleggen, de tekst van ‘Babi Jar’ uitgebreid met 40 nieuwe regels, waarin de doodgeschoten joden op één lijn worden gesteld met Russen en Oekraïners. Een van de toevoegingen begint met de regels
‘Hier sta ik dan, als bij een bron, waarin ik
't Geloof in onze broederschap hervond.
Hier liggen Russen en ook Oekraïners,
Eén met de joden in dezelfde grond.’
De dichter meende op deze manier Chroesjtsjov ter wille te zijn. Maar Sjostakovitsj kon het eerste deel van zijn symfonie geen geweld aandoen en moest in discussie gaan met de dichter.
voetnoot1
De première van ‘Katerina Izmajlova’ (de gereviseerde versie van de in 1936 verboden opera ‘Lady Macbeth van Mtsensk’, vert.) vond plaats op 26 december 1962.
voetnoot2
Sommige strofen zijn inderdaad opmerkelijk, bijvoorbeeld de tweede:
 
en de muziek heeft bijna dertig jaar,
 
bestoft en aan de notenbalk gekruisigd,
 
in doodse schemering gehunkerd naar
 
een menselijk publiek, dat haar beluistert.

voetnoot*
Uit de vertaling van Jevtoesjenko's ‘Babi Jar’ door Marko Fondse (in ‘En Rusland - dat ben jij’, Pegasus 1963), die ook de gelijknamige roman van Anatoli Koeznetsov over hetzelfde onderwerp vertaalde (Paris 1967).
voetnoot*
Uit de vertaling van Jevtoesjenko's ‘Babi Jar’ door Marko Fondse (in ‘En Rusland - dat ben jij’, Pegasus 1963), die ook de gelijknamige roman van Anatoli Koeznetsov over hetzelfde onderwerp vertaalde (Paris 1967).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj

  • brief aan Isaak Glikman

  • brief van Dmitri Sjostakovitsj


vertalers

  • Anne Stoffel


datums

  • 31 mei 1962

  • 24 juni 1962

  • 2 juli 1962

  • 7 juli 1962

  • 9 juli 1962

  • 14 juli 1962

  • 16 juli 1962

  • 3 augustus 1962

  • 6 januari 1963

  • 7 januari 1963

  • 28 januari 1963